Meer dan helft zou voor bedrijfswoning van baan wisselen
Maar liefst 25 procent van alle Nederlandse starters heeft door de krappe woningmarkt wel eens niet gesolliciteerd op een openstaande vacature of leuke functie. Dit terwijl 57 procent van hen wél bereid is te verhuizen voor een nieuwe baan. Dit blijkt uit de Startersbarometer Q1 2024 van Viisi Hypotheken, een periodiek onderzoek onder 1.042 Nederlanders tussen de 22 en 35 jaar oud zonder koopwoning, uitgevoerd door Panelwizard. De woningnood onder starters is inmiddels zo hoog, dat 51 procent van de ondervraagden aangeeft dat een bedrijfswoning voor hen een reden zou zijn om van baan te veranderen.
Vooral twintigers zijn een voorstander van een zogenoemde woning van de zaak. Voor maar liefst 54 procent van hen zou dit een reden zijn om van werkgever te wisselen, 62 procent is zelfs bereid hiervoor te verhuizen. “Torenhoge huizenprijzen en een steeds kleiner aanbod koopwoningen, voor veel starters raakt de droom van een eigen koopwoning steeds verder uit het zicht”, zegt Hergen Dutrieux, medeoprichter van Viisi Hypotheken. “Ondanks grote plannen lukt het vooralsnog niet om de woningmarkt vlot te trekken. Deze resultaten laten zien dat er onder Nederlandse starters voldoende draagvlak bestaat voor creatieve oplossingen vanuit bijvoorbeeld werkgevers én dat een groot gedeelte van hen zelfs bereid is hiervoor te verhuizen.”
Rol werkgever
Een meerderheid van alle Nederlandse starters zou graag willen dat werkgevers een actieve(re) rol innemen bij de huisvesting van hun medewerkers. Zo vindt 55 procent van de respondenten dat werkgevers meer ondersteuning moeten bieden bij de zoektocht naar een geschikte woonruimte, door bijvoorbeeld de kosten van een aankoopmakelaar te vergoeden of potentiële huurwoningen te identificeren. Maar liefst 36 procent van alle Nederlandse starters pleit zelfs voor de bouw van bedrijfswoningen, zoals in het verleden is gedaan door Philips, Bata en Hevea en recent werd aangekondigd door ASML. Opvallend genoeg zijn vooral dertigers (veertig procent) enthousiast over een eventuele terugkeer van de fabrieksdorpen. Dutrieux: “De fabrieksdorpen zoals Philipsdorp in Eindhoven of Batadorp in Best zijn ontstaan vanuit de gedachte dat iedereen recht heeft op een gezonde woning, met tuin én op korte afstand van werk. Die gedachte is een eeuw na oplevering van de eerste fabrieksdorpen nog steeds relevant en laat zien dat veel starters naast een aantrekkelijke woning, vooral op zoek zijn naar een fijne plek om te wonen.”
Weinig optimisme
Uit het onderzoek blijkt verder dat het sentiment onder starters ten opzichte van het voorgaande kwartaal vrijwel onveranderd is gebleven. Het aantal respondenten dat in de komende twaalf maanden hun eerste woning verwacht te (kunnen) kopen, komt dit kwartaal uit op twintig procent. Drie maanden geleden bedroeg dit negentien procent van alle Nederlandse starters. Ook het aantal respondenten dat verwacht dat de situatie van starters op de korte termijn niet zal verbeteren, steeg licht: van 86 procent in Q4 2023 naar 88 procent nu. Dutrieux: “Uit cijfers van het Kadaster blijkt dat starters in het afgelopen jaar bijna vijf procent meer bestaande woningen hebben gekocht dan in 2022. Daarnaast ligt hun aandeel in het totale aantal verkopen ruim tien procent hoger dan vijf jaar geleden. Ondanks alle misère, zijn er nog altijd kansen voor starters.”
Bron: Viisi
