Heb je je baas wel eens gevraagd wat hij van jou verwacht? Of heb je al eens aan een klant gevraagd wat hij zou missen als jij er niet meer bent? Zou je dat überhaupt willen weten? Managementcoach Jan van Setten zal nog veel meer prikkelende vragen stellen op het Nationaal Kwaliteitscongres. Wees voorbereid op een wervelwind die in hoog tempo aanzet tot anders denken.
‘Een kwaliteitsmanager is eigenlijk een kwaliteitsambassadeur’, zegt Jan van Setten. ‘Als kwaliteitsmanager moet je contact maken met andere rollen, terreinen en processen in de organisatie. Je moet voorkomen dat anderen gaan denken dat ‘jij de kwaliteit wel doet’. Onbedoeld leggen we vaak de focus zodanig dat de ander denkt dat hij niets met kwaliteit van doen heeft. Maar als kwaliteitsmanager dien je anderen eigenaarschap te geven over kwaliteit. Het klinkt tegenstrijdig, maar eigenlijk moet je af van je specifieke rol.’
Als kwaliteitsmanager moet je voorkomen dat anderen gaan denken ‘dat jij de kwaliteit wel doet’. Het klinkt tegenstrijdig, maar eigenlijk moet je af van je specifieke rol.’
Hoe krijg ik ze zover?
Jan van Setten is een veelgevraagd spreker, auteur, managementcoach op de terreinen, leiderschap, organisatieverandering en klantgerichtheid. Hij put uit jarenlange ervaring als algemeen en commercieel manager in diverse grote organisaties. Hij combineert een confronterende stijl met humor en energie. Hij zet daarmee zijn publiek aan tot anders denken en anders doen.Wat is weerstand eigenlijk?
‘Hoe creëer jij als kwaliteitsmanager eigenlijk weerstand? Want daar moet je wel iets voor doen!’ Veel managers, inclusief kwaliteitsmanagers, hebben niet in de gaten dat ze de weerstand die ze ervaren zelf veroorzaken, zegt Van Setten. ‘Dat komt doordat we mensen met onze eigen argumenten willen overtuigen. De vraag is of dat ook de argumenten van de ander zijn. Is dat niet het geval, dan wordt het lastig iemand te bewegen ander gedrag te laten zien. Dan ontstaat weerstand.’ Van Setten geeft een voorbeeld: ‘Als ik aan een collega vraag wat hij voor motieven heeft om zijn werk beter en leuker te doen, dan zet ik hem aan tot nadenken over zijn persoonlijke beweegredenen. En met het antwoord kan ik aan de slag en de match maken. Maar als ik jou probeer te overtuigen met mijn argumenten, dan ga jij je afvragen of dat wel zo nodig is voor jou.’‘Hoe creëer jij als kwaliteitsmanager eigenlijk weerstand? Want daar moet je wel iets voor doen!’