Het is veel in het nieuws de laatste tijd: een onwerkbare situatie bij organisaties. Maar wat is een angstcultuur? En hoe ontstaat die? Wantrouwen, verdeel-en-heerstactieken, intimidatie, controle en de mond snoeren: dat zijn steevast de thema’s die genoemd worden wanneer in het nieuws berichten verschijnen over angstcultuur. Vaak volgt er een onderzoek, en blijft een reactie van bestuurders beperkt tot enkele krachtige zinnen zoals: ‘We zijn een onderzoek gestart naar de misstanden’, of: ‘Er is een dialoog gestart met de betrokkenen.’ Organisaties die beticht worden van een angstcultuur bevinden zich op glad ijs. Het geeft blijk van slecht werkgeverschap. Vaak volgt zelfs het verwijt dat bestuurders de angstcultuur bewust hebben gecreëerd, of te weinig doen om hem te bestrijden. Mensen beangstigen, intimideren en manipuleren is bovendien onethisch; het geeft blijk van een gebrek aan respect.
Het is dan ook niet gek dat organisaties huiverig zijn om toe te geven dat er sprake is van een angstcultuur. Dat zou immers ook betekenen dat je als directeur of bestuurder toegeeft dat je niet in staat bent om een gezonde werksfeer te verzorgen. Of dat je welbewust immorele tactieken inzet om mensen in het gareel te krijgen. Een onderzoek biedt uitkomst: dat schept rust, toont aan dat er direct wordt ingegrepen en belooft dat de getroffen medewerkers serieus genomen worden.
Angstcultuur of incident?
Als het woord ‘angstcultuur’ eenmaal is gevallen, kan niemand er meer onderuit, vooral als de media, vakbonden of politieke partijen zich erin mengen. Als de klacht terecht is, dan is de schade die een organisatie lijdt ook terecht: elke werkgever is het zijn medewerkers verplicht om een gezonde en veilige werkplek te bieden. Maar tegelijk is angstcultuur een woord dat soms té makkelijk in de mond wordt genomen. Uit de hand gelopen arbeidsconflicten, pestgedrag op de werkvloer en aangekondigde reorganisaties kunnen ertoe leiden dat mensen zich angstig en bedreigd voelen op het werk, maar als maar één of enkele mensen hier last van hebben, is er dan ook direct sprake van een angstcultuur?
Dan is het wel nodig dat er een goede definitie komt van het begrip angstcultuur. In eerdere literatuur is gek genoeg geen duidelijke, onderbouwde definitie te vinden. Maar ook met een duidelijke definitie is het een complexe klus om onderzoek te doen naar angstcultuur.
Verstoorde arbeidsrelaties, wantrouwen en grote verschillen in belangen kunnen onderzoekers parten spelen bij het achterhalen van de waarheid. Een angstcultuur onderzoeken is niet alleen lastig voor consultants; probeer als journalist of jurist maar eens in te schatten of er nu werkelijk sprake is van een angstcultuur, of slechts van een verongelijkte eenling die wraak wil nemen op zijn (toekomstige) ex-werkgever.
Belangrijke kanttekeningen
Voor ik mijn definitie van het begrip angstcultuur geef, wil ik graag een paar belangrijke kanttekeningen maken. Ten eerste is het voor slachtoffers van intimidatie op de werkvloer minder relevant of er sprake is van een angstcultuur. Zij hebben hoe dan ook te lijden onder het gebrek aan sociale veiligheid en willen dat het zo snel mogelijk stopt. Bepalen of er sprake is van een individueel geval of van een cultuur is belangrijk, maar het moet niet uitlopen op een welles-nietesspelletje.
Het is in ieders belang om tunnelvisie te voorkomen: als uit onderzoek blijkt dat in een organisatie géén angstcultuur heerst, sluit dat nog niet uit dat er individuele misstanden zijn.
Irrationaliteit
Ten tweede is angstcultuur, net als andere organisatiedisfuncties, het terrein van de irrationaliteit. Het geven van een definitie suggereert wellicht het tegenovergestelde: alsof het makkelijk te vangen is in meetbare, rationele termen waar even rationele conclusies en cijfers aan te verbinden zijn. In dit boek wordt een poging gedaan om angstcultuur op de
meest herkenbare en meetbare wijze te beschrijven, maar bedenk daarbij altijd dat angst dikwijls onlogisch, ongefundeerd en irrationeel is.
Ten slotte: naast angstcultuur zijn er nog verschillende andere disfuncties in organisaties te herkennen. De conclusie dat er geen angstcultuur heerst, betekent niet dat er geen andere disfuncties een rol spelen in de organisatie, bijvoorbeeld een paranoïde organisatiedisfunctie.
Dat gezegd hebbende volgt nu de definitie. In één zin vat ik samen wat de kern is van een angstcultuur, het motief waarom angst soms moedwillig wordt ingezet en aan welke kenmerken voldaan moet worden om werkelijk van een cultuur te kunnen spreken.
Definitie angstcultuur
Een angstcultuur is een organisatiedisfunctie waarbij collectieve, belemmerende angst prominent aanwezig is en stelselmatig wordt ingezet om loyaliteit, gehoorzaamheid en inzet bij medewerkers af te dwingen.
Waarom is een angstcultuur slecht?
Angst is weliswaar een normale en gezonde emotie. Het vestigen van een cultuur waar mensen constant moeten vrezen voor represailles of vernedering is bijzonder ongezond. Bange mensen werken harder, ze lijken meer gehoorzaam en ze houden zich over het algemeen stil en bemoeien zich niet met de leiding. Dat is wellicht prettig voor leidinggevenden die geen tegenspraak dulden, maar het heeft grote nadelen voor de organisatie. De negatieve effecten van angstcultuur komen op veel plekken in het boek Angstcultuur terug en worden waar nodig extra toegelicht. Hier beschrijf ik alvast puntsgewijs de belangrijkste nadelige effecten van een angstcultuur voor organisaties:
- Onzekerheid en spanning van medewerkers
- Toename van onderling wantrouwen
- Verhoogd ziekteverzuim
- Hoger verloop
- Hogere foutgevoeligheid
- Toename fysieke veiligheidsrisico’s
- Verminderd commitment
- Verminderde creativiteit
- Toename in antipathie tegen organisatie
- Verminderde loyaliteit – kans op klokkenluiden
- Fouten blijven onbesproken
- Verminderde flexibiliteit/meer bureaucratie
- Verminderde motivatie/passie van medewerkers
- Minder innovatief vermogen
- Hogere kosten door verloop en verzuim
Persoonlijk effect
Alle bovenstaande punten hebben direct te maken met de bedrijfsvoering van een organisatie. Daarnaast heeft de cultuur van angst ook een persoonlijk effect op mensen: het kan burn-out, overspannenheid en andere psychische schade veroorzaken.
Daar bovenop is het een moreel probleem: kun je jezelf ’s ochtends in de spiegel kijken als je weet dat je een organisatie runt die structureel (en moedwillig) de grenzen van rechtvaardigheid en menswaardigheid overtreedt? Een volgroeide angstcultuur is in dat opzicht in zichzelf een misstand, waardig om direct aangepakt te worden. Bovendien opent het de deur voor meer misstanden, die uiteindelijk de organisatie zijn kop kunnen kosten.
Bron: Angstcultuur
Door: Peter Fijbes