Vaak doen we in gesprekken en vergaderingen alsof we volledig rationeel en los van onze eeuwenoude tribale behoeften zouden kunnen handelen. Weloverwogen en verstandig, op basis van heldere argumenten. Verrassend nieuws: zo werkt het niet!
Geschatte leestijd: 10 minuten
Inhoudsopgave
Pas de laatste tweehonderd jaar werken mensen op grote schaal in kantoren en fabrieken. Pas enkele decennia kunnen we op afstand intensief met elkaar communiceren. Dat is een ogenblik in vergelijking met de tijd waarin we alleen contact konden hebben via bloed, zweet en tranen. Hoewel onze hersenen wel zijn meegegroeid in de evolutie, reageren we volgens evolutionair psychologen nog steeds volgens eeuwenoude menselijke patronen en voorkeuren. Onze stelling en ervaring is dat indien we deze tribale behoeften als feit meenemen in ons denken en handelen, we er minder door misleid worden. Dan zijn het geen heimelijke genoegens, guilty pleasures, meer, maar behoeften waarmee we rekening moeten houden om goed te functioneren. Daarom een uitstapje naar de bio-antropologie, zodat we niet alleen weten wat onze tribale guilty pleasures zijn, maar ook waar ze vandaan komen. Voor meer gedetailleerde informatie kunnen we het boek The Tribal Imagination van de antropoloog Robin Fox van harte aanbevelen.
In de loop van de menselijke geschiedenis zijn onze hersenen gelukkig meegegroeid met alle veranderingen. Alleen niet zo snel als we wel zouden willen en bovendien stierven bij de ontwikkeling van nieuwe hersenfuncties de oudere niet af. Zo zijn onze stressreacties en onze behoefte aan calorierijk voedsel geworteld in heel oude delen van ons brein. En ook bij groepsvorming zullen we, hoe hip en modern ons kantoorpand er ook uitziet, voor we het weten denken en handelen vanuit ons jager-verzamelaarsbrein.
Ons brein
Hoe zit dit brein nu globaal in elkaar? Voor de eenvoud delen we het complexe hersenorgaan op in drie breinen. Allereerst het oerbrein. Dit is het oudste brein, dat in je hersenstam zit. Hierin zitten onze intuïtie en drijfveren. Het oerbrein, ook wel reptielenbrein genoemd, stuurt de primaire lichaamsfuncties en ons overlevingsmechanisme aan. Hierin ligt de basis voor onze levenskracht en ons geluksgevoel.
Daaroverheen ligt het limbische systeem, ook wel het zoogdierenbrein of het middenbrein genoemd. Hierin zitten onze emotionele responsen. Het limbische systeem stelt ons in staat om ons emotioneel te verbinden met anderen en met de wereld om ons heen, daarom spreken wij van het tribale brein. Het regelt onze impulsen als het gaat om groepsvorming, leiderschap, erkenning, verlangens en emoties.
En tot slot hebben we de cortex, ook wel het rationele brein genoemd. Hierin worden onze logische denkprocessen georganiseerd, zoals redeneren, analyseren, interpreteren, plannen, spreken en organiseren. Deze cortex onderscheidt ons van andere dieren.
Wanneer het gaat over menselijke impulsen en behoeften, wordt ons tribale brein eerder geactiveerd dan ons rationele brein. Dus wanneer het spannend wordt in een relatie, wanneer we ons wel of niet gaan verbinden met een groep, dan worden we meer geleid door onze tribale behoeften dan door weloverwogen rationele denkprocessen. Dat is een van de redenen waarom open systemen, moderne tribes, zo waarachtig lastig zijn om consistent en groots te organiseren.
Zodra emoties de kop opsteken, weten we dat we gestuurd worden door onze tribale hersenen. Maar wanneer we dat ouderwets, kinderachtig of onprofessioneel vinden, worden deze basale tribale behoeften guilty pleasures. Als we onze tribale behoeften ontkennen, krijgen we enkel nog meer stress en angst. Dan komt ook ons oerbrein in beroering omdat we ons niet veilig meer voelen in onszelf en de groep. Of je het nu leuk vindt of niet, we zijn gewoon een groep heel mooi aangeklede aapjes die er samen het beste van moeten zien te maken.
Power en love in tribes
Naast de heimelijke genoegens zijn in een tribe voortdurend en gelijktijdig verschillende diepmenselijke krachten werkzaam. Elke tribe, elke organisatie, elk team, vindt zijn eigen unieke manier om met deze universele krachten om te gaan. Deze reacties maken een tribe uniek en geven de groep een eigen taal en cultuur. Deze antropologische krachten kun je niet opheffen, maar je kunt er wel mee leren spelen. In dit spel vorm, verander en bestendig je cultuur. Wij vatten deze menselijke krachten samen met de termen power en love.
- Power. Aan de ene kant speelt de kracht van power, met de behoefte aan differentiatie, diversiteit, grenzen stellen, doelgerichtheid, tegenstellingen, concurrentie, de beste willen zijn, conflict opzoeken, debat aangaan, excelleren als individu en jezelf zijn. Het gaat over de krijger in ons, de animus, de jager.
- Love. Aan de ander andere kant staat de kracht van love, met de behoefte aan integratie, collectief excelleren, relatiegerichtheid, harmonie, eenheid, samenhang, overeenkomst, dialoog, versmelten, samenwerken, fuseren en aanpassen. Het gaat over de moeder in ons, de anima, de verzorger.
