Is zelfvertrouwen dan gebaseerd op eigenwaarde? Zit eigenwaarde vanbinnen en straal je zelfvertrouwen uit of laat je met zelfvertrouwen zien dat je eigenwaarde hebt? En als je veel eigenwaarde hebt, komt het zelfvertrouwen dan vanzelf? Dit is een mentaal doolhof.
Als je van anderen te horen krijgt dat je zoveel zelfvertrouwen uitstraalt, of als je de gangmaker van de groep kunt zijn, of als je in je werk intensief anderen helpt, maar je toch stiekem een gebrek aan zelfvertrouwen hebt, dan weet je maar al te goed dat schijn bedriegt. Als je naar anderen toe doet alsof je zelfvertrouwen hebt maar dat vanbinnen helemaal niet voelt, wat betekent dat dan? Hoe kunnen we een definitie van vertrouwen geven waarbij we rekening houden met deze tegenstellingen?