Circulaire economie: meer dan re-duce, re-use en re-cycle.
In het debat over de circulaire economie gaat het om meer dan re-duce, re-use en re-cycle. Bestaande ideeën en praktijken moeten op de schop. In Oost-Nederland is een regiobrede enquête gestart om dat te onderzoeken. Zeer recent verscheen een ‘one-pager’ van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over de Circulaire Economie (CE). Onder de mooie kop ‘De Circulaire Economie gaat over meer dan re-cycling’ wordt een mooi compact maar niet echt vernieuwend beeld gegeven waar de CE voor staat. Het mooie van die boodschap was de verdienstelijke poging om op een visueel samenhangende manier weer te geven wat de bouwstenen zijn van de CE én het feit dat dat gedaan werd door het PBL. Tot nu toe waren ze nog geen zichtbare speler in het debat en daar is dus nu verandering in gekomen. Vooral het adjectief ‘re’ speelt bij de betekenisgeving een belangrijke rol. In het debat hadden we altijd al de drie R’s van re-duce, re-use en re-cycle. PBL kwam met zeven R’s. Ik heb met het team nog wat verder gezocht in het kader van onderzoek dat wij aan het opzetten zijn. Dat bij elkaar is uitgegroeid tot een ware familie van R’s:- re-claim: terughalen van gebruikte producten;
- re-cycle, re-cover en re-use: focus op het hergebruiken van grondstoffen, warmte, en dergelijke;
- re-duce: focus op het verminderen van afval, materialen, en dergelijke;
- re-pair: repareren van producten om ze lang mee te laten gaan;
- re-purpose: producten of grondstoffen een andere bestemming geven;
- re-shoring: terughalen van arbeid uit lagelonenlanden;
- re-make: producten of een onderdeel daarvan herstellen tot zo goed als nieuw;
- re-think en re-create: met duurzame oplossingen komen voor producten en of diensten;
- re-design: herontwerpen van producten met het oog op hergebruik.
Business Modellen voor de Circulaire Economie
Deze lijst vormt inmiddels een onderdeel van een onderzoek naar business modellen voor de CE. Een businessmodel brengt de logica van waardecreatie in beeld brengt en is opgebouwd uit drie elementen:- de waardepropositie,
- het organisatiemodel dat verschillende partijen op basis van die logica met elkaar verbindt
- één of meerdere verdienmodellen tussen de partijen.