Chimpansees en bonobo’s
Primatoloog Frans de Waal wijst ons erop dat in onszelf zowel de chimpansee als de bonobo te vinden is. Hij verwerpt het idee dat de mens alleen maar tot macht en agressie gedoemd is ‘omdat we apen zijn’. De Waal nodigt ons uit om vooral niet te vergeten dat chimpansees agressieve, dominante apen zijn, die vechten met andere tribes, maar dat we ook nauw verwant zijn aan de bonobo’s, die als ze een andere tribe tegenkomen vooral denken aan seks en samen picknicken. Power en love … het zit allebei in ons.
Chemie benutten
In sterke tribes wordt de chemie van beide krachten optimaal benut. Mensen willen en moeten samenwerken. Vanuit de verbindende, verzorgende kracht van love ontstaat een duidelijk gezamenlijk verhaal: een doel, een voorouder, een geloof, een missie, een bedoeling. En op basis van deze gemeenschappelijkheid vormen mensen zich tot een groep, ontstaat er een gezamenlijke taal en ontwikkelen ze gewoonten. Vanuit de meedogenloze en dominerende kracht van power ontstaan groepsgrenzen, keuzes, nieuwe inzichten en uiteindelijk nieuwe verbindingen.
Onderlinge relaties zijn de bindende factor van tribes. Sterke tribes verbinden waar het kan, vechten waar het moet, herstellen waar mogelijk en gaan uit elkaar als het niet anders kan, zoals prof. dr. André Wierdsma tijdens zijn colleges zo mooi weet te zeggen: “Vechten waarbij herstel niet meer mogelijk is, is een slecht idee, dan is het tijd om uit elkaar te gaan.”
Tribes en hormonen: bio-antropologie
De meeste mensen die werken in het vakgebied van vormen en veranderen van tribes en organisaties, zijn zich wel bewust van de gedragsaspecten en de impact van overtuigingen die leven in menselijke groepen. De bio-antropologie, een discipline die zich bezighoudt met de biologische aspecten van menselijke groepsvorming, gaat nog een stap verder. In het werken en leven in groepen blijkt ook onze hormonale huishouding een erg belangrijke rol te spelen. Simon Sinek laat in zijn boek Leaders eat last prachtig zien hoe leiders hierop zouden moeten inspelen. Geïnspireerd door zijn uiteenzetting zijn wij tot de volgende inzichten gekomen in ons werk met tribes.
De twee krachten power en love zien we niet alleen terug in gedrag en gedachten van mensen, maar ook in de hormoonhuishouding van mensen als individu en als groep. In mensen bepalen vier wezenlijke hormonen in belangrijke mate de balans in ons doen en laten.
Prestatiegerichte hormonen
Aan de ene kant staan de prestatiegerichte hormonen. Die zorgen dat het systeem ‘aan’ gaat: endorfine en dopamine. Endorfine wordt aangemaakt als we langdurige prestaties leveren en wordt ook wel het hardloophormoon genoemd. Belangrijk voor tribes, want het zorgt ervoor dat we werk lang kunnen volhouden. Dat je acht uur lang aan beleidsplannen kunt werken, terwijl je lichaam eigenlijk na drie uur aangeeft dat het wel genoeg is. Dopamine is het hormoon dat zorgt voor de snelle kick, intens maar kort werkzaam. Het zorgt voor een instant lekker gevoel en piekprestatie en is zeer verslavend. Dopamine kan vrijkomen door drugs, alcohol, de drie dolle dwaze dagen van de Bijenkorf, whatsapppiepjes, social media-likes, scoringsborden op de salesafdeling, heftige seks, sport. In organisaties zien we het door een salarisverhoging – met meestal maar een kort tevreden gevoel – of een schouderklopje van de baas.
In organisatietribes worden deze prestatiegerichte hormonen maar wat graag en veel gestimuleerd door allerlei acties in de trant van hogere taakeisen, todolijstjes en beloning op resultaat. Tribes die alleen deze powerkant stimuleren, hebben een grote kans dat ze hun mensen opbranden. De powerhormonen endorfine en dopamine zijn echte ‘burners’. Gelukkig is er tegenwicht.
Hormonen voor rust en stabiliteit
Aan de andere kant vinden we de hormonen die zorgen voor rust en stabiliteit. Wij noemen ze de lovehormonen: serotonine en oxytocine. Serotonine is het gelukshormoon. Het maakt dat we ons op een opgewekte manier blij voelen. Dat we trots op elkaar zijn. En die trots op het werk en de prestaties van een ander geven een goed gevoel: ‘Onze jongens zijn wereldkampioen’. Als de organisatie of haar leider positief in de krant staat, voelt iedereen dat. Het gaat over samen vieren. Over geloofsbijeenkomsten.
Oxytocine wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd. Het is het hormoon dat hoort bij liefde, aandacht, iets voor de ander over hebben, borstvoeding geven, zorgen voor elkaar. Het gaat stromen als we aandacht voelen, elkaar aanraken, samen zingen en samenzijn. Het maakt dat we ons verbonden voelen en willen samensmelten. Dat we iets voor de ander willen doen uit betrokkenheid.
Stevige tribes zorgen ervoor dat zowel de kracht van power als die van love een plek heeft in denken, doen en handelen. Power zorgt vaak voor veel piekbeloning, waardoor de andere kracht nogal eens ondergesneeuwd
raakt. De lovehormonen werken doorgaans wat trager en stromen minder snel in grote hoeveelheden door de tribe, waarbij de effecten door een hoeveelheid dopamine nogal eens over het hoofd worden gezien of als minder belangrijk en sexy ervaren worden. Overigens kunnen organisaties en teams ook volledig wegzakken in de lovekrachten en het heel gezellig hebben met elkaar, maar weinig doen aan resultaatverbetering en concrete actieplannen en onderlinge feedback. In dat geval zijn mensen elkaar professioneel aan het doodknuffelen en komt de productiecapaciteit in gevaar.
Bron: Building Tribes
Door: Jitske Kramer, Danielle Braun