In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd in de ‘organisatiekunde’ het begrip cultuur’ geïntroduceerd. Voor die tijd werd gesproken over de ‘zachte kant van organiseren’ waarbij termen werden gehanteerd als sfeer en klimaat. Cultuur werd het nieuwe verzamelbegrip voor ‘zo doen we het hier’.
Cultuur uit zich onder meer in rituelen, symbolen, helden en waarden. Cultuur lijkt wel HET voornaamste onderscheidende kenmerk voor slagen en falen van organisaties te zijn. Zo hoor je vaak dat VDL, een Nederlands bedrijf in de maakindustrie, het volgens veel mensen zo goed doet omdat het een ‘familiecultuur’ heeft. En dat er bij veel banken een ‘commerciële cultuur’ bestaat waardoor er minder controles op witwassen zijn. En de rijksoverheid schijnt een bureaucratische cultuur te hebben die los staat van de lokale overheden. Hiermee krijgt cultuur als alles verklarende factor te veel eer toegewezen. Cultuur doet ertoe, net als bijvoorbeeld systemen, strategie en structuur. Maar deze zijn minder modieus. Congressen over deze onderwerpen trekken dan ook nauwelijks volle zalen. Congressen over cultuur doen dat wel, en veel boeken met ‘cultuur’ in de titel zijn bestsellers! Een originele invalshoek om cultuur handen en voeten te geven is door de antropologen Kramer en Braun gevonden. In 2017 verscheen hun boek ‘De Corporate Tribe – organisatielessen uit de antropologie’, en het werd al snel een bestseller. In het boek wordt een nieuwe taal en manier van kijken geïntroduceerd. Mij intrigeert de populariteit van de antropologische school. Vandaar dat ik vorige week in Burgers Bush aanschoof bij het door Management Impact georganiseerde Event Corporate Culture. Daar werd onder meer de opvolger van het boek De Corporate Tribe gepresenteerd: Building Tribes – reisgids voor organisaties’.