Het was bijna weer zover. Tijd voor de beoordelingsgesprekken. We hadden het allemaal goed geregeld. Goede formulieren, een strakke methodiek en een eerlijke koppeling aan beloning. Over iedereen hadden we een mening. Met andere managers spraken we de uitschieters door tijdens de ‘vlootschouw’. Het moest allemaal wel eerlijk en objectief. Gelijke monniken, gelijke kappen, zeiden we tegen elkaar en dan knikten we instemmend. We waren er maar druk mee.
Met oprechte bedoelingen. En altijd weer met lichte buikpijn die gesprekken in. Vreemd genoeg lukte het elk gesprek weer opnieuw om 80% van de tijd stil te staan bij die paar kleine dingen die niet zo goed gingen. Open, reflecterende gesprekken was de bedoeling, ook de functioneringsgesprekken. Maar met de onzichtbare ‘dreiging’ van de beoordeling en bijbehorende salarisstap in de lucht werd dat lastig. Een terugkerend ritueel waar ik bijna twintig jaar aan meedeed, in verschillende organisaties, groot en klein. Tot ik tot een onthutsende conclusie kwam …