Er is zoveel managementjargon, en er zijn zoveel managementdefinities die gebruikt worden dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom zetten we hier een aantal begrippen uit het hedendaagse management, en uit de organisatie- en en veranderkunde op een rij. Overzichtelijk op alfabetische volgorde.
Aanmoediging
Aanmoediging is het aanboren van de innerlijke bron vanwaaruit ieder mens en/of iedere groep wordt gestimuleerd met authenticiteit, zelfvertrouwen en waardering naar de wereld en naar zichzelf te kijken en met bevlogenheid en verbondenheid zijn passie, drijfveren en intrinsieke motivatie te volgen. Lees hier mee over aanmoediging.
Accountability
Met accountability willen we feitelijk aantonen wat een sales-, marketingen/ of communicatieactiviteit (meer) oplevert in meetbare parameters.
Actieonderzoek
Kern van Lewins theorie over actieonderzoek is dat theorievorming in de praktijk plaatsvindt en dat leren en onderzoeken twee zijden van dezelfde medaille zijn. Lewin baseert zich daarbij op theoretische notities van de filosoof John Dewey die in zijn boek How we think uit 1933 de verbinding maakt tussen denken en handelen en dat reflective thinking noemt (Dewey, 1933). Cruciaal in Deweys theorie is dat denken en handelen verweven zijn. Dat inzicht maakte dat Lewin anders over onderzoek ging nadenken. Je kunt ook onderzoek doen, concludeerde Lewin, door ín de praktijk te stappen en met de spelers uit de praktijk samen op te trekken in een gezamenlijk onderzoeksleerproces.
Adviseur
Een adviseur werkt vanuit zijn expertise, doet dat proactief of in opdracht, en werkt samen met anderen aan steeds betere oplossingen voor organisatievragen, waarbij hij onderzoek doet naar het hele vraagstuk, veranderkundige kennis inbrengt om als resultaat een tevreden klant, organisatie en adviseur te krijgen.
Alignment
Het begrip alignment betekent in het Nederlands uitlijning of het op één lijn brengen van verschillende zaken. In organisationele zin heeft The Delphi Group (2009) alignment omschreven als het op één lijn brengen van onderdelen om tot goede omstandigheden en relaties te komen. Er is tegenwoordig veel aandacht binnen het bedrijfsleven voor de maatschappij; een roep die versterkt wordt door de stakeholders van een organisatie, die eisen dat de betreffende onderneming zich maatschappelijk verantwoord zal gaan opstellen. Het is aan het bedrijf om hier op een zo correct en efficiënt mogelijke manier op te reageren. De omgeving bepaalt zo een belangrijk deel van de koers van een organisatie. Link naar:
Beslissen
Beslissen is een keuze maken tussen alternatieven. De meeste besluitvorming vindt intuïtief plaats, maar als er grote belangen op het spel staan wordt er langer over nagedacht. Dan komen twee aspecten aan de orde: wíe neemt de beslissing en hóe komt het besluit tot stand.
Bevlogenheid
De theorie van bevlogenheid stelt dat een bevlogen medewerker over een uiterst positieve houding beschikt die wordt gekenmerkt door een ongekende levenslust, energie, zin om te werken en er vol voor willen gaan. Bevlogenheid is een positieve, affectief-cognitieve toestand van opperste voldoening. Bevlogenheid is een levenshouding die betekent dat je probeert om met zo veel mogelijk vitaliteit, toewijding en absorptievermogen zoveel mogelijk uit je talenten en passies te halen als mogelijk is.
Businesscase
Een businesscase is een managementtool om investeringsbeslissingen te onderbouwen. De businesscase heeft als kern een analyse van de kosten en de baten van de investering.
