Bij veel R&D-projecten wordt – vaak noodzakelijkerwijs – samengewerkt met externe partijen. De juiste balans tussen interne en externe samenwerking blijkt bepalend te zijn voor het succes van zulke projecten.
R&D-partnerships zijn aan de orde van de dag. Door samen te werken kun je de snelheid van productontwikkelingen omhoog brengen, kosten besparen en vaardigheden en kennis binnenhalen die je zelf niet in huis hebt. Op papier althans – vaak brengen zulke complexe projecten niet wat ervan werd verwacht. Het is namelijk lastig om de boel goed te coördineren en managen, vooral als er meerdere externe partners bij zijn betrokken.
3 succesfactoren bij samenwerking in R&D
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat het al dan niet slagen van complexe samenwerkingen in R&D sterk wordt bepaald door de schaal van de bijdragen van externe partijen aan het project – de mate waarin ze hun resources delen met het centrale bedrijf. Zie het als een klok-kromme: bij minimale en bij zeer hoge bijdragen leveren projecten lagere rendementen op, maar daartussenin hebben R&D-initiatieven veel baat bij de input van externe partners.
Een tweede succesfactor is de breedte van de bijdragen van externe partners (de mate waarin hun verantwoordelijkheden en resources verspreid worden over de hele waardeketen van het R&D-initiatief). Als ze breed bijdragen, verkleint dat de kans op succes.
De derde factor tot slot is de diepte van hun bijdragen (grotere rol in specifieke taken binnen de keten): dat vergroot de succeskansen van het project.
Conclusie
Externe partners moeten niet te weinig bijdragen maar ook niet te veel – en niet breed maar juist gefocust. De onderzoekers adviseren ook om supply chain integrators aan te stellen: interne managers met de vereiste business- en technische kennis die de uiteenlopende functies binnen een project overzien en coördineren.
Bron: Journal of Operations Management, januari 2015