Alleen bergafwaarts gaat het vanzelf. Je zult als manager, als leider dus, dingen moeten doen. En dan het liefst ook nog de goede dingen goed doen. Want alleen dan verandert er iets ten goede. Doe je niets, dan gaat het vanzelf een stuk slechter.
Om de goede dingen goed te doen, moet je zorgen dat je mentaal top bent. Je moet je goed voelen, zodat je jezelf en anderen kunt inspireren tot grootse daden. Daden die goed zijn voor jezelf, voor anderen en de wereld. Daden die aanzetten tot het creëren van iets dat groter is dan jezelf. Je mag dus best ambitieus zijn, sterker nog dat moet je zijn. Laat je daarbij vooral niet beperken door iets wat niet mogelijk lijkt. Of door anderen die vinden dat het niet haalbaar is. Heel veel dingen die je nu gebruikt, waren er 100, 50, of zelfs 10 jaar geleden nog niet. Denk aan auto’s, computers, internet, magnetrons, mobiele telefoons, allemaal niet meer weg te denken uit onze huidige tijd. Ondernemers die deze zaken op de markt brachten werden verguisd. Waarom zou ik altijd bereikbaar moeten zijn, vroegen mensen bij de introductie van het mobieltje. Het mobieltje waarop we nu muziek luisteren, films kijken, mee naar afspraken navigeren, e-mail lezen en onze social media bijwerken. Laat dus niemand je tegenhouden. En je daden hoeven niet meteen groots te zijn. Het kunnen heel kleine stapjes zijn die tot resultaat leiden. Elke dag 10 minuten eerder beginnen, elke dag 1 keer een echt gesprek met iemand voeren, elke dag iets nieuws proberen te leren, elke dag iets een klein beetje beter doen. Je daden als manager moeten wel in samenhang zijn met je persoonlijke capaciteiten. Je gaat de wedstrijd winnen door de dingen die je heel goed kan. Niet door de dingen die je niet goed kan. Zelfkennis is dus essentieel. Als je weet waar je goed in bent, kun je die vaardigheden nog verder aanscherpen, zodat je daar excellent in wordt; voor de dingen waar je niet goed in bent, kun je dan anderen mensen betrekken. Mensen die jij inspireert met jouw verhaal. Dan kun je besluiten nemen, zonder de angst dat het verkeerd gaat, want jij kunt doen waar je goed in bent, en anderen kunnen dat ook doen. Dan smeed je langzaam het perfecte team om je heen. Want leiderschap doe je niet alleen. Laat je ook niet tegenhouden door mislukkingen. Want iets is pas mislukt als je opgeeft. Ga je door, dan ontstaan leermomenten. Momenten van feedback. Feedback die jou en je team leert hoe je een beter besluit kan nemen. Hoe je je aanpak kan perfectioneren. Feedback die je leert relativeren, want hoe erg was het nu echt dat er iets niet goed ging? Of beter nog, wat was het goede aan die mislukking? In ieder geval dat je er iets van leerde. Dat je leerde dat je een ander besluit moest nemen. Dat je andere daden moest verrichten. Want zonder daadkracht komt er niets van de grond. Maar met daadkracht, vanuit een positieve emotie, met een goede intentie, daarmee komt succes met rasse schreden dichterbij. Door: Eduard van Brakel Lees ook: