Als je ervoor moet zorgen dat iemand niet hoeft na te denken, ben je aan het ontwerpen voor systeem 1. Daarvoor is het van belang dat je iets meer weet over de werking van je automatische brein. Zoals ik al eerder aangaf, maakt ons systeem 1 gebruik van shortcuts (heuristieken, in de woorden van Kahneman). Dit zijn eenvoudig gezegd de kortere routes die ons automatische brein (systeem 1) neemt om de mentale energie van ons bewuste brein (systeem 2) te sparen. Ons overlevingsmechanisme.
Je bent waarschijnlijk al bekend met andere woorden waarmee we deze shortcuts beschrijven. We noemen ze soms ons onderbuikgevoel, een ‘guesstimate’, gezond verstand of intuïtie. De manier waarop we heuristieken ‘opbouwen’ is door beschikbare informatie te bekijken en die informatie te koppelen aan onze eerdere ervaringen met soortgelijke problemen.
Verschillende heuristieken
Ik zal je een paar voorbeelden geven. De meest voorkomende heuristiek is de trial-and-error-heuristiek. Dit is het proberen op te lossen van een probleem op basis van ervaring in plaats van theorie. Een ander voorbeeld van een heuristiek is de zogenaamde beschikbaarheidsheuristiek (availability heuristic). Bij het nemen van een beslissing vertrouwt deze heuristiek op zaken die onmiddellijk in onze gedachten opkomen. Of, eenvoudiger gezegd, we hechten meer waarde aan informatie die snel in ons opkomt. Wanneer we dus een beslissing moeten nemen, gaat ons brein automatisch naar soortgelijke gebeurtenissen of situaties die we eerder hebben meegemaakt of gezien. Het probleem daarmee is dat we als gevolg daarvan geloven dat die gebeurtenissen niet alleen vaker voorkomen, maar ook waarschijnlijker zijn. Daardoor hebben we de neiging om de waarschijnlijkheid dat soortgelijke situaties in de toekomst zullen gebeuren, te overschatten. Dus als je net een artikel over kanker hebt gelezen en de week daarna een afspraak hebt bij de dokter, is het waarschijnlijker dat je denkt dat je een ernstige ziekte zou kunnen hebben.
Dit is verwant met een andere heuristiek die ook wel de gambler’s fallacy wordt genoemd (de valkuil van de gokker). Wij denken dat de waarschijnlijkheid dat een toevallige gebeurtenis zich in de toekomst voordoet, wordt beïnvloed door eerdere, soortgelijke gebeurtenissen. De kans dat je tien keer achter elkaar kop gooit bij het opgooien van een munt is 0,00097 procent. Stel je voor dat je negen keer achter elkaar kop gooit; hoe groot is dan de kans dat het de volgende keer munt wordt? Het antwoord is 50 procent. De meesten van ons zouden echter een veel grotere kans toekennen aan munt, omdat we al zo vaak kop hebben gegooid. Maar munten hebben geen geheugen, dus blijft de kans op kop of munt 50 procent.
Waarom we er soms faliekant naast zitten zonder dat we het zelf weten: cognitieve bias
Wat Kahneman ontdekte is echt een paradigmaverschuiving, het is baanbrekend denken dat zelfs enkele ego’s zou kunnen kwetsen. Het probleem met heuristieken is namelijk dat ze soms fout zijn. Het zijn niets meer dan mentale snelkoppelingen die er meestal op neerkomen dat je je concentreert op één aspect van een complex probleem en het andere negeert. Daardoor klopt ons denken minder goed dan we zouden willen geloven of aan onszelf willen toegeven. We lijden allemaal aan zogenoemde cognitieve biases (mentale denkfouten) dankzij de heuristieken. Er zijn een heleboel cognitieve biases. Het zijn er te veel om hier allemaal op te schrijven maar ik wil er een paar noemen die je veel tegenkomt, zodat je ook meer gevoel hebt bij wat die denkfouten in de praktijk kunnen zijn.
Heb je ooit iemand horen zeggen: ‘Nee, dat kan Loïs niet gedaan hebben, ze is altijd zo schattig’. Dit is de Halo-bias. Als iemand een positieve eigenschap heeft (bijvoorbeeld schattig zijn) zal die afstralen op diens andere eigenschappen.