Businesshypothese
Een Businesshypothese is een aanname waarop jouw waardepropositie, businessmodel of strategie is gebaseerd en beschrijft datgene wat je moet leren om te ontdekken of je businessidee kan werken. Link naar artikel
Capabilities
Capability verwijst altijd naar individueel vermogen in relatie tot context. Om een eenvoudig voorbeeld te noemen: als iemand de fysieke eigenschappen en de vaardigheden heeft om te fietsen, dan kan hij fietsen. Bezit hij geen fiets, of heeft hij geen fiets tot zijn beschikking , ‘kan’ hij niet fietsen. Als er geen wegen zijn die begaanbaar zijn voor fietsen, ‘kan’ hij niet fietsen. Als een wet voorschrijft dat personen zoals hij niet mogen fietsen, dan ‘kan’ hij evenmin fietsen.
Capability omvat al die aspecten: de fysieke eigenschappen en vaardigheid om te fietsen, het bezit van of in ieder geval kunnen beschikken over een fiets, en een fysieke en sociale omgeving waardoor de beschikking over deze eigenschappen en middelen tot gelding gebracht kunnen worden. De complexiteit zit hem in het woordje ‘kunnen’: in het capability-concept verwijst dat dus naar ‘in staat zijn’ én ‘in staat gesteld worden’. (bron: Klink et al. (2010). Duurzame inzetbaarheid. Werk als waarde. Rapport in opdracht van Zonmw.)
Niets meer missen?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief
Communicatiemanagement
Communicatiemanagement is de specialistische functie binnen of ten behoeve van een organisatie, die zich bezighoudt met het initiëren, sturen en ondersteunen van communicatieprocessen binnen een bepaald beleidskader en vanuit de optiek van het functioneren van die organisatie (Van Ruler, 2012)
Corporate Governance
De commissie-Peters definieert corporate governance als volgt: ‘Corporate governance gaat over bestuur en beheer, over verantwoordelijkheid en toezicht. Integriteit en transparantie spelen hierbij een grote rol’ (Commissie Corporate Governance, 1996 in Strikwerda, 2004) Het ministerie van Financiën omschrijft corporate governance als het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheren en toezicht houden van een organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van doelstellingen, evenals het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen aan belanghebbenden (Ministerie van Financiën, 2000).
Design Thinking
Design thinking is een oplossingsgericht proces dat is gefocust op samenwerking tussen ontwerpers en gebruikers. Het is welbewust een zeer iteratief proces en wordt vaak meer omschreven als een kompas dan als een schema of een proces. Dat komt doordat je steeds heen en weer gaat tussen het ontwikkelen van het inzicht van jou en je team (abstract inzicht) en het maken en testen van prototypes bij gebruikers (concrete oplossingen) totdat je iets bereikt wat gebruikers willen hebben en in staat zijn te gebruiken.
Disruptie
Strikt genomen is de definitie van disruptie ontwrichting of uiteenscheuring. De term wint aan populairiteit omdat veel nieuwe opkomende bedrijven en technologieen hele markten ontwrichten, of bestaande, grote organisaties ten val brengen. Disruptie staat dus ook synoniem voor het ontwrichten van bestaande business.
Duurzame inzetbaarheid
De NPR 6070 definieert duurzame inzetbaarheid als het vermogen van de medewerker om nu en in de toekomst toegevoegde waarde te leveren voor een (arbeids)organisatie en daarbij zelf ook meerwaarde te ervaren.
Ethiek
Ethiek is de systematische en kritische reflectie op morele waarden en normen die in een praktijk werkzaam zijn of zouden moeten zijn.
Externaliseren
Externaliseren is een ander woord voor uitbesteden. Uitbesteden is het proces van een (deel van) de productieketen door een extern bedrijf te laten doen in plaats van het in eigen handen te houden. Het gaat hierbij om niet-kernactiviteiten. Het externaliseren van werk kan verschillende voordelen opleveren. Domberger noemt in The contracting organization: a strategic guide to outsourcing de volgende vier positieve gevolgen van externaliseren: specialisatie, markt werking, flexibiliteit en kostenbesparingen.
