Veel bedrijven werken op basis van risico’s. Of beter gezegd het verkleinen van risico’s. Als iets een risico heeft, dan doen ze het niet. Soms is dat goed, maar vaak ook niet. Het creëren van kansen levert namelijk meer mogelijkheden op om wel te winnen. Maar er is meer.
Het risico’s beheersen heeft namelijk een bepaalde cultuur nodig: een werkomgeving waarin er vooral aandacht is voor fouten, voor dingen die fout gaan, en hoe voorkomen kan worden dat iets fout gaat. En dat is heel iets anders dan een cultuur waarin gekeken wordt hoe iets goed kan gaan. Bijvoorbeeld: een risicocultuur zegt: we hebben iemand extra nodig op de afdeling, omdat we het project anders niet afkrijgen, of omdat andere collega’s het anders te zwaar hebben. Een kanscultuur zegt: we hebben iemand extra nodig zodat we het project zeker gaan afkrijgen, en zodat iedereen goed zijn werk kan blijven doen. De bedoeling van beide is min of meer hetzelfde, alleen de beleving is heel anders. De eerste zin, is een zin die een actie beschrijft op basis van angst, de tweede zin beschrijft een actie op basis van een kans. En de eerste zin zegt letterlijk dat er een kans is dat het project niet afkomt en dat de collega’s het zwaar krijgen. Het niet afkomen van het project is een optie, en zal altijd meespelen op de achtergrond. Het gevaar is dan dat de focus volledig gaat naar het niet op tijd afkomen van het project. En dan zouden we falen, en dat is juist niet bedoeling in een risicovermijdende cultuur. De mogelijkheid van falen en daarvoor afgestraft worden, legt druk op de collega’s. Zoveel druk dat ze de baan heel zwaar zullen vinden, en overwerkt zullen raken. Daardoor moet er dus een extra collega bij moet komen. De tweede zin gaat ervan uit dat het project hoe dan ook op tijd afkomt. Dat is al een veel meer vertrouwen gevende stelling. En de zin gaat ervan uit dat iedereen zijn werk kan blijven doen. Een extra persoon erbij zorgt ervoor dat al het werk makkelijker gedaan kan worden en er nog meer zekerheid is dat het project slaagt. Ik denk dat mensen die bij het kansenbedrijf werken over het algemeen meer plezier in hun werk ervaren, meer zullen doen om ervoor te zorgen dat iets slaagt, en minder snel overwerkt zullen raken. Omdat er wordt gezocht naar een positieve doelstelling, naar het positief formuleren van doelen. Dat betekent niet dat er bij dat kansenbedrijf geen onverwachte issues zijn. Alleen zullen die issues met een andere insteek worden opgepakt. Namelijk, kijken hoe we ervoor zorgen dat het project toch afkomt en wat daarvoor gedaan moet worden. Het risicobedrijf zal meer aandacht schenken aan het probleem, en bekijken hoe ervoor gezorgd kan worden dat het probleem niet nog een keer voorkomt. Daarmee blijft het risicobedrijf bij de probleemfase hangen en gaat minder snel de oplossingsfase in. Een risicocultuur speelt eigenlijk om niet te verliezen, terwijl een kansencultuur speelt om te winnen. En misschien lukt dat niet altijd, maar er is dan in ieder geval meer plezier geweest. Want willen winnen is veel leuker dan niet willen verliezen. Door: Eduard van Brakel