De zorg zal er in de toekomst geheel anders uit gaan zien, we moeten van andere concepten uitgaan en op een andere wijze besturen. Dat zegt Hans Strikwerda, hoogleraar aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie van de Universiteit van Amsterdam. ‘Bestuurders hebben vaak weinig kennis van bestuursinstrumenten en onvoldoende financiële kennis. Dat levert bestuurders met mooie verhalen, maar die amper in staat zijn om daadwerkelijk sturing te geven aan hun organisaties en deze op een financieel verantwoorde wijze te managen.’
Als we kijken naar de zorg in Nederland in de breedte, één van de betere in de wereld, dan zijn de sterke kanten van onze zorgorganisaties onze goed opgeleide artsen en verpleegkundigen met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Maar er zijn ook zwakkere kanten, zegt Strikwerda: ‘Een zwakke kant zijn de bestuurders, die – zoals een faillissementsadvocaat in de zorgsector opmerkte – vaak onvoldoende kennis van bestuursinstrumenten hebben of daar niet mee weten om te gaan. Een ander zwak punt is ook en vooral de financiële functie binnen zorgorganisaties. Deze is te conventioneel, vaak nog teveel gericht op financial control en zwak in management control en daardoor onvoldoende in staat complexiteit te absorberen zoals dat in de moderne ziekenhuisorganisatie nodig is. Het gevolg is dat die complexiteit bij de patiënt en zorgverleners terechtkomt.’Een zwakke kant van de zorg zijn de bestuurders, die vaak onvoldoende kennis van bestuursinstrumenten hebben of daar niet mee weten om te gaan.‘Door de vergrijzing is er sprake van een toename van patiënten met een complexe zorgvraag. Dat vraagt, afhankelijk van de specifieke aandoeningen, om samenwerking over afdelingen en ook over instellingen heen. Die samenwerking moet gefaciliteerd worden, onder meer met behulp van goede informatie. Deze samenwerking mag niet worden overgelaten aan goede wil, vertrouwen en blauwe ogen. De praktijk leert dat zonder goede informatie voor samenwerking veel medewerkers gevoelens van stress ontwikkelen. Bestuurders hebben hier vaak weinig oog voor. Toen de voorzitter van een raad van bestuur kreeg uitgelegd wat ervoor nodig is een multidisciplinair zorgpad goed te organiseren, concludeerde hij dat het weliswaar voor de patiënt simpel zou worden, maar ‘het voor mij en mijn financiële afdeling complexer wordt. Dan doen we het maar niet’. Dat is gebrek aan integriteit in eigenlijke zin.’
Toekomstige context
De organisatie van de zorg moet niet langer gezien worden in termen van opzichzelfstaande organisaties, zegt Prof. Strikwerda: ‘In de toekomst zal de zorg thuis of on the move (remote diagnoses/monitoring) worden geleverd. Er zullen meerdere zorginstellingen bij betrokken zijn, afhankelijk van de complexiteit van de vraag van de patiënt en de fase van zijn care life cycle. De zorg zal per cliënt modulair worden samengesteld en geleverd vanuit verschillende aanbieders.’ Centraal in de organisatie van de zorg komt het digitale patiëntendossier te staan, voorspelt Strikwerda. ‘Daar komt alles bij elkaar, niet langer de instelling, deze is volgend. Het patiëntendossier zal dus per patiënt georganiseerd moeten zijn, niet per instelling. Dit vraagt om een nationale infrastructuur en aanpassingen in wetgeving.’Strategie
Zorginstellingen kunnen in het verlengde van deze ontwikkelingen niet langer zelfstandig een strategie bepalen, hooguit hun positie in het netwerk van zorg rondom de patiënt bepalen. In dat netwerk staat de patiënt centraal en bepalen de kwaliteit en efficiëntie van het portfolio van de organisatie in relatie tot die van anderen, de positie. Strikwerda: ‘Daarbij geldt dat, anders dan sommigen beweren, er geen marktwerking in de zorg is: prijzen mogen immers niet gepubliceerd worden en openbare prijzen zijn nu eenmaal een conditio sine qua non voor marktwerking. Maar de patiënt heeft wel recht op informatie om waar dat mogelijk is, keuzes te maken. Dat betekent dat kwaliteitsgegevens per instelling, per behandelaar gepubliceerd moeten worden.’Primair proces
Strikwerda ziet een belangrijke rol voor het zorgpad. ‘In het primaire proces zal – zeker voor complexere patiëntaandoeningen – het zorgpad centraal komen te staan, met name ook als accountable entity (wat kost het en wat levert het op?). Het zorgpad is de primaire planningsdimensie binnen en tussen de zorginstellingen in het netwerk. In die context transformeert de klassieke organisatiestructuur tot een infrastructuur ten behoeve van de zorgverleningsprocessen, die voortvloeien uit de zorgpaden. Dit betekent ook dat de zorgpaden de basis moeten worden voor vergoedingen.’Het zorgpad is de primaire planningsdimensie binnen en tussen de zorginstellingen in het netwerk.Dit vereist ook dat het vergoedingensysteem op nationaal niveau anders opgezet moet worden. ‘De sector lijdt aan de ziekte van Baumol: de zorg wordt steeds duurder omdat – in tegenstelling tot de industrie – productiviteitsstijging niet altijd mogelijk is, bijvoorbeeld waar een behandeling te maken heeft met tijdsduur. Het blijft mensenwerk.’ Daarnaast moet er een oplossing worden gevonden voor de prijsopdrijving van medicijnen. Volgens Strikwerda is uitbreiding van zelfbereiding een alternatief. ‘Of dat bestaande moleculaire medicijnen zoals aspirine in kleinere dosis preciezer worden toegedienen, zodat er minder van nodig is. De vraag is ook wat op DNA-gebaseerde medicijnen nog kunnen gaan betekenen.’