Gedragscode
Een gedragscode is een set van gedragsregels. De mensen waarvoor deze regels zijn bedoeld, moeten zich eraan houden. Doel hiervan is het gedrag van deze groep mensen binnen de ethisch wenselijke normen te krijgen en houden. Een gedragscode kan zowel gelden voor Europese organisaties, Nederlandse organisaties, branches als binnen individuele ondernemingen.
Governance
Governance is het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden van een organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van doelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden’ (Ministerie van Financiën in Scheepstra, 2004).
Hybride werken
Hybride werken staat voor het flexibel kiezen van de locatie waar het werk plaatsvindt. In hybride werkculturen is voor de werklocatiekeuze niet het beschikbare gebouw leidend, maar het type werk, het doel van de activiteit, de gewenste mate van interactie, de efficiënte van communicatie en de persoonlijke voorkeuren van medewerkers en klanten (cliënten, leerlingen, afnemers).
Inclusie
Inclusie is een wat technisch woord voor iets heel menselijks en warms. Het gaat over meedoen, over de zoektocht naar hoe we ons verbinden met anderen. Inclusie gaat over het aangaan van wezenlijke relaties. Over cocreatie. Over ruimte maken voor het mooie én het lelijke. En over ruimte nemen en ruimte geven. Over onafhankelijk en samen. Over een manier van samenwerken, leven en zijn, waarbij iedereen tot zijn of haar recht komt. Daar hoort geluk bij, maar ook verdriet. Hoop en angst. Macht en onmacht. Inclusie gaat over de vraag hoe we samen mensen kunnen zijn.
Innovatie
De definitie van innovatie: Het toepassen van nieuwe technologieën in producten, diensten en processen, of het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten en processen.
Interventie
Een interventie is: één of een serie geplande veranderingsactiviteiten die erop gericht zijn de effectiviteit van een organisatie te helpen vergroten. Het zijn bewuste activiteiten, ondernomen door één of meer veranderaars, teneinde veranderingen tot stand te brengen. Een aantal interventies samen, naast elkaar of na elkaar, vormen een interventieplan.
Kennismanagement
Het doel van kennismanagement volgens Mathieu Weggeman is het behalen van een hoger rendement op en meer plezier van de productiefactor kennis. De strategie om dat doel te realiseren is het zodanig inrichten en besturen van de operationele processen dat die zo effectief, efficiënt en flexibel mogelijk kunnen verlopen. Met de bovengenoemde definitie van kennis kan een manager onderscheid maken in de expliciete (informatie) en de impliciete (EVA) kant van kennis.
Klantsegmenten
Klantsegmenten definiëren de verschillende groepen mensen of organisaties die een onderneming wil bereiken en bedienen. Klanten vormen het hart van elk businessmodel. Zonder (winstgevende) klanten kan geen enkel bedrijf lang overleven. Om klanten beter tevreden te stellen kan een bedrijf ze groeperen in verschillende segmenten met gemeenschappelijke behoeften, gemeenschappelijke gedragingen of andere attributen.
Klokkenluiden
Klokkenluiden staat voor het melden van (mogelijke) bedrijfsfraude, of andere misstanden. Deze melding wordt gedaan door een collega aan ofwel de organisatie zelf, ofwel een hogere instantie, zoals de overheid. (Ravishankar, 2009).
Kwaliteitsbeheersing
Kwaliteitsbeheersing is synoniem met procesbeheersing met betrekking tot de product- of diensteigenschappen. De laatste zinsnede is een hele mond vol, maar geeft minder verwarring dan de term kwaliteitsbeheersing. Het gaat erom dat de output van een proces ten aanzien van de afgesproken kenmerken binnen van tevoren vastgestelde grenzen voorspelbaar is.
Leiderschap
Het gaat bij leiderschap om de vraag of u bereid bent om initiatief te nemen. Om uw nek uit te steken. Of u bereid bent de leiding te nemen. En als u vanuit uw positie moet leidinggeven, draait het om de vraag of u bereid bent om de leiding weg te geven. Of u in staat bent anderen te stimuleren om leider te zijn.
