Hoe wonderlijk het ook klinkt: de meeste inleidende boeken over ethiek zeggen weinig tot niets over de vraag waar ethiek nu eigenlijk voor nodig is. Waarom zouden we ons druk maken over ethisch of moreel verantwoord handelen?
Voor veel schrijvers spreekt het antwoord blijkbaar vanzelf. Dat is niet terecht, want cultuurverschillen maken duidelijk dat morele opvattingen juist niet vanzelf spreken. We dienen die opvattingen zo goed mogelijk te verwoorden en te beargumenteren. Daarom stellen we de vraag naar moreel verantwoord handelen direct aan de orde. Waarom zou ik iets doen of laten voor een ander als ik er niet direct voordeel bij heb? Het zal me tijd, energie, aandacht en geld kosten. Welke redenen zou ik daarvoor kunnen hebben? Daar zijn vier goede redenen voor te geven: we kijken eerst naar de twee collectieve redenen en dan naar de twee individuele redenen.Redenen op collectief niveau
Het oudste maatschappelijke of collectieve antwoord luidt: we hebben een sociaal smeermiddel nodig om stroefheid en miscommunicatie in de alledaagse contacten te voorkomen. Fatsoenlijkheid en moreel verantwoord handelen vormen de olie tussen de maatschappelijke raderen. Ze vergroten de mate waarin andere burgers voorspelbaar zijn en laten daardoor sociale contacten soepeler verlopen. Dit antwoord sluit dus goed aan bij de zorg voor eigen kring en de noodzaak tot samenwerking van de instinctieve moraal. Voor de efficiënte regulering van de samenleving zijn regels van moraliteit en wellevendheid onontbeerlijk. Diplomaten werden zich hiervan bij uitstek vroeg bewust, omdat zij zich beroepshalve in uiteenlopende culturen bewogen.Diplomatiek gedrag
Het gedrag van diplomaten werd zorgvuldig geanalyseerd en voorgeschreven door Franse bemiddelaars. Allereerst de diplomaat Bernard du Rosier (1436). Hij adviseerde zijn collega’s ondanks alle verschillen in cultuur, beleefd te blijven, niet je beheersing te verliezen, respect te tonen voor de andere onderhandelaars, en te zoeken naar gemeenschappelijke belangen. Dat vergroot de kans om het uiteindelijk zodanig met elkaar eens te worden dat geweld wordt vermeden en vrede mogelijk wordt of blijft. François de Callières schreef het eerste standaardwerk over onderhandelen met hooggeplaatsten (1716) en rond 1800 gold De Talleyrand als de grootmeester van het vak. Hertog Charles Maurice de Talleyrand (1754-1838) was korte tijd bisschop maar werd al snel een succesvol diplomaat zowel onder het regime van Lodewijk XVI als onder het regime van Napoleon. Een professionele opportunist die zich overal uit redde.Tweede reden: maatschappelijke orde
Het tweede collectieve of maatschappelijke antwoord kijkt breder en stelt: zonder moraliteit zouden wij geen maatschappelijke orde hebben. Ook dit antwoord sluit aan op de noodzaak tot samenwerking en gaat tegelijk een stap verder: de noodzaak krijgt hier meer gewicht en meer structuur. Invloedrijk zijn de verschillende toelichtingen op dit antwoord van drie Angelsaksische filosofen: Hobbes, Hume en Rawls, en een Duitse filosoof: Kant.Toelichtingen
De eerste toelichting stelt: zonder moraliteit zouden we een samenleving hebben waarin ieder voor zich leeft en dit zou uiteindelijk leiden tot het recht van de sterkste. Angst en geweld zouden overheersen en uiteindelijk zou bijna niemand zijn doelen bereiken, aangezien iedereen elkaar wantrouwt en dwarsboomt. Het is dus rationeel onszelf te beperken of bij te sturen via een sociaal contract. Als wij leven volgens morele principes, ondersteund met juridische regels, en beschermd door een overkoepelende instantie (een overheid of een vorst) zijn wij allen veel beter af. Dit is de kern van het antwoord dat Thomas Hobbes gaf in Leviathan in 1651. Moraliteit is niet alleen een rationele afweging. Er zijn ook bijzondere drijfveren in het spel in de vorm van morele sentimenten. Medelijden en sympathie, maar ook angst om zelf in een onprettige situatie terecht te komen, laten ons meevoelen met de zieken, de zwakken en de ongelukkigen.Medemenselijkheid
Uit medemenselijkheid beschermen we hen, en zoeken we naar rechtvaardige oplossingen voor de daarmee samenhangende sociale problemen. Dit was het antwoord van David Hume in An Enquiry Concerning the Principles of Morality van 1756. Los van rationele contracten, sentimenten en alledaagse doelen is de mens in staat zijn handelen te baseren op de wilsvorming van de rede alleen. Sommige handelingen zijn op zich goed en moreel noodzakelijk. Ze zijn categorisch, dat wil zeggen, moreel geboden, omdat het beginsel dat eraan ten grondslag ligt kan gelden als algemene wet voor alle redelijke wezens. ‘Spreek de waarheid’ en ‘Beschouw de ander niet louter als middel, maar ook altijd als doel op zichzelf’ zijn zulke morele geboden of categorische imperatieven. Je kunt dus niet onverschillig staan tegenover de nood van een ander. Wij dienen elkaars welzijn te bevorderen. Dit is de benadering van Immanuel Kant in Grundlegung zur Metaphysik der Sitten uit 1785.Lees ook:
Morele verantwoordelijkheid, wat is het?
Anders gesteld: de samenleving is een sociale onderneming ten dienste van wederzijds voordeel. Dit is de invloedrijke formulering van John Rawls in A Theory of Justice uit 1971.Er zijn dus twee redenen voor moreel gedrag op maatschappelijk niveau. De eerste reden verwijst naar efficiëntie: sociale contacten lopen soepeler en de samenleving functioneert doelmatiger (De Talleyrand en Hobbes). De tweede reden verwijst naar gevoelsmatige behoefte: door een samenspel van genen, opvoeding en scholing bezitten de meesten van ons morele sentimenten (Hume) die ons ertoe brengen ons moreel te gedragen en zodoende een maatschappelijke orde van wederzijds voordeel tot stand brengen en in stand houden ter bevordering van ons welzijn (Kant en Rawls).