Filosoof Harry Kunneman introduceerde termen als het dikke-ik, theemutscultuur, walkman-ego, trage vragen en normatieve professionaliteit. Afgelopen jaar ging de hoogleraar politieke en sociale filosofie van de Universiteit voor Humanistiek met emeritaat. Denise Robbesom schreef een boek over zijn leven en werk en zette zijn tien beste ideeën op een rij.
-
Het dikke-ik
Het dikke-ik verwijst naar lomp gedrag, anderen opzij duwen, alleen voor je eigen belangen opkomen en je niet bekommeren om het lot van anderen. In zijn boek ‘Voorbij het dikke-ik’ stelt Kunneman dat het dikke-ik een verontrustende uitvergroting is van het ideaal van vrijheid en autonomie. Het begrip drong door tot in de nationale politiek waar Diederik Samsom en Mark Rutte het bediscussieerden.
-
Theemutscultuur
Volgens Kunneman is onze samenleving veranderd van een traditionele, verzuilde cultuur naar een sterk geïndividualiseerde maatschappij. In de oude theemutscultuur werd je identiteit gevormd door de groep of de traditie waartoe je behoorde en de normen die daarmee verbonden waren. De theemutscultuur werd afgebroken in naam van vrijheid en autonomie. Daarmee verdween de verstikkende kant, maar ook de zingevende kant van groepen en tradities.
-
Walkman-ego
In plaats van de theemutscultuur ontstond het walkman-ego. Individuen raakten aangesloten op een mondiale consumptiecultuur waarin persoonlijke keuzes en individuele vrijheid centraal stonden. De nieuwe vrijheden en consumptiemogelijkheden zijn waardevol, maar dragen ook bij aan verplatting en commercialisering van de maatschappij.
-
Trage vragen
De afbraak van de theemutscultuur zorgde voor vrijheid, maar ook voor het wegvallen van de antwoorden op trage vragen vanuit de tradities. Trage vragen zijn levensvragen over relaties, werk, verlies, verlangens en keuzes waar geen snelle, technologische oplossingen voor zijn.
Trage vragen zijn levensvragen over relaties, werk, verlies, verlangens en keuzes waar geen snelle, technologische oplossingen voor zijn.
-
Raadswerk en zingeving
Het werken aan trage vragen wordt steeds minder begeleid vanuit de tradities. Daarom is professionele begeleiding van levensvragen van groot belang. In de beroepspraktijken van raadswerkers en andere professionals wordt samen met cliënten, leerlingen en patiënten gezocht naar zin. Kunneman leverde een belangrijke bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het raadswerk.
-
Normatieve professionalisering
Vanuit het raadswerk ontwikkelde Kunneman het begrip normatieve professionalisering. In de mensgerichte beroepen in de zorg, het onderwijs en de overheid reflecteren professionals op keuzes en morele vragen die met hun werk verbonden zijn. Kunneman bevordert het reflecteren op deze vragen en de uitwisseling van de morele kennis die daaruit ontstaat.
-
Een nieuwe menswetenschap
Aan de Universiteit voor Humanistiek ontwikkelde Kunneman een nieuwe menswetenschap: de humanistiek. De studie heeft haar wortels in de filosofie, psychologie, sociologie en religiewetenschap en is gericht op zingeving en humanisering. Kunneman ontwikkelde een vorm van kwalitatief onderzoek dat steeds vaker wordt toegepast in de zorg, het onderwijs en bij de overheid.
Kunneman ontwikkelde een vorm van kwalitatief onderzoek dat steeds vaker wordt toegepast in de zorg, het onderwijs en bij de overheid.
-
Habermas en de maatschappelijke dialoog
Kunneman was jarenlang een heraut van filosoof Habermas die de maatschappelijke dialoog centraal stelt voor het menselijk bestaan en voor de democratische rechtstaat. Mensen kunnen een gedeeld begrip ontwikkelen en via de machtsvrije dialoog samen uitvinden wat waar is en wat juist is.
-
Ruimte voor verschil
In het boek ‘Werken aan trage vragen’ stelt Kunneman dat de mens een intern conflictueus wezen is. We zijn gericht op zorgzaamheid en verbondenheid, maar we willen ook dat de wereld is zoals wij het verlangen. Kunneman pleit voor de erkenning van deze twee kanten van het menszijn en wil ruimte voor verschil maken. Dat komt onze relaties ten goede.
-
Radicaal humanisme
De laatste trage vraag in het boek is de vraag hoe we het beste kunnen omgaan met andere levensvormen. Met zijn term ‘radicaal humanisme’ stelt Kunneman dat wat wij humaniteit of menselijkheid noemen bij planten en dieren allang voorkomt. De menselijke soort gedraagt zich te vaak als een dik-ik op deze planeet ten koste van planten en dieren.
Auteur: Denise Robbesom is schrijver en filosoof.
Dit artikel verscheen eerder op de website van Nieuw Wij.Â