Als organisaties in een crisis zitten, komt dat meestal niet doordat er iets mis is met de organisatiecultuur, maar doordat de business gebreken heeft.
Als organisaties in grote moeilijkheden raken, is het voorschrift meestal dat de cultuur moet worden gerepareerd. Dat is wat volgens bijna iedereen zei dat General Motors moest doen na zijn terugroepcrisis in 2014 – en sindsdien richt CEO Mary Barra zich erop om ‘de juiste omgeving’ te creëren teneinde accountability te bevorderen en toekomstige rampen af te wenden. Experts uit alle hoeken en gaten riepen om dezelfde remedie toen aan het licht kwam dat het Amerikaanse ministerie van Veteran Affairs, door federale onderzoekers beoordeeld als een verlammende bureaucratie, veteranen maanden liet wachten op kritieke gezondheidszorg. Op soortgelijke manieren is culturele hervorming voorgesteld als oplossing voor excessief gebruik van geweld door politiekorpsen, onethisch gedrag in banken en verder zo’n beetje elk groot organisationeel probleem dat je kunt bedenken. Alle ogen zijn gericht op cultuur als de oorzaak en de remedie.Cultuur niet te repareren
Maar de corporate leiders die wij hebben geïnterviewd – huidige en voormalige CEO’s die met succes leiding hebben gegeven aan grote transformaties – zeggen dat cultuur niet iets is wat je kunt ‘repareren’. Uit hun ervaringen blijkt dat culturele verandering is wat je krijgt nadat je nieuwe processen of structuren hebt neergezet om zware businessuitdagingen aan te pakken, zoals het omvormen van een verouderde strategie of achterhaald businessmodel. Daarbij ontstaat vanzelf een andere cultuur. Hoewel het ingaat tegen de gangbare wijsheid over hoe dingen ten goede moeten worden gekeerd bij GM, het ministerie van veteranenzaken en elders, klinkt het op intuïtief niveau logisch dat je naar cultuur moet kijken als een uitkomst – en niet als een oorzaak of een oplossing. Organisaties zijn complexe systemen met talloze rimpeleffecten. Als je fundamentele praktijken omvormt, zal dat onvermijdelijk leiden tot bepaalde nieuwe waarden en nieuw gedrag. Medewerkers gaan hun bijdragen aan de samenleving bijvoorbeeld in een geheel nieuw licht zien. Dit is wat er gebeurde bij Ecolab toen CEO Doug Baker beslissingen doorschoof naar de frontlinies om de relaties met klanten te versterken. Of mensen gaan minder vijandig staan tegenover senior managers – wat bij Northwest-medewerkers gebeurde nadat Delta-CEO Richard Anderson deze luchtvaartmaatschappij had overgenomen en werknemers meekreeg door tegemoet te komen aan hun dagelijkse behoeften. De leiders met wie we hebben gepraat, hanteerden uiteenlopende aanpakken voor uiteenlopende doeleinden. Alan Mulally bijvoorbeeld haalde bij Ford barrières tussen units neer, terwijl Dan Vasella stevig centraliseerde om creatieve energie vrij te maken bij Novartis. Maar in alle gevallen – waarbij de leiders gebruikmaakten van tools als besluitvormingsrechten, performancemeting en beloonsystemen om hun specifieke businessuitdagingen aan te pakken – ontwikkelde de organisatiecultuur zich als gevolg daarvan op interessante manieren, daarbij de nieuwe richting versterkend. Door naar hun verhalen te kijken krijgen we rijker inzicht in corporate transformatie en de rol van cultuur daarin, dus delen we hier enkele opvallende punten uit onze gesprekken. In de meeste van deze verhalen speelt een of ander aspect van fusie-integratie – een van de moeilijkste transities voor bedrijven om te managen. En alle verhalen laten zien, tegen uiteenlopende achtergronden, dat cultuur geen eindbestemming is. De cultuur verandert mee met de concurrentieomgeving en de doelstellingen van het bedrijf. Het is echt meer een soort tijdelijke aanlegplaats – daar waar de organisatie op dat moment zou moeten zijn als aan de juiste managementhefbomen is getrokken.Doug Baker
De cultuur verandert mee met de concurrentieomgeving en de doelstellingen van het bedrijfBaker wilde klantenfocus weer terugbrengen als kernkracht van Ecolab. Het model van het bedrijf was om bij klanten op locatie beoordelingen uit te voeren en training te geven en om op basis van die bezoeken op maat gesneden portfolio’s van producten en diensten samen te stellen. Veel cliënten werkten al jarenlang met het bedrijf en het was essentieel om die sterke relaties in stand te houden. De oplossing, vond Baker, was om te stimuleren dat er meer beslissingen werden genomen aan de frontlinies door de werknemers die zich het dichtst bij de klanten bevonden zorgvuldig te trainen. Hoe meer kennis zij opdeden over alle producten en diensten die de onderneming leverde, hoe beter ze uitgerust zouden zijn om zelf uit te puzzelen welke oplossingen bij de behoeften van klanten pasten. Het lijkt misschien riskant om beslissingen naar beneden te duwen, maar Baker vond dat de slechte beslissingen op die manier sneller werden onderschept en gecorrigeerd. Uiteindelijk begonnen managers de touwtjes te laten vieren en hun mensen te vertrouwen, wat een gigantische culturele verschuiving was. Het kostte tijd om werknemers te trainen, en er waren continu ingrepen en herbeoordelingen nodig doordat voorkeuren van klanten en de businessdynamiek bleven veranderen. Maar uiteindelijk stelde het cultiveren van frontlinieverantwoordelijkheid Ecolab in staat om verbonden te blijven met zijn klanten.
