De klacht is wijdverbreid: millennials kunnen niet leidinggeven. Eén: dat oordeel is te hard. Twee: ze kunnen – en gaan – het leren.
De publieke opinie heeft het niet zo op millennials. Ze eisen vaak een te hoog salaris. Hebben een slecht arbeidsethos. Raken tijdens hun werk snel afgeleid. En als goede managers staan ze ook al niet te boek. Ze zijn er inderdaad niet goed in om constructieve feedback te geven, zegt CareerHMO.com-oprichter J.T. O’Donnell. Ze zijn er niet goed in om hun stress en emoties in de hand te houden. Ze kiezen teamgenoten op basis van hoe leuk ze die vinden in plaats van vaardigheden en talenten. En ze gaan niet het conflict aan om een probleem op te lossen. Het maakt dat ze moeizaam doordringen tot de managementechelons.Sterke punten van millennials
Máár… ze zijn nog jong. Waren generatie-X’ers en babyboomers zulke goede managers op hun 25e? Waar het om gaat is dat millennials in principe geweldige managers kunnen worden. Ze hebben namelijk heel sterke punten die eerdere generaties niet hadden:- Ze beschikken over ongekende leermiddelen, via internet. De leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van zelfs nog maar tien jaar geleden zijn niet vergelijkbaar met nu.
- Ze zijn flexibeler qua werkplek – en bedrijven ook. Millennials weten niet beter dan dat ze minstens deels vanuit huis kunnen werken, en dat bepaalt hun mindset. Millennialmanagers zullen meer focussen op de prestaties en resultaten van mensen dan op hoe vaak ze hun gezicht op kantoor laten zien. Wat ze tot betere managers maakt.
- Ze zijn gewend aan diversiteit. Van de Amerikaanse babyboomers is 72% blank, van de millennialgeneratie slechts 56%. Millennials zijn veel meer gewend aan contact met mensen uit andere culturen en hebben minder moeite met etnische en andere verschillen. Ook dat gaat ze tot betere managers maken.
- Ze zijn beter opgeleid. De diploma-inflatie van de afgelopen decennia is zorgelijk, maar millennials zijn volgens sommige studies de best opgeleide generatie tot nu toe.