Leidinggeven
Leidinggeven aan anderen én leidinggeven aan jezelf, vindt professor Bas Kodden. Vaak wordt gesproken over leiderschap wanneer leidinggeven aan anderen wordt bedoeld. Leiderschap als leider-gever-schap. Maar leiderschap kan dus ook leiding-nemer-schap betekenen: Leidinggeven aan jezelf. Het grote verschil? Voor het geven van leiding, oftewel leiding-gever-schap, zijn volgers nodig. Een leider is pas een leidinggevende als deze volgers heeft. Leidinggeven betreft daarbij alle activiteiten gericht op het aansturen van die volgers, die overigens zowel binnen als buiten de organisatie kunnen zijn.”
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
De definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen is: Het bewust richten van de ondernemersactiviteiten op waardecreatie in drie dimensies — people, planet, profit — en daarmee op de bijdrage aan maatschappelijke welvaart op lange termijn.
Missie
De missie geeft de primaire functie, de identiteit van de organisatie aan: waar ligt de toegevoegde waarde van de organisatie? Waarvoor is de organisatie opgericht? Wat wil de organisatie zijn? Wat is de plaats van de organisatie in de toekomstige omgeving?
Moraliteit
Moraal of moraliteit bestaat uit morele waarden en normen die in een praktijk werkzaam zijn of zouden moeten zijn. Moraal is dus praktijkgebonden.
Morele verantwoordelijkheid
Morele verantwoordelijkheid is het hebben van de verplichting tot het verantwoorden van het eigen gedrag.
Open innovatie
Open innovatie is een soort van innoveren, waarbij de grenzen van het organisationele systeem verlegd en overschreden worden. Het houdt in dat waardevolle ideeën zowel van binnen als van buiten de organisatie kunnen komen en dat deze ideeën en ontwikkelde technologieën ook van binnen en van buiten de organisatie uit op de markt kunnen worden gezet.
Organisatieverandering
Een organisatieverandering kan externe oorzaken (bijvoorbeeld een veranderde afzetmarkt) of interne oorzaken (bijvoorbeeld de noodzaak om efficiënter te werken) hebben. Vaak gaat het in eerste instantie om veranderingen binnen organisaties, die vaak een aanleiding vinden in iets buiten de organisatie: in de sfeer van concurrentieverhoudingen, van maatschappelijke ontwikkelingen of van wetgeving.
Procesmanagament
Procesmanagement onderscheidt zich van andere organisatiekundige vakgebieden, doordat het zich richt op producten, diensten en informatie die zich als stromen door (en tussen) organisaties bewegen, zonder zich te bekommeren om traditionele organisatiestructuren.
Programma
Een programma is een tijdelijke manier van samenwerken, gericht op het bereiken van doelen, waaraan resultaten en andere activiteiten bijdragen. De kern van een programma bestaat uit doelen, activiteiten en een organisatie (mensen, middelen, en faciliteiten). Tussen doelen en activiteiten bestaat een sterke relatie: alleen activiteiten die helpen de doelen te realiseren neem je in een programma op. De activiteiten zijn dus geen willekeurige opsomming of lijst van werk, maar goed doordachte inspanningen waarvan aannemelijk is dat deze zullen helpen om de doelen te bereiken.
Project
Een project is een tijdelijke manier van samenwerken, gericht op het opleveren van een uniek resultaat, dat bijdraagt aan het behalen van doelen.
Projectmanagement
Projectmanagement is het geheel van leidinggevende taken die nodig zijn om het project succesvol uit te voeren en het projectresultaat op te leveren. Het omvat de organisatie, planning, leiding en beheersing van bedrijfsmiddelen
die voor relatief korte tijd ingezet worden om specifieke resultaten te verwezenlijken. Belangrijke succesfactoren zijn een competente projectmanager, een duidelijk gedefinieerd eindresultaat en een realistische planning.
