Circulair Organiseren: Value for Many (46)
Het is mooi om te zien dat de Circulaire Economie ‘trending topic’ is in de lijstjes van meest gelezen duurzaam nieuws in het afgelopen jaar. Dat geeft hoop in turbulente tijden. Met de recente ondertekening van het grondstoffenakkoord liggen er nu bovendien vier beleidsdocumenten die samen een langetermijnvisie neerzetten. Het wordt spannend te zien hoe dit straks in een nieuw regeerakkoord ingebed wordt. Ondertussen gaan we gewoon door met deze serie columns over de CE, die gestart is in 2015. We naderen nu de 50ste column en hopen aan het eind van dit jaar richting de 100 te gaan. Hier staan we stil bij het economische meer-stromen landschap waarin de CE gepositioneerd moet worden.
Een eenzijdig debat
Wie het CE-debat een beetje van nabij volgt, kan het niet ontgaan zijn dat in ongeveer de afgelopen twee jaar het debat zich heeft versmald tot een bijna claustrofobische focus op grondstoffen. Het is alleen nog maar de materie die centraal staat. Ecologische, sociale of maatschappelijke aspecten van het debat zijn zo’n beetje uit beeld verdwenen, terwijl ze toch al heel dunnetjes aanwezig waren.
Juist het juiste gedrag van consumenten speelt een belangrijke rol in het succes of het falen van een Circulaire Economie.
Dat maakt dat we zo langzamerhand over een heel schraal CE-concept praten en dat is bijzonder jammer, want het wordt daardoor een debat voor en tussen grondstofspecialisten. De rol die consumenten in dat debat kunnen en moeten spelen raakt geheel buiten beeld. Juist het juiste gedrag van consumenten speelt een belangrijke rol in het succes of het falen van een CE. Bovendien wordt door die verschraling de toch wel wat ontnuchterende realiteit van de samenstelling van het feitelijke economische landschap geweld aan gedaan.
Beter benutten van lineaire spullen
De huidige materiële welvaart hebben we de afgelopen 40 tot 50 jaar gecreëerd op basis van een lineair industrieel productieconcept. Die wijze van produceren is tot in de perfectie ontwikkeld, niettegenstaande de steeds grotere negatieve externaliteiten (vervuiling, uitputten, uitbuiting, etc.) waar die op gebaseerd is. Daardoor ontstaat betaalbaarheid en daarmee toegankelijkheid van spullen. Spullen die vervolgens amper gebruikt worden en een angstig korte levens- of gebruiksduur hebben.
Deelplatformen schieten als paddenstoelen uit de grond. Hoe positief ook, daar hoeft niks circulairs aan te zijn. Het is feitelijk een opkomende functionele economie in de beste historische traditie, die ‘performance management’ heette.
Wat we nu gelukkig beginnen te ontdekken is dat het economisch aantrekkelijk is om spullen te gaan delen. Niet alleen op huishoudniveau maar op alle mogelijke terreinen. Essentie van die ontwikkeling is beter benutten van spullen. Dat is eigenlijk een vorm van asset-management. Dus deelplatformen op vrijwel elk terrein schieten als paddenstoelen uit de grond. Hoe positief ook, daar hoeft niks circulairs aan te zijn. Het is feitelijk een opkomende functionele economie in de beste historische traditie die ‘performance management’ heette.
Community-based business models
Mooi om te zien is dat deze ontwikkeling om georganiseerd te delen ook doorgetrokken kan worden naar infrastructurele voorzieningen zoals energie, mobiliteit, voedsel, zorg en financiën. Mensen gaan participeren en investeren in gezamenlijke business modellen met het oog op meerdere vormen van ‘rendement’. Niet alleen geld doet er toe, maar ook stroom, eten of zorg kunnen de uitkomst zijn van dit soort business modellen.
