Innovatie in de nieuwe economie draait om optimale waardecreatie. Om daartoe te komen, vernieuwen ondernemers in de nieuwe economie hun innovatiesysteem.
Om daadwerkelijke systeemvernieuwing te onderscheiden van ‘duurzame innovatie’ in de oude economie, is het zinnig de sprong naar systeemvernieuwing op te delen in drie stadia van innovatie:
- operationele optimalisatie
- organisationele transformatie
- systeemvernieuwing
1. Operationele optimalisatie
Organisaties in het eerste stadium incorporeren ecologische en sociale criteria in bestaande kwaliteits- en rendementscriteria. Het product hiervan is het terugbrengen van de schade aan de verschillende assets door hun alledaagse business. Doing the same things better, zou je kunnen zeggen. Hoewel eco-efficiency hiermee de negatieve impact van een organisatie beperkt, is hierbij slechts sprake van incrementele verandering.
Een optimizer innoveert om minder schade aan te richten. Transformateurs zijn nog primair naar binnen gericht. Systeemvernieuwers denken grensoverschrijdend en werken samen met partners in de breedst mogelijke zin.
Een optimizer innoveert om minder schade aan te richten. Zijn innovaties benaderen een kwestie op zich, niet in het perspectief van het grote geheel. Innovatie in dit stadium is afhankelijk van intern aanwezige bronnen tot innovatie en de resultaten zijn typisch bedrijfsgericht: om kosten te verminderen en winsten te maximaliseren.
Innovatie op het niveau van operationele optimalisatie
Op organisatieniveau:
- Telewerken
- Vervuilingscontrole
- Afvalscheiding
- Samenvoegen van faciliteiten of locaties
- Gebruik van duurzame energie
- Verminderd papiergebruik
Op productniveau:
- Minder gebruik van verpakkingsmateriaal
- Minder gebruik van grondstoffen
- Minder gebruik van milieubelastende materialen
- Optimalisatie van productgrootte en gewicht voor transport
Op serviceniveau:
- Hybride elektrische voertuigen
- Afvalinzameling
Organisationele transformatie
Organisaties in het tweede stadium op de ladder naar innovatie in de nieuwe economie zien dat duurzaam gedreven innovatie waarde creëert voor zowel de eigen organisatie als de fundamentele assets van de economie. Ze zien businessmogelijkheden in het bouwen van businessmodellen die leiden tot producten en diensten die waarde creëren voor de wereld om hen heen. Ofwel: Doing good, by doing new things.
‘Organisationele transformateurs’ focussen zich in mindere mate op het creëren van producten, en meer op het leveren van diensten, die vaak een lager milieuimpact hebben. Ze komen vaak met innovaties die zowel technologisch als sociaal van aard zijn – ontworpen om de kwaliteit van leven te verbeteren, intern, voor de eigen mensen een onderneming, maar ook voor de mensen daarbuiten.
Transformateurs zijn evenwel nog primair naar binnen gericht. Ze zien zichzelf als een onafhankelijk opererend onderdeel van de economie. Wel intensiveren ze het contact en de samenwerking met partners aan het eind en aan het begin van de keten, om tot een betere, minder schadelijke afstemming te komen van het productieproces.
Innovatie op het niveau van de organisationele transformatie
- Radicaal nieuwe producten die consumentenpatronen veranderen.
Bijvoorbeeld een kooktoestel dat iedere vorm van biomassa omzet in een hyperefficiënte hittebron, en waarvan de verkoop de distributie van goedkopere modellen in ontwikkelingslanden subsidieert. - Radicaal nieuwe producten waar mensen baat bij hebben.
Bijvoorbeeld draagbare CT-scanners met een lange levensduur, die door minimale functionaliteit betaalbaar zijn en hierdoor goed toepasbaar zijn voor hulporganisaties in ontwikkelingslanden - Het vervangen van productverkoop voor leaseconstructies.
Denk aan producten leasen en onderhouden van tapijten over een vastgestelde termijn in plaats van een enkelvoudige verkoop. Of neem initiatieven voor fiets- en autodeling. - Het vervangen van fysieke diensten voor elektronische diensten.
Denk aan facturering per e-mail, in plaats van per post.
Systeemvernieuwing
Het derde stadium representeert daadwerkelijk new economy innovation. Ondernemers bereiken dit stadium doordat ze zich realiseren dat innovatie binnen de muren van de eigen organisatie nooit zoveel waarde kan creëren als gezamenlijke innovatie. Ondernemers zien zichzelf als onderdeel van een verbonden industrieel ecosysteem dat zijn bestaansrecht vindt in waardecreatie voor de maatschappij als geheel. Doing good, by doing new things with others.
Deze systeemverandering vraagt een radicale paradigmaverandering en vraagt om ondernemerschap dat voor belangrijke mate op vertrouwen is gebaseerd. Systeembouwers zien hun economische activiteiten als onderdeel van de maatschappij. Individueel is vrijwel iedere onderneming niet duurzaam, maar door samenwerking en functionerend als geheel kunnen ondernemingen elkaar verduurzamen. Systeembouwers denken grensoverschrijdend en zoeken partners in de breedst mogelijke zin.