Bevlogen medewerkers zijn belangrijk voor tevreden klanten en een hoge kwaliteit van dienstverlening. Vaak meten organisaties daarom de beleving van hun medewerkers via een jaarlijks medewerkeronderzoek. Ze hopen op basis hiervan verbetering te realiseren en de organisatie een positieve impuls te geven. In de praktijk werkt dit echter vaak averechts: er ontstaat weinig actie, leidinggevenden lopen vast en medewerkers klagen alleen maar meer. Hoe zorgen we ervoor dat organisaties wél iets bereiken met medewerkeronderzoek?
Met de inzichten en uitkomsten van medewerkeronderzoek heeft een organisatie potentieel goud in handen. Hoe meer tevreden, betrokken en bevlogen medewerkers zijn, hoe beter de prestaties van een organisatie (Bakker, 2003; Schaufeli, Loo, Van der Velde & Siegert, 2013). De uitkomsten van medewerkeronderzoek bieden organisaties inzicht en mogelijke aangrijpingspunten om hiermee aan de slag te gaan. Want lukt het om bevlogenheid te vergroten, dan kan dit de organisatieprestaties sterk verbeteren. Zéker bij lokale verbeteracties. Want juist de verbeteracties van leidinggevenden dicht bij de werkvloer hebben een groot verbeterpotentieel (Werkman, 2006). Toch slagen organisaties er in de praktijk veelal niet in dit te benutten. Ook in mijn eigen praktijk heb ik dit vaak gezien: na ontvangst van het rapport met de bevindingen sterft het initiatief een stille dood. Een alom bekend probleem van medewerkeronderzoek is dat leidinggevenden na de meting geen verbeteracties opstarten en sterker nog, dat zowel leidinggevenden als medewerkers gefrustreerd raken (De Waal, 2014). Leidinggevenden, doordat ze de scores van hun team onvoldoende kunnen verhogen. Medewerkers, doordat ze zich niet serieus genomen voelen en verbeterpunten niet worden opgepakt. Dit leidt tot een vicieuze cirkel waarin leidinggevenden en medewerkers een volgende keer nog minder geneigd zullen zijn om deel te nemen of in actie te komen. Het medewerkeronderzoek leidt op deze manier niet tot bevlogenheid, maar juist tot frustratie en demotivatie (Edwards, Thomas, Rosenfeld & Booth-Kewley, 1997). Ondanks het enorme potentieel heeft medewerkeronderzoek in de praktijk veelal een negatieve impact. Dit terwijl het vraagt om een flinke investering van tijd, moeite en geld. Dit moet toch anders kunnen? Daarom gaat dit artikel in op de volgende vragen: hoe zit medewerkeronderzoek eigenlijk in elkaar? Welke obstakels ervaren leidinggevenden om verbeteractie te ondernemen? Hoe kunnen organisaties deze obstakels wegnemen? Hoe leidt medewerkeronderzoek wél tot succes? En wat kunnen de verschillende partijen hieraan bijdragen?