We hebben daar in de afgelopen jaren met een grote groep mensen een boek over geschreven, een website over gemaakt (nieuwebusinessmodellen.nl), er aandacht aan besteed en zelfs een Massive Open Online Course (MOOC) van gemaakt (bit.ly/1TRfa8A). En wij zijn zeker niet de enigen. Wat te denken van de vele verzamelplekken van dit soort modellen als VoorDeWereldVanMorgen, Greenwish of de M-AEX. Het is interessant om te zien hoe juist deze economie van nieuwe gemeenschappen opkomt en vorm en volume krijgt.
Circulaire business modellen
Het is in dit economische landschap dat de circulaire economie binnenkomt. Kern van zo’n economie is vooralsnog het ontwerpen, maken en benutten van producten (al dan niet in combinatie met diensten) met het oog op zo maximaal mogelijk materiaal behoud. Noem dit de smalle variant van de CE, want slechts gericht op materie.
De feitelijke praktijk van die circulaire economie is nog uiterst bescheiden van omvang.
Naar uit ons onderzoek blijkt is de feitelijke praktijk van die circulaire economie nog uiterst bescheiden van omvang. Zo hebben we recent een bureau-onderzoek gedaan op basis van alle mogelijke lijstjes die circuleren rond duurzame en circulaire bedrijven. Het verzamelen van die lijstjes leverde ruim 5.800 bedrijven op. Maar als we die bonte verzameling langs een aantal criteria leggen – waarvan de belangrijkste natuurlijk is het samen organiseren van (materiële) kringlopen – dan houden we er pakweg 100 over.
Toegegeven: we zijn misschien wat streng in de leer, maar het is toch wel indicatief voor wat de feitelijke stand van het land is als het gaat om het aandeel van de circulaire economie in de totale economie. Die resultaten worden echter wel bevestigd door de landelijke enquête naar de CE, die we de afgelopen maanden ook hebben uitgevoerd. Opgewekt nuchter is de conclusie van bureau- en veldonderzoek samen dat we echt aan het begin van het begin staan van het feitelijke economische aandeel van de circulaire economie in de totale economie.
Economisch meer-stromen land
Feitelijk leven we dus in een overgangseconomie. Dominant is de lineaire economie – en het is een illusie dat deze van vandaag op morgen zal verdwijnen en zelfs of dat wel wenselijk is. Zeker: we zullen met man en macht moeten werken aan de verduurzaming van die economie en de schadelijke externaliteiten zo maximaal mogelijk tussen nu en binnenkort terug te dringen, zo niet nihiliseren. Dat is een lastige opgave – heel lastig omdat onze business- en verdien- modellen daar niet op ingericht zijn. Bovendien zijn we totaal niet gewend de echte kosten voor een product te betalen als alle kosten daarin mee gewogen worden.
Ondertussen ontstaat er een economisch meer-stromen land, gevoed door een bredere waaier aan business modellen rond benutting, community en circulariteit. Dat is een goede zaak en maakt dat we aan een nieuwe economie kunnen bouwen terwijl we de oude economie ver- en afbouwen. Het is heel mooi dat de overheid in haar beleidsdocumenten rond de CE 2050 als een stip op de horizon zet. Nu nog een aantal opeenvolgende regeringen die dat beleid verankeren en vertalen, ongeacht hun politieke kleur. Dus graag strategisch stemmen voor een meerjaren CE plan in maart, hoe lastig dat ook is in het verwarrende en circulair vaak kleurloze politieke landschap!
Jan Jonker is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zijn werk concentreert zich op nieuwe businessmodellen in een veranderende economie. Zijn meest recente bestseller is ‘Nieuwe Business Modellen; Samen Werken aan Waardecreatie’ (2014). In 2016 heeft hij het landelijk onderzoek over Business Modellen voor de Circulaire Economie gelanceerd (zie: bit.ly/2dSu9S8). Op 18 mei organiseert hij met zijn team een conferentie waarin de resultaten van het landelijke onderzoek naar de Circulaire Economie gepresenteerd worden. Meld u aan voor de nieuwsbrief als u daarbij wilt zijn: https://www.circulairebusinessmodellen.nl/activiteit/congres-bmce-2017/
https://www.sigmaonline.nl/2016/12/whitepaper-circulaire-economie-2/