Waar daag je mensen toe uit?
Baker benadrukte ook het belang van meritocratie bij het motiveren van werknemers om businessdoelen uit te voeren. ‘Mensen kijken wie promotie krijgen’, zegt hij. Promoties en andere beloningen werden gebruikt om aan te geven welk soort gedrag werd gewaardeerd bij de onderneming. Baker vond dat openbare erkenning op den duur zelfs nog belangrijker was dan financiële incentives. ‘Waar daag je mensen toe uit, wat vier je, hoe krijgen mensen erkenning van hun collega’s? De bonuscheque is niet onbelangrijk, maar hij is stil en niet openbaar’, geeft hij aan. De glorie ging naar managers die beslissingen delegeerden naar medewerkers die face-to-face contact hadden met klanten en die deze medewerkers, als zij initiatief toonden, stimuleerden om de touwtjes in handen te nemen. Dit was met name van kritiek belang in de kleinere organisaties die door Ecolab werden overgenomen. Daaronder bevond zich een aantal particuliere bedrijven met een ‘vader weet het het best’-stijl van managen: de oprichters vaardigden de orders uit en de mensen voerden die uit. Hoewel dit in een kleine organisatie misschien werkt, stond het groei in de weg en maakte het samenwerking tussen divisies bij Ecolab moeilijk. Doordat medewerkers werden beloond voor het onder hun hoede nemen van klantenrelaties en voor onderlinge coördinatie, ontstond er een cultuur van autonomie. (Dit maakte ook senior-managementtijd vrij, zodat executives zich op bredere kwesties konden gaan richten.) Zodra mensen in alle gelederen voelden dat ze werden vertrouwd, gingen zij op hun beurt de onderneming meer vertrouwen en begonnen zij hun werk en hun missie – om de wereld schoner, veiliger en gezonder te maken – te zien als echte bijdragen aan de samenleving. En vanuit hun versterkte, belangrijkere rol konden zij vanuit de eerste hand zien hoe zij het leven van klanten beter maakten. Deze verschuiving nam echter wel tijd in beslag, want bij elke overname moest dit proces steeds weer opnieuw plaatsvinden. ‘Als we bedrijven kopen, gaan ze niet meteen van de nieuwe onderneming houden, zegt Baker. ‘Het duurt even voordat er liefde ontstaat.’Richard Anderson
Vakbonden
Omdat Anderson in het verleden drieënhalf jaar CEO van Northwest was geweest, bezag hij het bedrijf als een insider – en was hij op de hoogte van een groot obstakel waar hij tegenaan ging lopen. Vakbonden hadden er zeer sterke voet aan de grond, wat volgens Anderson een vijandige dynamiek creëerde tussen medewerkers en management. Het bemoeilijkte ook de communicatie tussen de twee groepen. Het management was afhankelijk van de vakbonden om erachter te komen wat de behoeften van medewerkers waren – in plaats van dat dit gebeurde via rechtstreekse interacties met de medewerkers. Omdat alles via een derde partij verliep, duurde het langer om issues aan te pakken. Dat is waarom een cruciaal onderdeel van de snelle integratie – nadat Anderson duidelijk had gemaakt dat Delta de boel runde – eruit bestond dat er sterke relaties met medewerkers werden opgebouwd. Dus zocht hij naar manieren om ze tevreden te stellen en te motiveren om de onderneming en haar klanten te dienen. Hij besloot om zich erop te richten tegemoet te komen aan hun behoeften, zowel op het werk als persoonlijk. Delta bood de medewerkers eersteklastraining aan, flexibele inroostering, goed onderhouden vliegtuigen met apparatuur van wereldklasse, en goede hotels voor de bemanning. Deze dingen waren relatief goedkoop, vooral in vergelijking met brandstof – en ze betaalden zich ruimschoots terug in de vorm van loyaliteit en vertrouwen.Goede beloning
Behoefte medewerkers vervullen
Anderson heeft er dus zwaar op ingezet om de behoeften van medewerkers te vervullen, en dat lijkt de kwellende ‘wij versus management’- dynamiek te hebben omgekeerd. Twee jaar nadat hij CEO was geworden, stemden de werknemers ervoor om zich te ontdoen van de vakbonden (behalve de piloten, die meer invloed binnen de bedrijfstak hebben als ze in een vakbond zitten, want dat stelt ze op gelijke voet met hun collega’s bij andere luchtvaartmaatschappijen). Vandaag de dag is Delta de enige grote luchtvaartmaatschappij buiten het Midden-Oosten waar vakbonden vrijwel geen voet aan de grond hebben. Hoe blijer werknemers zijn, hoe langer ze willen blijven. Dus is de ‘levenslang’- cultuur van het bedrijf nog sterker geworden, wat Anderson als iets goeds beschouwt. ‘We hebben in deze onderneming veel medewerkers die 40 of 45 zijn, en vaak zijn zij de tweede of derde generatie’, zegt hij. ‘Maar we hebben geen nepotismeregel, want ik wil dat verschillende generaties van dezelfde familie hier werken.’ Zijn filosofie is dat als familieleden van medewerkers bij Delta gaan werken, dat de algehele loyaliteit versterkt. Deze mensen komen al binnen met een bepaald begrip van Delta en een positieve kijk op hoe het bedrijf werkt.Alan Mulally
Processen stroomlijnen
Dan Vasella
- Meer weten over processen in organisaties? Kom naar het Jaarcongres Procesmanagement >>>
- Wil je jouw business ook verbeteren? Kom dan naar de collegereeks Businessinnovatie. Bekijk de website voor meer info >>>