Stereotypering is ook een bias. Onderzoek heeft aangetoond dat een man met een uitgesproken kin meestal wordt gezien als een betere leider en iemand met een bril als competenter. Je systeem 1 volgt stereotypen blindelings. Nog eentje. Is het je ooit opgevallen dat hoe meer je weet, hoe minder zelfvertrouwen je hebt? En hoe minder je weet, hoe zelfverzekerder je lijkt te zijn? Dit staat bekend als het Dunner-Kruger-effect, een bias die ervoor zorgt dat presteerders hun prestaties onderschatten en omgekeerd. Als ik een bias wil begrijpen, is daar altijd de reddende engel Buster Benson, hij loodst me altijd weer als een volleerd padvinder door het woud van de vele biases. Tijdens zijn vaderschapsverlof (wie wist dat het krijgen van kinderen zulke geweldige neveneffecten kon hebben?) besloot hij de wirwar van biases te ordenen. Dank daarvoor, Buster! Het beste wat je kan doen als je meer wil weten over cognitieve biases is zijn blogpost bekijken. Die is briljant. Zijn blog helpt je om veel sneller tot de juiste bias te komen. Om je alvast een voorproefje te geven: hij heeft de cognitieve biases gegroepeerd rondom vier mentale problemen die onze hersenen proberen op te lossen:
Te veel informatie
We worden dagelijks overspoeld met informatie; daarom gebruiken onze hersenen cognitieve biases om informatie te filteren. Zo merken onze hersenen eerder dingen op die het recentst aan ons geheugen zijn toegevoegd of die al in ons geheugen zijn gegrift. Daarom werkt herhaling: het zorgt ervoor dat dingen in ons geheugen blijven hangen. En dat is ook de reden waarom als je ervoor zorgt dat je je aandacht richt op iets specifieks (priming), je andere informatie kan (en zal) verwaarlozen. Of waardoor dingen die opvallen, zoals humor, tekeningen, enzovoort, eerder onze aandacht trekken.
We worden ook aangetrokken door details die bevestigen wat we al hebben ervaren, weten of geloven. En ten slotte hebben we de neiging negatieve eigenschappen bij anderen eerder op te merken en diezelfde eigenschappen bij onszelf minder te herkennen. Allemaal voorbeelden van biases die ons helpen om te gaan met te veel informatie.
Niet genoeg betekenis
We krijgen stukjes en beetjes informatie die vaak nergens op slaan. Ons systeem 1 helpt ons door er toch iets zinnigs van te maken door te proberen om patronen te zien en verhalen te gebruiken om het hele plaatje te begrijpen. Daarbij vult systeem 1 de lege plekken in. We maken gebruik van dingen als stereotypen of generalisatie. Maar we gebruiken ook shortcuts om een verhaal over een persoon te vormen. Het feit dat je iemand aardig vindt of dat je iets leuk vindt wat iemand doet, kan een positief of negatief oordeel over iemands hele persoonlijkheid of prestaties creëren. Ons brein vindt het heerlijk om uit het niets verhalen te verzinnen. Er zijn biases die voortvloeien uit het feit dat we denken te weten wat andere mensen denken.
We zijn vreselijke wiskundigen (ik was blij te horen dat iedereen dat is, en niet alleen ik); we zijn slecht in het berekenen van waarschijnlijkheden en vereenvoudigen getallen voortdurend. Dat leidt tot verschillende cognitieve biases. Een andere bias is dat we onze huidige ik op onze vroegere of toekomstige ik projecteren om dingen beter te begrijpen.
Je moet snel handelen
Soms moeten we snel handelen, ook al beschikken we niet over alle informatie. Je kan je voorstellen dat biases voortkomen uit overmoed of overmatig optimisme. Daardoor hebben we de neiging de voorkeur te geven aan dingen waar we nu direct beter van worden in plaats van in de toekomst. En we zijn geneigd om de dingen waar we al in hebben geïnvesteerd, af te maken. Dat kan tijd, inzet of geld zijn. Als mens zijn we ook risicomijdend. We houden ervan de status quo te handhaven en geven de voorkeur aan beslissingen die niet te veel ophef veroorzaken. Vooral als je sociale status op het spel staat. En als je snel moet handelen, geef je de voorkeur aan eenvoudige, makkelijk te volgen opties, zonder eerst alle informatie te moeten verzamelen.
Te veel om te onthouden
Als we ons elk stukje informatie of elke ervaring die we hebben gehad tot in detail zouden moeten herinneren, zou er meteen kortsluiting ontstaan in onze hersenen. Ons brein is dol op generalisaties en minder dol op details. We hebben de neiging om over specifieke dingen heen te stappen en gemakkelijk te onthouden generalisaties te vormen. En als we toch bezig zijn, herschrijven we de geschiedenis door gebeurtenissen en feiten te bewerken. Ook de timing van details is belangrijk. We hebben de neiging ons het eerste en het laatste te herinneren wat is gebeurd, maar het middenstuk is wazig.
Beluister de podcast over De kunst van gedrag ontwerpen met Astrid Groenewegen:
Bron: De kunst van gedrag ontwerpen
Door: Astrid Groenewegen