Duurzaamheid verankeren in de organisatiecultuur? Harder praten helpt niet. De goeie taal spreken vaak wel. En check de grappen die (niet) gemaakt worden.
Vakantie is het perfecte moment om je wereld te vergroten, en om je taalvaardigheden bij te schaven. Als je de taal niet spreekt op je vakantiebestemming en je kunt geen gemeenschappelijke taal vinden, dan is het lastig communiceren. Zo heb ik in Groenland wel eens interviews gedaan met een informant en twee tolken. Van Groenlands (informant) naar Deens (tolk 1) naar Engels (tolk 2). En dan was de informatie nog steeds niet in mijn moedertaal. Dan gaat een deel van de informatie (intonatie, woordgebruik, regionale kennis) verloren. Vervelend, maar niet altijd te voorkomen.
Vele woorden voor sneeuw, of voor regen
Ander voorbeeld; als je op een Parijs terras in het Nederlands koffie bestelt gebeurt er waarschijnlijk helemaal niks. Ja, je krijgt te maken met een boze ober, maar geen koffie. Op Groenland bestaan veel meer woorden om de sneeuw te beschrijven dan in Nederland. En hier hebben we echt veel woorden voor regen. Motregen, stortregen, miezer, slagregen.
Als je een taal goed genoeg spreekt om er grappen in te maken, begin je ‘m onder de knie te krijgen.
Als je een taal goed genoeg spreekt om er grappen in te maken, begin je ‘m onder de knie te krijgen. En de beste plek voor het leren van een nieuwe taal is het hoofdkussen.
Welke grappen worden (niet) gemaakt?
Als je met duurzaamheid in je organisatie aan de slag bent, is het handig om taal in te zetten en te luisteren naar de grappen die (niet) worden gemaakt.
Bedrijven waarin een taal wordt gesproken die op duurzaamheid en de toekomst gericht is – intern en extern – zijn geloofwaardiger in hun streven naar een duurzame bedrijfsvoering. Voorwaarde hiervoor is wel dat het niet alleen mooie woorden zijn, maar dat deze woorden ondersteund worden door acties en resultaten. De resultaten van een onderzoek door de Harvard Business School en Tilburg University tonen aan dat het taalgebruik door bedrijven een belangrijke voorspeller van MVO en duurzaamheid in die bedrijven is.
Welke taal is gericht op duurzaamheid?
Concreet: hoe is de taal van duurzaamheid in een organisatie verweven?
Gaat het over financiële targets, omzetgroei en ‘klanten een poot uitdraaien’? Of gaat het over een betere wereld, over sociale impact, over verbinding en over ecologische footprints of CO2-beperkende maatregelen?
Spreken de mensen van de afdeling MVO dezelfde taal als de rest van de organisatie of zit daar een flinke kloof tussen en begrijpen afdelingen elkaar niet?
‘The limits of my language, means the limits of my world’, Ludwig Wittgenstein, philosopher
Spreekt het bedrijf de taal van de klanten, voor wie duurzaamheid wel of juist geen issue is? En legt het aan leveranciers of financiers uit hoe belangrijk duurzaamheid voor het bedrijf en zijn toekomst is? Sluiten de verschillende werelden in de organisatie op elkaar aan?
Strategische beslissingen
Zijn de mensen van Duurzaamheid in staat om hun activiteiten en scenario’s in de financiële taal van de CFO en de CEO te vertalen? Dat is wel handig als ze invloed willen hebben op strategische besluiten. Dan is het ook handig als je snapt welke factoren van invloed zijn op het maken van strategische keuzes van het management. Alleen zo kun je zorgen dat de sociale en ecologische belangen goed gehoord worden en laten meewegen in strategische beslissingen.
Worden er grappen gemaakt over onverbeterlijke wereldverbeteraars?
En worden er grappen gemaakt over die onverbeterlijke idealisten van de MVO-afdeling, met hun geitenwollensokken? ‘Die gasten die altijd met hun vingertje wijzen als ik mijn koffie uit een plastic automatenbekertje drink in plaats van zelf mijn eigen mok meeneem? Die niet snappen dat de afdeling inkoop gedreven wordt door lage marges, waar geen ruimte is om óók nog op duurzaamheidscriteria te letten? En dat ik het háát om in de spits in een veel te volle trein te staan en dat ik dus liever de auto pak en de file trotseer?’
Worden er geen grappen gemaakt? Ook geen goed teken
Worden er geen grappen gemaakt over de MVO-afdeling? Dat is dan ook geen goed teken. Dan bestaan ze mogelijk niet eens voor de rest van het bedrijf. Je hoort er niet bij als er geen grappen over je worden gemaakt.
Je hoort er niet bij als er geen grappen over je worden gemaakt.
Worden er in de organisatie harde grappen gemaakt over de doelen die voor de zoveelste keer niet gehaald zijn? Krijgen de jongens en meisje van de CSR-afdeling vooral ironische en sarcastische grappen over zich heen? ‘Verbeter de wereld, verkoop nog een vliegticket?’
Tekenen van een volwassen positie in een bedrijf
Of worden mensen van de MVO-afdeling serieus genomen? Wordt hun boodschap gehoord in de hogere managementkringen, hebben ze toegang tot de CEO? Kunnen ze doorgroeien naar het senior management en uiteindelijk de C-suite? Wordt hen om input gevraagd als er een belangrijke beslissing genomen moet worden? En is er enige zelfspot en relativering bij de afdeling MVO? Tekenen van een volwassen positie binnen een bedrijf.
 ‘If you talk to a man in a language he understands, that goes to his head. If you talk to him in his own language, that goes to his heart’, Nelson Mandela
Bij de verankering van duurzaamheid in een bedrijf is het belangrijk ook na te denken over communicatie. En niet alleen op strategisch niveau over kanalen en doelgroepen, maar ook over de woordkeuze en het vocabulaire die bij duurzaamheid horen. Grappen kun je natuurlijk moeilijk sturen, maar ze zijn wel een goede thermometer voor de stand van duurzaamheid in een organisatie.
Duurzaamheid verankeren in de organisatiecultuur? Harder praten helpt niet. De goeie taal spreken vaak wel. En check de grappen die (niet) gemaakt worden.
Walter Faaij is Corporate antropoloog en Sustainable Consultant. Hij is tevens redactielid van Sigma.Â