Hoe celdeling snelgroeiende bedrijven naar de top helpt.
Als je bedrijf groeit, is dat een goed teken. Maar hoe zorg je ervoor dat je met 250 medewerkers dezelfde kwaliteit producten en diensten aflevert als toen je onderneming nog uit tien man bestond? Verschillende Nederlandse bedrijven maken gebruik van celdeling om zo grip te houden op de organisatie. Zo ook TriFinance, Incentro en Topicus. De celdelingtheorie gaat er vanuit dat bij een bepaald aantal medewerkers, bijvoorbeeld 50, deze opsplitsen. Boven elk van de twee overgebleven groepen staat een leider en ook de rest van de medewerkers krijgt een eigen functie. Groeit het bedrijf door, dan verdeel je de twee groepen opnieuw en krijgen de nieuwe cellen wederom elk een eigen aanvoerder, enzovoorts. Kleine ondernemingen binnen één groot bedrijf, zou je kunnen zeggen. Het bekendste voorbeeld van een bedrijf dat met de zogenaamde celfilosofie werkte, is wellicht dat van Eckart Wintzen. De Computer Management Group (CMG) uit Engeland was zelfs nog eerder dan Wintzen en paste de theorie al toe vanaf de oprichting in 1964. Vliegtuigbouwer Fokker Drechtsteden uit Papendrecht ging in 1970 aan de slag met celproductie. En het bleef niet bij deze drie ondernemingen.