Een verhaal wint aan kracht, geloofwaardigheid en toetsbaarheid als het meer is dan woorden, als het gestalte krijgt in wat iemand doet.
Voorbeeldgedrag
Sterker nog, wat iemand doet is een veel krachtiger boodschap dan de tekst die wordt uitgesproken of opgeschreven. Daarom is voorbeeldgedrag ook zo essentieel als je anderen mee wilt krijgen. Nu vind ik dat een van de ingewikkeldheden hierbij is dat het handelen van managers, politici, leiders, of hoe je ze ook zou willen noemen ook in taal verschijnt. Of eenvoudiger gezegd, de taal van de manager = zijn handelen. En voor je het weet verwar je spreken en handelen.
De timmerman kan spreken over een tafel en hij kan eraan kan schaven of zagen. We zien duidelijk het verschil. Maar als een manager spreekt met een medewerker is niet helemaal duidelijk of hij nu aan het werk is (schaven en zagen) of alleen maar commentaar levert (spreken over de tafel). Je zou dus een onderscheid kunnen maken tussen handelend spreken en becommentariërend of oordeelvormend spreken. Het eerst is actie of leidt ertoe en het tweede is gericht op beter begrijpen en tot oordelen komen. En beide zijn nuttig.
Oordeelvormend spreken
Het oordeelvormend spreken is nuttig bij het onderzoeken van dingen. Je weet nog niet precies wat je van een kwestie vindt en je toetst bij je gesprekspartners wat zij ervan vinden en zo scherp je je eigen gedachten. Het is dan overigens wel productief dat je niet eindeloos blijft doorgaan met het scherpen van je gedachten, maar op enig moment tot handelen overgaat. Dan ga je over tot handelend spreken; je neemt een besluit of zet iets in gang. We kennen allebei managers of zelfs hele organisaties die kunnen blijven ronddolen in de oordeelsvorming, de nuanceringen en de perspectiefwisselingen. Intellectueel reuzeleuk, maar analysis paralysis, uiteindelijk doodvermoeiend en machteloos.
Maar dan die andere kant, de kant van het handelend spreken. Daar waar de taal actie is of tot actie leidt. Heel erg nuttig en productief. Hier komt iets tot stand. Maar ook deze manier van praten kan doorschieten. Het is ook de taal van ‘zekers te weten’, de kant van de ‘krachtige leiders’, die van ‘waar is de knoop, dan hak ik hem door’.
Trage oordeelsvorming
De behoefte aan een dergelijk type leiderschap ontstaat vermoed ik vanuit het ongeduld met trage oordeelsvorming bij complexe vragen. Maar dit soort besluitvaardigheid leidt ook gemakkelijk tot doorschieten in versimpeling en oppervlakkigheid. En tot dadendrang zonder diepgang. De handeldrift waarin door veel stoere besluiten ook veel stuk gemaakt wordt.
De kunst is dus om beide te kunnen, kunnen stilstaan, reflecteren, onderzoeken en kunnen handelen, besluiten, poetsen. En dat dan in een goede onderling verhouding zodat visie ook handen en voeten krijgt. Het is goed om knopen te kunnen doorhakken, maar sommige kun je beter ontwarren. Dan kan je het touw nog eens gebruiken.
Bron: Jaap van ’t Hek (zie foto), auteur van Onderweg, blogt met medeauteur Leike van Oss op site Over Onderweg.