De laatste decennia heeft integriteit zich uitgesplitst in twee vormen: rationele en emotionele integriteit. Rationele integriteit speelt voornamelijk in de bovenstroom. Ze komt tot stand door onderhandelingen tussen functionarissen in of namens organisaties. Ze dient primair het organisatiebelang, is nauw verwant aan risicobeheersing, valt onder compliance en is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van het management. Emotionele integriteit speelt voornamelijk in de onderstroom. Zij komt tot stand door een interne dialoog van een individu bij het uitoefenen van het beroep. Ze dient primair het belang van de professional als individu.
Iedere beleidsbepaler en onderzoeker moet dus alert zijn zodra het woord ‘integriteit’ valt: Wie spreekt er? Wat wordt bedoeld? Welke belangen zijn in het spel? Welke agenda zit erachter? Beleidsbepalers zetten met rationele integriteit het belang van de organisatie voorop, en hebben op zijn best een welwillend oor voor emotionele kwesties van medewerkers. Emotionele integriteit gaat primair over de morele emoties van allen die zich professioneel willen opstellen en heeft op zijn best een welwillend oor voor organisatiebelangen. De betrokkenen kunnen elkaar dus gedeeltelijk verstaan, maar hun uitgangspunten, doelen en emoties verschillen sterk.
Emotionele integriteit
Emotionele integriteit is het scheppen van eenheid in de morele emoties die er voor jou het meest toe doen. Welke emoties zijn dat? Hoe weeg je ze af? Waar kies je voor en waarom? Bij dit afwegen en kiezen creëer je een balans van morele emoties, een evenwicht van zakelijk en privé, al is het maar voor een bepaalde tijd. Voor dit proces van afwegen en kiezen is een basis van emotionele intelligentie nodig. Dit is de vaardigheid om je eigen emoties en die van anderen te herkennen, te begrijpen en bespreekbaar te maken.
Het scheppen van eenheid in morele emoties speelt voor het grootste deel in de onderstroom van samenwerken en organiseren. Emotionele integriteit is een onderdeel van professionele zelfkennis. Vrienden en collega’s kunnen aan het ontwikkelen van die zelfkennis een bijdrage leveren. Uiteindelijk bepaal je in een gesprek met jezelf, in een interne dialoog, welke morele emoties er voor jou het meest toe doen en hoe je daar eenheid in kunt scheppen.
Als we morele emoties op persoonlijk gebied achterstellen bij morele emoties op organisationeel gebied, heeft dat een prijs: er ontstaat een gebrek aan balans. Van dat gebrek kun je ziek worden; op den duur leidt het tot fysieke of mentale ongesteldheid.
Tijd en ruimte voor morele emoties
Het is juist professioneel voldoende tijd en ruimte te nemen voor persoonlijke morele emoties. Dat geldt ook voor afdelingshoofden en bestuurders. Als die tijd en ruimte er niet zijn, moeten zij opnieuw keuzes maken. Dat doen ze op basis van verlangens: wie wil ik als morele persoon zijn, voor mezelf en in de ogen van ‘significante anderen’? Goede kans dat het afdelingshoofd afstand begint te nemen van haar baan of van haar collega’s; heel goed mogelijk dat de bestuurder interesse krijgt in een andere organisatie. Een keuze maken uit de ruit van waarden, met daaraan verbonden emoties, kan soms pijnlijk zijn. Zo’n pijnlijke keuze is het hart van een moreel dilemma. Sterker nog: Een keuzevraagstuk is pas een moreel dilemma als je voelt dat je emotionele integriteit in het geding is.
Als je in zo’n keuzevraagstuk een keuze maakt, wil je oprecht en respectabel te zijn.
Helpende vragen
Drie vragen kunnen daarbij helpen:
- Ligt de gemaakte keuze in lijn met jouw morele verlangens?
- Kun je hierover een geloofwaardig verhaal vertellen aan jezelf?
- Kun je hierover een geloofwaardig verhaal vertellen aan je dierbaren?
Als het antwoord op deze drie vragen ja is, kan dat betekenen dat de interne criticus van het beleid, na diverse discussies die niet tot verandering hebben geleid, alsnog besluit als klokkenluider naar buiten te treden. Zij voelt dat haar emotionele integriteit in het geding is, en dit is blijkbaar de enige keuze, hoe pijnlijk de gevolgen ook kunnen zijn.
Het onderscheid tussen rationele en emotionele integriteit maakt het mogelijk scherper te redeneren over de vraag wat de organisatie wil en wat het individu wil. Als daartussen grote verschillen zijn, is het weinig zinvol om die verschillen alleen maar te beschouwen vanuit machtsverhoudingen. Boeiender en leerzamer is het in zo’n geval om de verschillen te zien als bronnen van informatie waarmee we tussen twee extremen in tot het juiste midden kunnen besluiten. Waar ligt het gemeenschappelijk inzicht, en welke verandering is hier ook een verbetering? En vergeet niet: ook beleidsbepalers die voorstander zijn van rationele integriteit kunnen kampen met onvoldoende emotionele integriteit. De Ringen van Integriteit brengen de begrippen nog eens in beeld.
Bron: Ethiek: emoties & argumenten
Door: Rob van Es