Uit het diepst van mijn hart: we moeten tempo maken met de circulaire economie!
De belofte van de circulaire economie vraagt om het met urgentie uitwerken van de organisatiekundige én veranderkundige vragen die echte implementatie daarvan met zich brengt. Gedurende dit jaar heb ik gewerkt aan een serie columns over verschillende aspecten van de circulaire economie (CE). In die reeks van – met deze mee – acht korte bijdragen heb ik stilgestaan bij principes, processen en praktijken; competitiedenken versus coöperatiedenken; de veranderende betekenis van waardecreatie; de ‘performance cycle’, en natuurlijk nieuwe businessmodellen. Ondertussen probeer ik het debat over de CE nauwlettend te volgen. De net los gekomen pakweg 1.500 miljoen euro EU-subsidie geeft een ontwikkelimpuls aan juist dat laatste, businessmodellen voor de CE. Op het scherp van de snede kunnen volgen waar het in het CE-debat over gaat is lastig, want voorbij de juichende taal van schijnbaar succesvolle casussen lees ik weinig over feiten en nog minder over de aan elkaar gelieerde organisatiekundige én veranderkundige opgave. In deze laatste column van het jaar wil daarom daar bij stil staan.