Neem een term, plak het woord leiderschap erachter en je hebt weer een nieuwe leiderschapsstijl. Er zijn inmiddels zoveel leiderschapsstijlen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom zetten wij de zeven belangrijkste stijlen voor leidinggeven hier op een rij.
Inhoudsopgave leiderschapsstijlen
Destructief leiderschap
‘Destructief’ slaat op de negatieve gevolgen van leiderschapsgedrag. Die gevolgen zijn door de manager in de meeste gevallen niet zo bedoeld. Het ontbreken van een actieve leiderschapsstijl, zoals in het geval van management by exception of laissez-faire leiderschap, heeft schadelijke gevolgen die vergelijkbaar zijn met verwaarlozend ouderschap. Autoritair of intimiderend leiderschap met de bedoeling om de prestaties en productiviteit te verhogen hoeft niet de intentie te hebben om een persoon te kleineren, maar roept wel een negatieve reactie op. In alle vormen van de destructieve leiderschapsstijlen gaat het om aanhoudend gedrag van managers.
Dienend leiderschap
Bij dienend leiderschap staat dienstbaarheid aan medewerkers, klanten en de gemeenschap centraal. De dienende leiderschapsstijl is niet gebaseerd op macht, hiërarchie en status. Hij is wel gebaseerd op bewustwording, zingeving, ontwikkeling en groei van medewerkers.
De Lean leiderschapsstijlen
Een goede Lean-leider weet in welke richting de organisatie groeit, wat voor bijdrage Lean hieraan levert en legt dit duidelijk en pakkend uit. De Lean-leider is echt een voorbeeld, bijna een held, is concreet en open in zijn eigen rol en de uitkomsten, ook al vallen deze soms tegen. Door zijn aandacht voor de medewerkers op de werkvloer en zijn coachende rol zorgt hij voor de ontwikkeling van zijn medewerkers. Door de juiste interventies rondom proactieve inzet en het streven naar verbeteringen van medewerkers ontwikkelt en bevestigt hij het gewenste gedrag. Hij staat open voor suggesties, neemt deze in overweging en geeft feedback over de keuze om de suggestie wel of niet te implementeren.
Operationele leiderschapsstijlen
Een operationeel manager heeft oog voor de korte termijn, uitvoer van taken, planning en organisatie. De operationeel manager is vaak praktisch ingesteld en heeft een groot probleemoplossend vermogen in praktische zin. Met deze leiderschapsstijl worden vaak direct uitvoerende taken aangestuurd.
Persoonlijk leiderschap
De definitie van persoonlijk leiderschap is: ‘100 procent verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gevoelens, gedachten en gedrag’. Je stopt dan bijvoorbeeld met klagen, anderen de schuld geven, roddelen, kleineren, anderen in de rede vallen, de verantwoordelijkheid afschuiven, je beroepen op smoezen, in plaats van zaken in orde brengen, aardig gevonden willen worden en verantwoordelijkheid nemen voor wat van de ander is.
Transactionele leiderschapsstijlen
De transactionele leiderschapsstijl richt zich op het ruilprincipe. In ruil voor het afleveren van goed en bevredigend werk binnen de afgesproken tijdslimiet, biedt de leidinggevende de medewerker een beloning voor zijn bijdrage. Deze beloning kan vertaald worden in extra loon, bonussen of de mogelijkheid tot extra inzetbaarheid. Transactioneel leiderschap is verwant aan de opvatting vanuit het Taylorisme dat ervan uitgaat dat medewerkers alleen gemotiveerd kunnen worden door belonen en straffen. Het eigenbelang van de leidinggevende en dat van de organisatie staat voorop.
Transformationeel leiderschap
Leiderschapsstijlen die onder het kopje transformationeel vallen gaan ervan uit dat medewerkers hun motivatie niet alleen ontlenen aan extrinsieke factoren, maar ook aan intrinsieke factoren. Gedrag wordt niet alleen gemotiveerd door de beloningen, maar ook door het proces dat naar die beloningen leidt. Een leider moet daarom in staat zijn om ook zaken als normen, waarden, behoeften en capaciteiten te beïnvloeden.
Naast deze leiderschapsstijlen zijn er nog veel meer te benoemen, maar dit zijn de meest gebruikte vormen van leiderschap.
Door: Eduard van Brakel