De kwaliteit van de bedrijfsvoering zou verbeteren als er meer aandacht is voor het gedrag van bestuurders en commissarissen. Een gedragscode heeft meer effect, dan (nog) meer formele regels.
De gedragskenmerken van de top van een organisatie, zijn belangrijker dan formele en abstracte regels over besluitvorming. Een goede bestuurder of commissaris heeft de moed zich uit te spreken als hij of zij zich niet in een voorstel kan vinden. Het onaangename vooruitzicht van een conflict of marginalisering mag hem of haar daar niet van weerhouden.
Dat zegt Frans Cremers, oud-bestuurder van een beursgenoteerde onderneming en momenteel commissaris bij een aantal beursgenoteerde ondernemingen. Hij baseert zich onder meer op relevante oraties, zoals van de hoogleraren prof. dr. Kees Cools RA, prof. dr. Erik van de Loo en prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers aan TIAS School for Business and Society.
Narcisme is de kern van negatief gedrag, zo blijkt uit onderzoek van Coole, en kan zich op verschillende manieren uiten. Zoals een grote foto in het jaarverslag, een overmatige beloning ten opzichte van andere bestuurders, de neiging om regelmatig persoonlijk in de publiciteit te treden, of de behoefte aan een hoge variabele beloning.
Uit een ander onderzoek blijkt dat er een significant statistisch verband bestaat tussen groot narcisme van de ceo en fraude binnen de onderneming.
Zelfoverschatting
Verwant met narcisme is zelfoverschatting. Dat kan leiden tot minachting voor feedback: een ceo die zich omringt met jaknikkers en die de raad van commissarissen als hinderlijke dwarsliggers beschouwt. Dit soort gedrag komt vaker voor bij bestuurders die lang op hun post zitten. De Nederlandse Corporate Governance Code beveelt daarom voor commissarissen een maximumtermijn van drie maal vier jaar aan.
Het is voor een raad van commissarissen niet altijd gemakkelijk om signalen van narcisme en zelfoverschatting te zien. Ook een raad van commissarissen kan vatbaar zijn voor ‘groupthink’.
Wat helpt is een divers samengestelde raad van commissarissen. Het risico van zelfoverschatting moet bovendien al bij de benoeming van bestuursleden worden besproken, zowel met de bestuurder als binnen de raad van commissarissen.
Het zou de kwaliteit van de bedrijfsvoering in grote ondernemingen bevorderen als de aandacht zich meer op het gedrag van bestuurders en commissarissen. Het ontwikkelen van een gedragscode zal deze problematiek in het centrum van de belangstelling plaatsen.
Bron: FD.nl, Frans Cremers, 13 januari 2016