Tachtig procent van alle managers kan zonder enig probleem uit de organisatie worden weggehaald, en dan wordt het werk beter gedaan. Zeker als je een meewerkend voorman inzet.
Onderzoek naar toegevoegde waarde managers
Dat zeg ik niet, dat zegt professor Richard Boyatzis van de Case Western Reserve University. Hij heeft sinds eind jaren ’70 in meer dan 90 landen onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van managers. En de conclusie was dat 80 procent van de managers voor maar 1 persoon of minder (niemand dus) toegevoegde waarde heeft in de organisatie. De managers vonden zelf overigens dat ze die toegevoegde waarde wél hadden. Maar hun medewerkers – en die werden ondervraagd – vonden dus van niet.
Volgens Boyatzis waren de uitzonderingen militaire organisaties, en dan vooral de operationele militairen (die van het knokken) en andere organisaties waar managers meewerken om daadwerkelijk een operationeel resultaat te behalen, zoals voormannen in de bouw, en leidinggevenden op spoedeisende hulp afdelingen. Meewerkend voormannen (m/v) dus.
Dat zijn conclusies nog niet als een bom zijn ingeslagen in managend Nederland en de managende wereld is enerzijds schokkend, anderzijds begrijpelijk. Van de automobilisten denkt immers ook 90 procent dat ze bij de best rijdende 10 procent horen. Dat zal bij managers niet anders zijn.
Wat doen managers eigenlijk?
Toch is het vaak niet duidelijk wat managers doen. Vooral in grotere organisaties is het vaak volkomen onduidelijk wat er allemaal besproken en gedaan wordt in al die overleggen, lunchmeetings, conference-calls, werkoverleggen, voortgangsgesprekken en tussentijdse evaluatiegesprekken. Ja, de schijn van controle ophouden, dat gebeurt in ieder geval. Maar welke daadwerkelijke toegevoegde waarde al die managers en hun activiteiten hebben, dat blijft een beetje vaag.
En dat komt vooral doordat de meeste managers geen meewerkend-voormanrol vervullen. Soms lijkt het wel alsof een manager zelf niets meer kan. Zelfs voor het halen van lunch hebben ze een secretaresse nodig. Op zich strookt dat niets meer kunnen wel met de gedachte dat een goed manager zichzelf zo snel mogelijk overbodig maakt, maar meestal doen ze dat laatste nu juist net niet.
Heel veel managers zijn vooral goed in het frustreren van processen, en het op een goedbedoelde manier coachen van werknemers, waarbij ze vooral kijken wat ze zelf belangrijk vinden en niet zozeer naar wat de medewerker goed kan en wil. Daarbij zie je ze zelden zelf verkoopgesprekken voeren, de schilderskwast ter hand nemen, een stuk programmatuur opleveren, of een winkelschap bijvullen. Want meestal zijn ze druk met ‘belangrijke dingen’, waarbij verder onduidelijk is wat dat belangrijke ding nu precies is.
Transformeer naar meewerkend voorman
Als managers zich meer zouden opstellen als meewerkend voorman, en zelf doen wat de collega’s ook doen, en daardoor met hun voeten in de klei de collega’s coachen, dan zouden ze veel meer toegevoegde waarde hebben voor mensen in de organisatie. En daarbij ook nog eens daadwerkelijk, meetbaar, positief bijdragen aan het bedrijfsresultaat. Dus manager: verander jezelf in meewerkend voorman!
Door: Eduard van Brakel