Psychologische veiligheid
Psychologische veiligheid wordt gedefinieerd als de mate waarin je je veilig voelt om interpersoonlijke risico’s te nemen in je team. Het reflecteert hoe je team het sociale klimaat bestempelt en is een graadmeter van de bereidheid van teamleden om er op te vertrouwen dat anderen geen misbruik maken van hen.
Purpose
Purpose is een heel krachtig concept, een heel krachtige ‘systeemvariabele’. Het bezit de magische kracht om mensen te federeren, te verbinden, in beweging te brengen. Het verbinden van mensen op het niveau van een gemeenschappelijke Purpose kan dus hele gemeenschappen in beweging brengen. Purpose is een bron van betekenis voor mensen en creëert daardoor actie.
Risicogedrag
Risicogedrag wordt daarbij beschouwd als voor de organisatieopgave onwenselijke gedragingen, zoals sabotage van elkaars werk of het fusieproces an sich, elkaar negeren of juist te veel opzoeken.
Risicomanagement
Risicomanagement is het proces om risico’s zodanig te beheersen dat meer zekerheid bestaat dat de organisatie haar doelstelling(en) zal realiseren.
Scenarioplanning
Scenarioplanning is een instrument waarbij je scenario’s ontwikkelt om de toekomst te verkennen. Dit met als doel in een organisatie strategische beslissingen effectiever en efficiënter te kunnen nemen.
Stakeholder management
Het woord stakeholders betekent belanghebbenden, en wordt gebruikt voor personen of organisaties (of in brede zin ook de omgeving), die invloed kunnen uitoefenen op de organisatie of beïnvloed worden. Stakeholdermanagement wordt gezien als een uitlijning van ondernemingsacties en de missie van de onderneming.
Strategie
De traditionele definitie van strategie is dat het de gecoördineerde inspanningen van een bedrijf behelst om zijn kerncompetenties aan te wenden om een concurrentievoordeel te behalen. Men zegt dat een bedrijf een concurrentievoordeel heeft wanneer het een strategie hanteert die voor concurrenten te duur of te lastig is om te kopiëren. Men verwacht van bedrijven dat ze veel bronnen aanboren om dit concurrentievoordeel te behouden.
In een andere definitie is Strategie de kunst van toekomstgerichte keuzes maken en deze vervolgens met succes uitvoeren. Bij het ontwikkelen van een strategie gaat het per definitie om ‘fit’: hoe past wat een organisatie te bieden heeft in de omgeving. Daarbij kan sprake zijn van ‘push’- en ‘pull’strategieën.
Strategisch innovatiemanagement
De definitie van strategisch innovatiemanagement is de mogelijkheid van een bedrijf om in volwassen markten te concurreren met volwassen technologieën, waarbij operationele efficiency en incrementele verbeteringen vooropstaan.
Supervisie
Supervisie is een aan beroepsmatig functioneren gerelateerde vorm van begeleiding, die gericht is op het leren van werkervaringen — met nadruk op ervaringsleren, waarbij (schriftelijke) reflectie daarbij van groot belang is voor het leerproces. Het wordt gegeven met het oog op professioneel functioneren: de bedoeling is dat uiteindelijk de kwaliteit van de dienstverlening van de supervisant verbetert.
Talentmanagement
Talentmanagement is niets meer of minder dan het identificeren en stimuleren van de talenten van medewerkers en deze verbinden aan de doelen die de organisatie nastreeft. Om talent te managen is het belangrijk om medewerkers inzicht te bieden in mogelijke volgende stappen en functies. Het in kaart brengen van de talenten van medewerkers en weten waar de organisatie naar toe wil, is een eerste stap op weg naar succesvol talentmanagement.
Team
De definitie van een team is een groep personen die door middel van samenwerking een gezamenlijk doel nastreeft, waarbij de teamleden afhankelijk van elkaar zijn om het doel te bereiken.
