De eerste honderd dagen van een leider zijn cruciaal. En er zijn tien cruciale taken voor die heel belangrijke eerste honderd dagen als leidinggevende of manager.
Politici krijgen ongeveer drie maanden krediet van de kiezers en de media, daarna moeten ze met concrete plannen komen en eigenlijk hun eerste resultaten al hebben geboekt. En volgens 70 procent van de Amerikaanse managers vormen de eerste honderd dagen een goede voorspeller voor het succes en het verloop van iemands loopbaan. Daarom leek het Pieter de Jong een goed idee om eens wat langer stil te staan bij die beroemde (en beruchte) begintijd.
Stap voor stap
De Jong neemt de lezer stap voor stap – en op een persoonlijke en toegankelijke manier – mee in het 100-dagentraject. Als tip voor de eerste weken geeft hij de versbenoemde leidinggevende mee om vooral zichzelf te blijven en gebruik te maken van de buitenstaanderpositie die je als nieuwkomer hebt om een analyse te maken van hoe het bedrijf ervoor staat, en de organisatie te ‘lezen’ zoals een trainer een wedstrijd ‘leest’.
Na gesprekken met de medewerkers (zo snel mogelijk!) is het tijd om een transitiestrategie en een plan van aanpak te maken en prioriteiten te stellen.
De volgende tien vragen zijn daarbij handig als richtingaanwijzers:
- Hoe definieer je de strategische richting voor je groep?
Met andere woorden: Wat is de strategie, welke kant moet het op, in welke fase verkeert de organisatie en welk beeld heb je van de toekomst? - Welke doelstellingen wil je in het eerste jaar halen?
Beperk je tot hooguit vijf (en liefst minder) doelen die essentieel zijn voor het realiseren van de strategie, en formuleer ze SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). - Met wie ga je de toekomst maken?
Zoek uit wie de sleutelfiguren in je organisatie zijn, en vraag je af: met wie kun je de oorlog winnen? - Wat wordt jouw specifieke rol?
Heeft de organisatie behoefte aan een meer directe stijl van leidinggeven, of meer een die is gericht op consensus? Moet je eropuit trekken, of juist veel aandacht besteden aan het thuisfront? - Zijn er acute problemen waarvoor je snel actie moet ondernemen?
Beantwoord deze vraag pas als je vraag 1 en 2 hebt opgelost door de eerstverantwoordelijken hierover aan te spreken. Hun antwoorden verschaffen het noodzakelijke referentiekader. - Is je organisatie lean and mean?
In bijna elke organisatie ontstaat na enige tijd overbodige ‘rommel’: teveel (vooral coördinerende) functies, bureaucratische regelingen en privileges. Laat ze in kaart brengen en ruim ze stap voor stap en van boven naar beneden op. Geef zelf het goede voorbeeld. - Hoe realiseer je een effectieve quick win?
Probeer zo mogelijk een van de belangrijkste maar ook lastigste vraagstukken aan te pakken met een project- of werkgroep. Zo laat je zien dat je veel waarde hecht aan samenwerken om succes te behalen. - En hoe zit het met de communicatie?
Houd je medewerkers op de hoogte en betrek ze bij de gang van zaken. Houd de regie over de interne communicatie voorlopig in eigen hand, maar ga zelf niet de hele tijd in de schijnwerpers staan. - Nog iets vergeten?
Let op beginnersfouten zoals: in negatieve zin praten over je voorganger, of in lovende zin over je vorige werkkring (‘wij deden het altijd zo’). - Hoe manage je dit allemaal?
Denk af en toe aan het motto van de befaamde bevelhebber Von Clausewitz: ‘Een goede generaal opent niet twee fronten tegelijk’. Laat je daadkracht dus niet met jou en je organisatie aan de haal gaan, maar voer gestructureerd veranderingen door, en neem daar ruim de tijd voor.
Pieter de Jong, De eerste honderd dagen. Over leiderschap.