Hoe zit het met organiseren 3.0? Kan de hiërarchisch ingerichte organisatie al bij het grofvuil worden gezet? Voorlopig nog niet, schrijft éminence grise Rudy Kor. Er is geen beste manier van organiseren: laten we liever vanuit én-én denken.
Al sinds de 19 eeuw komen er om de zoveel jaar weer nieuwe opvattingen over organiseren naar voren. Er is altijd al sprake geweest van nieuwe inzichten – die soms van voorbijgaande aard blijken te zijn en die soms ook beklijven. Bepaalde ontwikkelingen gaan nu sneller dan een paar decennia geleden, minstens voor het gevoel, door de mogelijkheden van internet en sociale media. Door deze ontwikkelingen komt de vraag naar voren of ‘old school’ organisatiekundig denken bij het oud vuil gezet kan worden. Ook al wordt dat met grote stelligheid verwoord door de ‘zendelingen’ die verkondigen dat morgen alles anders wordt, valt hier nog wel wat op af te dingen.Het einde van de organisatie is nog lang niet in zicht
De moderne ICT-technologie maakt verschillende manieren van samenwerking en communicatie mogelijk waar we tien jaar geleden nog niet eens van droomden. Verplatting, gedeeld leiderschap en zelfsturing zijn nu de trends in veel organisaties. De toekomst is aan organisaties met zelfsturing en het lijkt erop dat deze coördinatievorm op steeds meer plekken ingang begint te vinden. Daarnaast wordt ook het einde van de organisatie voorspeld en dat de toekomst aan de zzp’er is die in wisselende netwerken functioneert. Dat er iets gaande is in de wereld van leiderschap en organiseren is wel duidelijk. Maar minder duidelijk is of het gaat om een voorhoede die zich ermee bezighoudt en dat de rest van de managers in organisaties het licht nog moet zien. Of is het een ontwikkeling die wel weer overvliegt en hebben we morgen nog wel ‘permanente’ organisaties nodig? Of gaat alles in tijdelijke netwerkorganisaties geregeld worden? De discussie over de spelregels van organiseren komt steeds meer naar voren omdat we nu eenmaal leven in een wereld waarin alles afhankelijk van elkaar is geworden en er steeds meer in tijdelijke verbanden en netwerken wordt gewerkt.Voordelen van 1 organisatie, 1 gebouw
Maar sinds mijn recente niertransplantatie ervaar ik het gemak dat één organisatie en één gebouw mij als ‘klant’ heeft geboden. De functies waar ik gebruik van heb gemaakt, zoals een laboratorium voor bloedonderzoek, de röntgenafdeling, diverse specialismen als urologie, anesthesie, operatiekamers – het is onder één dak te vinden. Daarbij komt dat ik de röntgenoloog nog niet zijn eigen ‘device’ achter in de auto zie zetten om daarmee van patiënt naar patiënt te rijden. En een operatie vraag nog steeds veel coördinatie en vereist een specifieke werkplek. Coördinatie die overgelaten wordt aan mensen met managementtaken. Het werk dat de medewerkers uitvoeren in het ziekenhuis kan nog steeds het beste gedaan worden in een organisatie, waarbij hun werk veelal in één gebouw plaatsvindt. Hetzelfde geldt voor de meerderheid van de medewerkers van Shell, AH, Unilever of ASML. Booking.com heeft niet voor niets in Amsterdam honderden medewerkers die werken in één gebouw. Overheden, zorgfabrieken, vervoer, bouw, maakindustrie enzovoort bieden nog steeds een grote meerwaarde door de efficiëntie van de productiemiddelen. Dat organisaties allemaal zouden verdwijnen, lijkt dan ook een illusie.Organiseren 3.0
In veel organisaties is men nog druk doende met het invoeren van Het Nieuwe Werken. Motto daarbij is, of was, onder meer dat je altijd overal aan het werk kon. Maar in sommige organisaties is men in het kader van de spontane ontmoeting het thuiswerken alweer aan het ontmoedigen. Bij andere organisaties, zoals Yahoo in de USA, is het zelfs verboden. En we lijken al weer op weg te zijn naar de volgende varianten: agile organiseren, holacracy, zelfsturende teams, cyaan organiseren, teams, Squads, chapters. De verschillende verschijningsvormen van het organiseren 3.0 (of hoe het mag heten) hebben de verleidende kracht van het nieuwe. Dat kan niet gezegd worden van de traditionele ontwerpregels met aandacht voor heldere taken en bevoegdheden en met oog voor compensatiemechanismen voor de gekozen structuur.Het is én én
Het lijkt er soms op dat er geen ruimte meer is voor routinematige werkzaamheden en lean six sigma. Ten onrechte: het is niet het een of het ander, het is én-én. Vaak zelfs in één organisatie naast elkaar. Neem het trategieformuleringsproces. In het organiseren 3.0 lijkt de organisatie waar de top in een formeel en rationeel proces de strategie formuleert uit te zijn. En moeten we de theorieën van Porter maar bij het grofvuil zetten. De toekomst is aan de netwerkorganisatie die al crowdsourcend, cocreërend en ondernemend, gebruikmakend van een ‘businesscanvas’ haar strategie opstelt in contact met klanten, toe leveranciers en stakeholders. Maar zou het ook én-én kunnen zijn? In hun boek Your Strategy Needs a Strategy concluderen medewerkers van de Boston Consultancy Group dat de beste manier van strategie formulering afhangt van de voorspelbaarheid en veranderbaarheid van de omgeving. Zij onderkennen dat er vier strategieformuleringaanpakken zijn:- analytic/classical
- adaptive
- visionary
- shaping