Hoe ziet het proces van onderzoekend interveniëren eruit? De adviseur pendelt voortdurend heen en weer tussen wat hij doet in het moment, dat achteraf duiden en begrijpen door erover na te denken, en in gesprek te gaan, daar weer nieuwe inzichten uithalen, die overdraagbaar maken naar anderen en er een nieuwe methode of kennis uit destilleren.
Dat is een creatief en associatief proces omdat het pendelen niet volgens een vast patroon verloopt. Toeval speelt hierin een rol. Het pendelen wordt getriggerd door ‘momenten van de waarheid’ en door associatief te denken én door het gesprek aan te gaan met vakgenoten.
Drie-processenmodel
Het onderstaande model visualiseert de pendelbewegingen tussen theorie en praktijk, waarbij de actor (de adviseur) de intermediair is tussen praktijkontwikkeling en theorievorming.
Reflection in action
In het praktijkgerichte proces reflecteert de adviseur op het eigen handelen, met als doel effectiever te interveniëren. Dit is de reflection in action, het direct gebruiken van de inzichten. Dit leerproces draagt bij aan de praktijkervaring van de adviseur. Hierdoor kan de adviseur in het moment beter handelen.
In het kennisgerichte proces past de adviseur een theorie, een concept toe en levert daarmee nieuwe vaktheorie aan. In dit type adviesvraagstukken gaat het om het concept van de verwaarloosde organisatie. Dit proces was nooit op gang gekomen wanneer ik mij als reflective practitioner niet had verwonderd over het vastlopen van mijn interventies bij GVB en vergelijkbare opdrachten (handelingsverlegenheid) en toen ben gaan afvragen of de theorie waarop ik mijn handelen baseerde wel toereikend was, of dat hier theorie ontbrak (theorieverlegenheid).
Parallel aan beide processen vindt reflection on action van de adviseur plaats, die resulteert in het ontwikkelen van een overdraagbare werkwijze. Als extern adviseur werk ik veel samen met intern adviseurs met als doel dat zij het interveniëren kunnen voortzetten wanneer mijn contract eindigt. Op dit niveau is de methode van organisatieontwikkeling ontstaan die in dit hoofdstuk aan de orde komt.
Schrijven
Bij onderzoekend interveniëren hoort schrijven. Dit begint met het op papier zetten van momenten van de waarheid, inclusief de gesprekken die je daarover met anderen voert. Dit doet de adviseur door een reflectielogboek bij te houden. Daarbij heeft wat hij in het heden als een moment van de waarheid opschrijft, invloed op zijn handelen op een later moment, wat hij ook weer beschrijft in het reflectielogboek. Zo bouw je een voorraad aan momenten op waaruit je later kunt selecteren bij het schrijven, mocht je over de ontdekkingen tijdens het interveniëren een paper of artikel willen schrijven of een workshop willen houden om kennis en kunde over te dragen.
Dit proces van schrijven, reflecteren, anders doen, kennis toevoegen en opnieuw doen, en reflecteren heeft in de loop van vijftien jaar in ongeveer honderdvijftig opdrachten een methode van interveniëren opgeleverd. Hoe de ontwikkeling van deze methode is verlopen, is beschreven in een Engelstalig paper: Kampen, J., & Henken, A.M. (2019). Emotional
Abuse and Neglect in the Workplace: a method for arrested OD. In het bestek van dit boek dient de methode als structuur in het collectief leerproces. Ze is niet ‘in beton gegoten’ maar een volgorde van fasen waarop gevarieerd wordt.
Bron: Advieswerk in verwaarloosde organisaties
Door: Joost Kampen