Zelfsturing is ‘hot’ en lijkt hét antwoord op de behoefte aan een bedrijfsvoering die lean & mean is. Leg verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie, is het credo. Dat beantwoordt ook nog eens aan de behoefte aan autonomie van de hedendaagse professional. Toch lijden veel zelfsturingsinitiatieven vroeg of laat schipbreuk. Logisch, oordeelt Rianca Evers-den Ouden in haar boek Samensturing, want het ontbreekt in al die initiatieven aan echte gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid. Het alternatief: Samensturing.
U zet hoog in: een krachtig tegengeluid laten horen tegen onze behoefte aan autonomie en het individualisme dat daarvan een gevolg is. Daarin bent u zeker niet de enige en toch komt daar nog maar zo weinig van terecht. Ja, dat klopt. Ik geloof dat mensen gelukkiger zijn en meer tot hun recht komen als ze zijn verbonden met elkaar en met een collectief doel. Daarom is het principe van wederzijdse afhankelijkheid wat mij betreft een hoger principe dan onafhankelijkheid. Daarin ben ik echter niet de eerste; Stephen Covey zei dat ook al. De reden waarom er op veel plekken niet zoveel van terecht komt, is dat we het onvoorstelbaar moeilijk vinden om afhankelijk te zijn van elkaar. Dus juist de mindset onafhankelijkheid-als-hoogste-ideaal belet ons een organisatie – en samenleving – neer te zetten waarin mensen bevlogen en betrokken zijn bij elkaar en bij gedeelde idealen. Een andere reden is dat er een forse transformatie nodig is van onze hiërarchische systemen en onze kijk op leiderschap.
Ik proef achter het boek veel frustratie over de manier waarop organisaties het werken van zelfsturende teams introduceren. Dat is destijds, in 2015, inderdaad de reden geweest dat ik ‘Samensturing’ heb ontwikkeld. Door de manier waarop veel organisaties zelfsturing introduceerden, is veel schade ontstaan aan mensen en organisaties. Denk aan ziekteverzuim, zingevingsproblematiek, depressie en burn-out, talentvolle mensen die simpelweg worden afgeserveerd omdat het niet meer past in de structuur. En ga zo maar door. De werkelijke transformatie die nodig is om stappen te zetten naar zelforganisatie, begint bij een fundamentele bezinning op het collectieve doel, de waarde die je als organisatie wilt neerzetten, en essentiële gesprekken over hoe elk van de mensen, ongeacht hun positie of functie, vanuit zijn of haar drijfveren en talenten kan bijdragen aan de organisatie. Vanuit dat vertrekpunt kun je veel beter samen beslissingen nemen over structuurveranderingen en bovendien realiseer je een diepgaand eigenaarschap, dat maakt dat mensen zelf intrinsiek verantwoordelijkheid willen gaan nemen voor een stukje van de organisatie of de opdracht waar je voor staat. Dat is ongetwijfeld waar, maar in de praktijk zie ik maar weinig organisaties met een ‘collectief’ of ‘hoger doel’. Dat ‘hogere doel’ bestaat vaak uit weinig meer dan beoogde winstmarges of een paar fraaie zinnen in een brochure. Maar daarnaar leven: ho maar. Veel organisaties zijn hun oorspronkelijk doel kwijtgeraakt toen ze begonnen te groeien. Geld, macht en systemen namen de boel over. Simon Sinek noemt dat ook wel de split: wat er dagelijks in het bedrijf gebeurt, houdt geen enkel verband meer met de reden van oprichting. En zolang de cijfers nog goed zijn, zullen organisaties mogelijk minder snel geneigd zijn weer op zoek te gaan naar hun bestaansrecht. Tegelijk zien we dat alle snelgroeiende nieuwkomers – denk aan partijen als Cool Blue – dat het doel wel centraal hebben en daarmee ongekend goed scoren. Bedrijven die hier niets mee gaan doen, verliezen op den duur hun marktpositie. Een volgende stap is inderdaad om het handelen in de organisatie in overeenstemming te brengen met dit doel, of ‘purpose’ zo je wilt. Daar komt Samensturing om de hoek kijken. Samensturing zorgt dat iedereen vanuit zijn of haar drijfveren en talenten is verbonden met de purpose. En Samensturing faciliteert de transformatie in leiderschap –van hiërarchie naar gelijkwaardigheid en wederkerigheid – die daarvoor nodig is.