Complexiteit
In de zorg kunnen verschillende typen complexiteit worden onderscheiden, die elk een specifieke, bestuurlijke en organisatorische maatregel vragen om daar constructief mee om te gaan. Het gaat hierbij om complexiteit van:- de diagnose
- de behandeling
- (de zorgvraag van) de patiënt
- de organisatie
- de samenwerking over instellingen heen
- informatie tussen professionals onderling en tussen hen en het administratieve systeem
- financiën
- wet- en regelgeving.
Big data in de zorg
Juist ook in de medische wereld is big data een issue. Een data-element heeft op zich geen betekenis. Data krijgt pas betekenis in de context van een wetenschappelijk of professioneel model. ‘Een punt van aandacht hierbij is vanuit welk perspectief big data en daarmee AI, algoritmes en dergelijke worden ingezet. Is dat vanuit de bestaande ideeën over de zorg en de organisatie van zorg? En daarmee vooral voor efficiencyverbetering? Of gebruiken we de nieuwe technologische mogelijkheden om het idee van zorg en zorgverlening te herdefiniëren en zo op een ander niveau nieuwe inhoud en vorm te geven?’Vanuit welk perspectief zet je nieuwe technologieën in: vanuit bestaande opvattingen over de zorg of wil je zorg anders vormgeven?‘De potentie van personal devices, big data, algoritmen en dergelijke, wordt bepaald door nieuwe ideeën over inhoud en vorm, want anders mechaniseer je alleen maar de bestaande praktijk. Dit vraagt om management development programma’s die ervoor zorgen dat meer medewerkers met een hogere complexiteit kunnen omgaan, met als doel het voor de patiënt eenvoudiger te maken. Het vereist ook een betere kennis en ervaring op financieel terrein om deze complexiteit te managen en besturen.’
Leiderschap
‘De huidige opvattingen over leiderschap zijn achterhaald, al dat gepraat over leiderschap en leiderschapstypen heeft niets meer opgeleverd dan bestuurders met mooie verhalen, maar die verder amper weten wat besturen is. Het gevolg is niet dat de Nederlandse zorgsector het slecht doet. Integendeel, de kwaliteit van de zorg behoort tot de betere in de wereld. Maar het is ook een van de duurste, dus het zal dus efficiënter moeten.’ Daar is kennis van operations management voor nodig, en in het verlengde daarvan kennis over Total Quality Management, lean organiseren et cetera. Oftewel: een gedegen kennis van de primaire processen. Strikwerda: ‘Aangezien de huidige bestuurders die veelal niet hebben, betekent dat het einde van deze generatie leiders en ontstaat er weer ruimte voor de geneesheer of -vrouw-directeur in een leidinggevende functie. De best practice van enkele Amerikaanse ziekenhuizen leert dat de combinatie van een heldere missie, finale waarden (zie box hieronder) en een goede informatievoorziening rondom het primair proces (op te zetten door medici, niet door IT-ers of accountants!) veel kan opleveren, mits een en ander in de context van de lerende organisatie plaatsvindt. De losse elementen daarvoor zijn in Nederland ook wel aanwezig, maar niet met de consistentie in de manier werken en denken, die nodig is om dit tot een succes te maken.’Waarden in een organisatie Een finale waarde is bijvoorbeeld dat de mens steeds doel in zichzelf is, nooit is de mens een instrument tot enig ander doel (Kant); dit staat ook centraal in de sociale leer van de Christelijke kerk. Een voorbeeld van een instrumentele waarde is: teamwork. Veel succesvolle CEO’s hebben een narcistische persoonlijkheid en narcisten hebben sterk de neiging instrumenteel met anderen om te gaan. De finale waarden zijn van belang in de organisatie en voor de samenleving. Een voorbeeld van finale waarden van een organisatie is bijvoorbeeld Intermountain Healthcare, de beroemde en beruchte case uit de USA: Our mission is excellence in the provision of health care services to communities in the Intermountain region. Dit lijkt triviaal, maar de consequentie is dat ze primair sturen op clinical performance (op alle niveaus in de organisatie), maar ook dat ze met busjes de bergen in gaan om mensen op te zoeken die om welke reden niet naar het ziekenhuis komen maar wel zorg nodig hebben.
‘Leiderschap – voor zover nodig – moet zich richten op complexity leadership. Daaronder verstaan we het werk zo organiseren dat medewerkers hun werk – de zorg – zoveel mogelijk via zelfcoördinatie (dus niet zelfsturing) kunnen doen. Medewerkers kunnen, gegeven een gesteld doel en geformuleerde kaders (tijd, geld, plaats, kwaliteit, regelgeving) e.d., zelf organiseren hoe ze het gestelde doel binnen die kaders zo efficiënt mogelijk zullen realiseren. Dit vereist overigens een platformachtige infrastructuur waarin de traditionele stafafdelingen en ondersteuning opgaan. Medewerkers moeten tevens de mogelijkheid hebben zich niet alleen te ontwikkelen, maar ook zelf te innoveren door in te mogen spelen op veranderende problemen en wensen van patiënten of cliënten. Met andere woorden: bestuurders moet durven een lerende organisatie te laten ontstaan.’