De Nederlandse maakindustrie behoort tot de meest innovatieve ter wereld. Waaraan dankt ons land deze toppositie?
1. De Nederlandse maakindustrie maakt composieten
Composieten zijn vezelkunststoffen die sterker, duurzamer en onderhoudsvriendelijker zijn. Van sluisdeuren tot vliegtuigonderdelen.
2. Ze begrijpen smart industry
Ofwel industrie 4.0, ofwel de vierde industriële revolutie: digitalisering van de totale productievloer, waarbij alle onderdelen in het maakproces via algoritmes en sensoren geautomatiseerd en onderling verbonden worden. Met als resultaat: kortere doorlooptijden, meer efficiency, meer flexibiliteit, minder voorraden, productie van enkelstuks tegen de prijs van massaproductie.
3. Ze innoveren ook sociaal
Sociale innovatie wil hier zeggen: een (niet-hiërarchische) cultuur die de ideeënvorming, creativiteit en productiviteit stimuleert. Want mensen innoveren en presteren.
4. Ons techniekonderwijs is goed
En staat dan ook internationaal hoog aangeschreven.
5. Er is overal geld
Zonder financiering geen innovatie. En al houden de banken hun hand nu meer op de knip, de financiering is in Nederland nog steeds goed geregeld. De maakindustrie is aantrekkelijk om in te investeren: misschien geen spectaculaire rendementen, maar meestal wel heel degelijk.
6. De keten is open
Er is samenwerking in de totale keten. Vroeger had bijvoorbeeld Philips het hele productieproces in eigen hand, nu verzamelen ex-dochters als ASML en NXP hele groepen van tientallen tot honderden bedrijven om zich heen, die gespecialiseerd zijn in een deel van het proces en allemaal aan elkaar leveren. Een open mind dus, inclusief relatief open innovatie, vorming van campussen en sterke verwevenheid van bedrijven, overheids- en onderwijsinstellingen.
7. We zijn niet bang voor robots
Qua aantal robots (107) per 10.000 werknemers tellen we wereldwijd nog nauwelijks mee – in Zuid-Korea 437, in Japan 323 en in Duitsland 282. Maar we zijn wel heel sterk in de ontwikkeling van robots – Nederland is bijvoorbeeld leidend in de robotproductie voor de zuivelmarkt, veemarkt en groente- en fruitmarkt.