Risico
De definitie van het begrip risico is een gebeurtenis die een negatief of positief effect heeft op het bereiken van de organisatiedoelstellingen. Gebeurtenissen met een positief effect kunnen negatieve effecten compenseren of vertegenwoordigen kansen. Een kans is de mogelijkheid dat een gebeurtenis zich voordoet die op positieve wijze het behalen van doelen kan beïnvloeden, waarbij de creatie, innovatie, of het behoud van waarde wordt versterkt.
Value-based management
Value-based management is een managementbenadering gericht op het creëren van economische waarde door te investeren in projecten die de vermogenskosten overtreffen en deze te beheersen door middel van het sturen op waardestuwers.
Verandering
Veranderingen zijn in de meeste gevallen een afgeleide van een vernieuwing (bijvoorbeeld een nieuwe visie). Veranderen in organisaties kan nooit zomaar gedaan worden; er is altijd een aanleiding. Daarnaast heeft het begrip verandering in de context van een organisatie altijd betrekking op typen of vormen van verandering, zoals een structuur- of cultuurverandering en radicale en minder ingrijpende veranderingen.
Veranderkunde
Veranderkunde is de semiwetenschap van het veranderen, ook wel verandermanagement genoemd. Maar daarmee ben je er natuurlijk niet. Die kennis over veranderen moet toegepast worden. Veranderkunde is daarom het op een kundige wijze toepassen van (onderbouwde) kennis over veranderen.
Veranderverhaal
Een veranderverhaal is het eindproduct van veel redeneerwerk. De vijf veranderkundige vragen zijn daarin leidend. Het zijn de vragen die iedereen altijd stelt in elke verandering. Waarom veranderen? Waartoe veranderen? Wat veranderen? Hoe veranderen? Wie veranderen? De antwoorden zijn in elke verandering anders. Een goed veranderverhaal geeft precies en samenhangend antwoord op elk van die vragen. Kort gezegd gaat het over de weg naar een nog onbekende toekomst.
Veranderproces
Een veranderproces is een dynamisch verschijnsel: het is een beweging van een oude naar een nieuwe situatie. Om te komen van oud naar nieuw moeten er stappen gezet worden. Dat kan bewust gebeuren, of onbewust.
Verwaarloosde organisatie
Een verwaarloosde organisatie is een organisatie waarin het langdurig ontbreekt aan sturing en begeleiding van de organisatieontwikkeling als gevolg waarvan patronen van schadelijke interactie tussen leiding en medewerkers ontstaan.
VUCA
De huidige wereld wordt vaak VUCA-wereld genoemd, waarbij VUCA staat voor vier woorden: volatiel, uncertain, complex en ambigue. Ofwel, een dynamische wereld die onzeker, deels onbegrijpelijk en meerduidig is.
Waardecreatie
De definitie van waardecreatie: een effect van de wisselwerking tussen menselijk, organisatie- en klantkapitaal. Het genereren van waarde gebeurt via de transformatie of verbeteringen van bedrijfsroutines en handelingen.
Zelfeffectiviteit
Zelfeffectiviteit betreft het vertrouwen van een persoon in de eigen bekwaamheid om met succes invloed uit te oefenen op zijn of haar omgeving door een bepaalde taak te volbrengen of een probleem op te lossen, aldus Albert Bandura, die de Self-Efficacy Theory (zelfeffectiviteit) heeft opgesteld.
Zelforganisatie
Zelforganisatie bestaat in gradaties. Bij een lichte vorm, zoals zelfroosteren, bepalen medewerkers hun werktijden (mede) zelf. Dan is alleen aan de orde wie wanneer iets doet. Bij zwaardere vormen bepalen medewerkers ook hoe ze hun werk verrichten en wat ze doen. Bij zelfondernemen, de zwaarste vorm, bepaalt de medewerker ook het doel van het werk. De rol van het management als zelfstandige functie is dan (nagenoeg) nihil: het management is geïntegreerd in het werk.
Door: redactie Boom Management