De commotie over de uitspraken van minister Blok vielen zo ongeveer samen met een geweldige tocht van vijf uur in de bloedhitte over de Chinese muur in China. Met elke stap, stijgen, dalen, stijgen, dalen groeide mijn fascinatie voor het feit dat mensen muren bouwen. Berlijnse muren, muren tussen de VS en Mexico, Chinese muren, Nederlandse stadsmuren. Maar ook muren tussen afdelingen in organisaties. Muren met je ex. Muren in mijzelf.
We weten uit de antropologie – en uit de sociale psychologie, mooi verwoord in een blog van Roos Vonk – dat het een menselijke, tribale behoefte is om in mum van tijd wij-zij groepen te creëeren. Onze menselijke, tribale oerbehoefte is om een sterke tribe te bouwen. Met normen en waarden. Met een muur eromheen. Een symbolische muur van normen of een concrete muur in de vorm van stenen. In de hitte van China voelde ik de veiligheid van zo’n muur. Ten diepste herken ik verlangen naar separatisme in mezelf: ik houd van volken met een sterke culturele trots, ik ben dol op organisaties met een sterke beroepscultuur zoals in zorg, brandweer en politie en ik wentel mij met liefde in de besloten bubble van mijn eigen gezin op onze verre reizen. Stiekem… verlang ik dikwijls naar meer begrenzing en meer radicaliteit in mijzelf in plaats van de goed gecultiveerde antropologische nuance. In de woorden van minister Blok herkende ik alle lessen uit mijn studie antropologie; mensen gaan het liefst om met mensen die in culturele zin op hen lijken. Ik ook. Insluiting. Muren sluiten in. Maken sterk. Veilig. Strong Tribes. Maar met de insluiting is er automatisch ook altijd de uitsluiting. Zijn er ‘de anderen’ aan de andere kant van de muur. Bedreigend. Maar ook kansrijk. Want achter de muur… begint de innovatie. Tribes die alleen maar aan hun eigen kant van de muur blijven zitten zijn uiteindelijk ten dode opgeschreven. Achter de muur zijn ‘de anderen’ met nieuwe ideëen, omgangsvormen, handelswaar, oplossingen voor problemen die jij zelf nog niet had bedacht. En dus loont het in tribale zin ook om over de muur heen te kijken. Om samen te werken. Om te zorgen dat er een poort in je muur zit, waar vreemdelingen door naar binnen kunnen komen en jij naar buiten kunt. Nieuwsgierigheid naar ‘het andere’ is net zo’n menselijk gegeven als separatisme of culturele afscheiding. Daarom migreren volken, fuseren organisaties, worden we toch weer verliefd na een mislukt huwelijk. En stort ik mij weer met genoegen in totale culture shock op mijn reis door China. Achter de muur is het opwindend, spannend en nieuw. In het pleidooi van minister Blok miste ik de vonk van nieuwsgierigheid en innovatie die ook in ons mensen zit. Wat ik persoonlijk nodig heb om een beetje lekker te leven en te werken zijn muren met een poort er in. Een stevige set van eigen normen en waarden én de continue uitdaging die ik aan mijzelf stel om die up to date te houden en bij te stellen. Die uitdaging zoek ik op door te reizen. Door mee te lopen in organisaties. Door gesprekken met mensen buiten mijn eigen culturele bubbel te voeren. Maar dat kan ik niet zonder een stevige muur. Een aantal onvermurwbare waarden en normen waar ik in geloof en die ik niet zomaar opgeef. Die ik desnoods bevecht als het moet. Tribes bouwen muren. En mensen kijken er overheen. In muren zitten poorten. We kunnen kiezen welke mensen, ideëen en innovaties we wel- en niet willen binnen halen. Want niet al het andere wil je omarmen. Dan raak je immers jezelf kwijt. Diversiteit is geen heilige graal, geen doel op zich. We kunnen besluiten om een muur neer te halen, maar dat hoeft niet per definitie. Leiders in organisaties en leiders in de politiek hebben de zware opgave om te bepalen wanneer de poorten van de muren open- en dicht gaan. A hell of a job. Daar mag je en moet je met elkaar flinke dialogen over voeren. Maar dat we als tribale wezens beide kunnen: muren bouwen én erover heen kijken… Dat is wat ons mensen mensen maakt. Door: Danielle Braun