Eindelijk is er een boek dat glashelder vertelt hoe vreselijk mis het kan zijn in organisaties. Hoe niet alleen de top en management, maar ook medewerkers zelf de boel soms zo frustreren dat de werksfeer grondig wordt verpest.
De grote vraag is natuurlijk wat je daaraan doet. Vanuit zijn kennis van de orthopedagogiek heeft Joost Kampen daar een geheel eigen visie op. Hij trekt een vergelijking tussen verwaarloosde organisaties en verwaarloosde kinderen, waarvan de ouders geen structuur bieden en verzuimen om hun kinderen adequaat te begeleiden. Geen gekke vergelijking omdat gedoe op de werkvloer meestal wordt veroorzaakt door volwassenen die zich gedragen als verwende kinderen of vervelende pubers.
‘Kampen schetst erbarmelijke toestanden’
Toen ik het boek voor het eerst in handen had, bekroop mij een gevoel van onbehagen. Een heftige titel en zwart-wit foto op de kaft van een totaal verouderde en verloederde kantoorruimte. Maar al bij het openslaan van het boek valt de heldere, frisse indeling op. Een logische opbouw van analyse tot interventiemethode, beschreven met vrolijke, rode tussenkopjes. Het boek bestaat uit vier delen, waarbij deel I en II je als lezer meenemen in het herkennen van verwaarlozing in organisaties. Aan de hand van voorbeelden, als de organisatiecrisis bij het GVB, bij een grote gemeente, bij een energiemaatschappij, schetst Kampen erbarmelijke toestanden op de werkvloer waarbij je je afvraagt hoe het ooit weer goed kan komen. Gelukkig geeft hij daar in deel III en IV handvatten voor. Met name de laatste twee delen van het boek zijn bedoeld voor (externe) veranderaars, die tips en adviezen krijgen over hoe te interveniëren en hoe overeind te blijven tijdens het interventieproces.
Al lezend kom je er achter dat de titel precies vertelt waar het boek over gaat: leren wat je moet doen wanneer het in organisaties langdurig ontbreekt aan sturing en begeleiding van de organisatieontwikkeling. De ondertitel: ‘lessen uit de geleefde werkelijkheid’, laat zien dat verwaarlozing in organisaties vaker voorkomt dan we vermoeden of onder ogen zien. Ook de auteur geeft aan dat de diagnose van verwaarlozing vaak lastig is te herkennen omdat er vooral iets níet gebeurt. Hij geeft voorbeelden van organisaties waarbij het ontbreekt aan leiding en structuur; waar mensen elkaar niet aanspreken of elkaar niet aanvoelen of ingaan op wat een ander doet of zegt; waar verantwoordelijkheid ontbreekt. Met deze criteria in het achterhoofd herken ik al snel praktijksituaties uit eigen ervaring en van mensen om mij heen.
“Op teamniveau interveniëren is vele malen effectiever dan strategische vergezichten en standaard trainingsprogramma’s.”
Aanpak om orde te herstellen
Vanuit zijn analyse over wat verwaarlozing in organisatie inhoudt, beschrijft Kampen zijn manier van aanpak om de orde weer te herstellen. Zijn methode klinkt eenvoudig en logisch. Ten eerste sluit je aan bij op de ontwikkelingsfase van dat moment. Vervolgens zorg je dat ieder zijn rol weer pakt en ga je ‘normaal doen’, dat wil zeggen: praten met elkaar. Tot slot is het cruciaal om te focussen op haalbaarheid en om de leiding de organisatie ook echt weer te leiden. Kampen is daarbij geen fan van een ‘vrije, blije opvoeding’. Hij is wars van zelfsturende teams, als die hun verantwoordelijkheid niet aankunnen. Terecht gelooft hij ook niet in positieve en trendy managementoplossingen als het echt niet lekker loopt in de organisatie. Volgens hem onderschatten veranderaars de invloed van de directe sociale context op het individu. In plaats van weg te dromen met Appreciative Inquiry of procedurele oplossingen als Scrum en Agile, kun je bij structurele verwaarlozing je beter focussen op de processen van groepsdynamica in de organisatie. Zijn methode gaat dan ook uit van de verwaarlozende driehoek: patronen van schadelijke interactie als het gaat om destructieve organisatieontwikkeling, destructief leiderschap en destructief medewerkerschap.
Communicatie cruciaal
Het lezen van dit boek overtuigde mij, als communicatiecoach, nog maar weer eens hoe cruciaal het is om effectief met elkaar te communiceren op de werkvloer. Om elkaar aan te spreken en je rol te pakken, zeker als leidinggevende, in plaats van je ogen te sluiten en te wachten tot ‘gedoe’ overgaat. Wat dat betreft raad ik alle directies, teammanagers, interne coaches, HR-adviseurs en OR-leden aan om dit boek te lezen voordat er sprake is van verwaarlozing. Zoals Kampen zegt: ‘Wees maar verschillig naar elkaar toe. Mensen verantwoordelijk houden voor hun eigen gedrag is normaal en nodig.’ Met andere woorden, elkaar aanspreken en opvoeden blijft essentieel om succesvol samen te werken.
Annett Keizer is communicatiecoach en –trainer. Met Keizer&Co helpt ze professionals en teams in organisaties hun communicatieve vaardigheden te versterken.
Bron: Managementboek.nl