Er verdwenen vreemde dingen uit huis, die dan een dag later weer op een andere plek opdoken. Zaag, open haard blokken, oud blikje verf, touw. Mijn zoon van negen had al een paar dagen geen interesse voor zijn heilige Xbox en speelde veel buiten. Toen ik langs mijn neus vroeg wat hij aan het doen was, antwoordde hij: ‘we hebben een hut’. Het was een prachthut. Samen met de buurjongen gebouwd. In de bosjes van een braakliggend veldje achter ons huis. De hut die je in ieder jongensboek leest, zo weggerukt uit een Pipi Langkous film. Pre-game dorpjes-van-vroeger romantiek, uit de tijd dat voetbalschoenen nog voetbalschoenen heetten en geen ballie pattas en dat hutten nog gewoon oermenshutten waren en geen MDMA-dealplekken.
Op die ene dag had ik een oud traphekje over. En een stukje gordijn. Ik gaf het aan mijn zoon met de woorden ‘hier, voor in je hut’. Hij keek me aan. Lang, intens, zonder het gordijn aan te raken. Zijn ogen werden rood, zijn kaken ook. Met ingehouden tranen, maar vooral met een heel duidelijke, harde stem zei hij ‘JE VERMOEDERT HET’. En beende boosaardig weg, naar zijn Xbox.
Shit. Vermoederd. Ik wist direct wat hij bedoelde. Elk initiatief en elk ‘invented here’ project met zogenaamd liefdevolle leiderschapshand overnemen. Een spontane verbeterbeweging door medewerkers te vroeg in een structuurtje proppen. Je briljante naar jointjes ruikende ICT-trainee, in je mantelpakje en je grijze haren, meewarig glimlachend vertellen dat hij ‘nog wat politiek sensitiever moet worden om het hier te redden’. Als iemand terugkomt van een congres en daar waanzinnig van onder de indruk is, vragen naar de goede code op het reiskostendeclaratieformulier. Een startup project dood KPI-en.
Vermoederen = door te stevige moederlijke omarming elk initiatief en intrinsieke motivatie vermoorden.*
*genderequalitytriggerwarning: ja, ook mannen en gender undefined people kunnen vermoederen.
Gelukkig bleek de hut sterker dan mijn moederlijke kill. Mijn zoon verdween weer. Af en toe slingerde er eens een oud plankje in de tuin. Lagen er opeens zomaar wel wat spijkers op het gangkastje. Die dan geruisloos verdwenen. Neergelegd door kabouters. Niet door moeders.
Door: Danielle Braun
Dr. Danielle Braun is corporate antropoloog. Reist de wereld rond op zoek naar wat we van tribes overal op de wereld kunnen leren over onze eigen samenleving. Schrijver van de boeken ‘de Corporate Tribe’ ‘Building Tribes’ en Da’s Gek’. Ze spreekt en schrijft over organisatiecultuur. Begeleidt leiders bij conflict en verandering. Ze is Directeur van de Academie voor Organisatiecultuur. Onder de titel #antropoloogdesvaderlands geeft ze duiding aan de dingen die om ons heen gebeuren.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in De Telegraaf