Reis met ons mee. Het is een lange reis. We gaan naar Nieuw-Zeeland, waar de haka nog steeds gedanst wordt. Door het wereldberoemde rugby team de All Blacks. Bij begrafenissen. En voor toeristen om de oude Maori tijden te doen herleven.
Woest zien ze er uit, de zwaargespierde rugbyspelers tijdens de haka, die ze voorafgaand aan elke wedstrijd dansen. Ze spannen hun spieren, slaan op hun dijen, armen en ellebogen. Ze stoten kreten, klanken uit met woest rollende ogen. Ze steken hun tong ver uit en sperren de ogen zo wijd open dat hun oogwit zichtbaar is. Voor wie de haka de eerste keer ziet, kan het er afschrikwekkend, agressief en “behekst” uit zien. Jonge kinderen van toeristen moeten vaak huilen als ze naar een hakaopvoering gaan; te eng. De haka wordt vaak een oorlogsdans genoemd. Dat is ten dele waar. Er is een oorlogshaka, de Peruperu. Hierbij wordt op de vijand ingerend, hoge sprongen gemaakt en worden aanvallende bewegingen met wapens gebruikt om op te warmen voor het echte gevecht. Maar er zijn ook haka’s die bij begrafenissen worden gebruikt, haka’s om vrienden te verwelkomen of haka’s om feest te vieren. Het rugbyteam de All Blacks danst meestal de Ka Mate, waarover later meer. De haka, in welke vorm dan ook gedanst, is een imponerende dans. Moed, fysieke kracht en dapperheid worden ten toon gespreid. In termen van ranking wordt alles uit de kast gehaald om te laten zien dat de status van de dansers hoger is dan die van de ander (behalve bij de welkomstdans, waarbij ook geknield wordt). Het Maori ideaal van leiderschap en moed is stevig leiderschap. Met veel uiterlijk vertoon van een hoge ranking. In westerse organisaties, en zeker in Nederland, is het voor leiders soms best lastig om zich de juiste rol en bijbehorende statuskenmerken eigen te maken. Wij zijn ambivalent over leiderschap. Aan de ene kant willen we dat leiders het voortouw nemen, daadkracht laten zien en “voor de troepen uitlopen”. We klagen over leiders in politiek en in organisaties met te weinig visie en daadkracht. Tegelijkertijd moeten leiders democratisch zijn, empathie tonen en zichzelf vooral niet té veel op de borst kloppen. Arrogantie, hoge bonussen of “zonnekoninging” gedrag wordt niet getolereerd. Geen wonder dat we zo veel leiderschapstrainingen, coaches en boeken over leiderschap kennen. Over leiderschapsstijl kan je verschillend denken. Is ook een kwestie van smaak en persoonlijke voorkeur. En van cultuur. In Azië bereik je als leider een hoge status juist ook met meer introvert gedrag, zoals zelfbeheersing bij conflicten. En toch… denk ik dat we van de haka kunnen leren dat zichtbaarheid en rolvastheid essentieel zijn voor een goede leider. En dat uiterlijke symbolen, rituelen én overtuigende lichaamstaal essentieel zijn om vertrouwen te krijgen van de mensen aan wie je leiding geeft. In de prachtige film Ape Man (National Geographic), doet Peter Aget interessante experimenten met leiderschap. Zo laat laat hij proefpersonen bungee jumpen. Bij de helft van de groep laat hij de proefpersonen eerst een tijdje “hoge status lichaamstaal” aannemen. Zoals chimpansees dat doen, én zoals dat bij de haka gebeurt. Armen de lucht in, jezelf op de borst trommelen, springen, kreten uitslaan. De andere helft van de groep laat hij “lage status lichaamstaal” aannemen. In elkaar gedoken zitten, het gezicht verstoppen, hakkelen. Vervolgens laat hij de proefpersonen bungee jumpen, waarbij hij de tijd meet die ze nodig hebben om de sprong te wagen én hij interviewt ze na afloop. De groep die tot hoge status was “opgepompt” springt veel sneller naar beneden aan het bungee touw, vindt het veel leuker en wil het graag nog een keer doen Dit in tegenstelling tot de laag gerankte groep, die heel veel tijd nodig heeft voor de sprong en er met angst op terugkijkt. Ook sociaal psycholoog Amy Cuddy vond in haar onderzoek bewijzen dat het helpt dat als je voor een lastige beslissing of leiderschapsprobleem staat, je lichaamskenmerken gebruikt die bij een hoge statuspositie horen. In een volgend experiment volgt Peter Aget een informeel leider en analyseert hij nauwgezet hoe deze “Alpha Man” zijn positie heeft bereikt in een ongeorganiseerde groep. Door van meet af aan “hoge status lichaamstaal” aan te nemen, initiatief te nemen bij kennismaking, taken duidelijk te verdelen en rustig doch beslist te zijn bij conflicten.