Procesmanagers hebben in hun positie veel kansen en mogelijkheden om duurzaamheid te ondersteunen. Zij zijn immers gespecialiseerd in het leggen van verbindingen, zegt Geanne van Arkel, in 2018 verkozen tot MVO Manager van het Jaar en op 27 november spreker op het 14e Jaarcongres Procesmanagement.
Verbindingen leggen zijn belangrijk omdat we (te) vaak naar losse elementen kijken. Daarbij verliezen we het holistisch perspectief uit het oog, zegt Geanne van Arkel, hoofd duurzame ontwikkeling bij tapijtfabrikant Interface. ‘Met een holistisch perspectief creëer je niet alleen een beter, maar ook een duurzamer proces. Duurzamer houdt in: een circulair proces met een zo laag mogelijke footprint, gebruikmakend van gerecyclede of bio-based grondstoffen, dat een positieve sociale bijdrage levert én bijdraagt aan het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG) zoals geformuleerd door de Verenigde Naties.’
Uitzoomen
Dat lijkt heel veel en heel complex, maar dat is het niet, stelt Geanne van Arkel gerust. ‘Als je ergens op inzoomt, dan beperk je je zicht en daarmee ook de mogelijke oplossingen. Terwijl als je uitzoomt, dus breder kijkt en meer zaken meeneemt, dan ontstaat een veel groter oplossingsbereik.’
Door te kijken naar de natuur kun je veel leren, zowel op product- en proceniveau, als op organisatie- en zelfs businessmodelniveau.
Door te kijken naar de natuur kun je veel leren, zowel op product- en proceniveau, als op organisatie- en zelfs businessmodelniveau, zegt Van Arkel. ‘Bijvoorbeeld als het gaat over samenwerken, kunnen we veel leren van de natuur. Vaak weten we het wel, maar zijn we het vergeten omdat we op een bepaald gebied expert zijn geworden, door onze opleiding, of door onze rol in de organisatie. We zijn geneigd om vanuit die expertise ergens op in te zoomen en vergeten vervolgens om uit te zoomen.’
Slimmere oplossingen door samenwerking
Geanne van Arkel is van huis uit textielingenieur en werkt al bijna 17 jaar bij Interface. Vorig jaar werd ze verkozen tot MVO Manager van het jaar. ‘Een mooi erkenning’, zegt Van Arkel, ‘niet alleen voor mijn werk, maar voor waar we bij Interface al jaren aan werken. Ik ben niet in mijn eentje verantwoordelijk voor duurzaamheid, dat zijn we allemaal, binnen Interface, maar ook daarbuiten, voor de manier waarop we met z’n allen samenwerken en samen leven’. Geanne van Arkel behaalde een Master in Biomimicry. Wat haar daarin aansprak was de verbinding die gelegd wordt tussen verschillende disciplines, zoals bijvoorbeeld biologie en engineering. ‘Dat zijn twee uitersten, maar door elkaars taal te leren spreken, multidisciplinaire samenwerking te bevorderen en cross-sectorale innovatie, kom je tot betere, duurzamere, circulaire en slimmere oplossingen.’
Alles wat we doen hééft invloed. Dat besef geeft een heel groot handelingsperspectief, in je persoonlijke rol en zeker in je professionele rol.
Het is Van Arkel’s ervaring dat mensen ‘leren van de natuur’ vaak nogal vaag vinden, totdat je zegt dat we eigenlijk allemaal onderdeel zijn van de natuur. ‘Dat staat niet los van elkaar, alles wat we doen hééft invloed. Dat besef geeft een heel groot handelingsperspectief. In je persoonlijke rol – en zeker ook in je professionele rol – kun je gigantisch het verschil maken.’
No-brainers
Interface is al 25 jaar bezig met wat tegenwoordig de circulaire economie wordt genoemd. ‘Om een product te fabriceren dat op fronten circulair is en een zo laag mogelijke footprint heeft’, legt Geanne van Arkel kort en bondig uit. Het bedrijf heeft zichzelf recent uitgedaagd door in te gaan op het project Drawdown, geïnitieerd door Paul Hawken, de man die begin jaren ‘90 inzette op het pad van circulariteit, en ‘werken als de natuur’, zoals hij het zelf formuleerde. Hij heeft oplossingen bij elkaar gebracht om radicaal de wereldwijde CO2 uitstoot naar beneden te brengen.
Van Arkel: ‘Als je naar de oplossingen kijkt, dan valt op dat ze allemaal al bestaan, we hoeven er niets nieuws voor te bedenken. Daarnaast: het zijn slimme investeringen én ze dragen bij aan het realiseren van de Sustainable Development Goals. Om het even kort door de bocht te zeggen, het zijn allemaal no-brainers.’
Wat Geanne van Arkel maar wil zeggen: we denken heel vaak dat het lastig is om meerwaarde en een win-winsituatie te creëren. Dat je per definitie trade-offs moet accepteren bij elke oplossing. Maar dat is niet de juiste insteek.
Oplossing nummer 1
Als voorbeeld vertelt Van Arkel over de eerste oplossing uit de Drawdown-lijst. ‘Niemand raadt wat er op nummer 1 staat als beste oplossing om de meeste CO2-uitstoot te voorkomen en daarmee klimaatverandering tegen te gaan. Het is het vervangen van de koelstoffen die we gebruiken in onze koelkasten, airco’s en warmtepompen e.d.! Een aantal weken geleden was er het bericht dat het gat in de ozonlaag dicht is. Dat is het resultaat van afspraken die in de industrie zijn gemaakt om bepaalde stofjes niet meer te gebruiken en te vervangen door andere stofjes. Dat is natuurlijk een heel hoopgevend voorbeeld: we hebben een probleem veroorzaakt, we weten wat we moeten doen, we gaan ernaar handelen en we kunnen het oplossen. Alleen: de stofjes die nú gebruikt worden, tasten de ozonlaag niet aan, maar stoten wel 200 tot 300 keer zoveel CO2 uit. Dus met de ene oplossing hebben we een ander probleem veroorzaakt. Dat is zo kenmerkend!’
Dat is wat de SDG’s ons willen leren: draag positief bij waar je kan, maar zorg er ook voor dat jouw oplossing geen negatief effect heeft op de andere doelen.
Nog een voorbeeld. ‘Stel, je bent procesmanager in de voedselindustrie. Er is een supertechnologie ontwikkeld waarmee heel efficiënt voedsel geproduceerd kan worden. Het draagt bij aan een van de SDG’s, namelijk dat niemand in de wereld meer honger heeft. De supertechnologie draagt echter niet positief bij aan het herstel van biodiversiteit. Is dat dan een goede oplossing? Nee, maar het is wel wat we continu doen. We kijken niet naar het grotere geheel, we optimaliseren op maar één dimensie. Dat is wat de SDG’s ons willen leren: draag positief bij waar je kan, maar zorg er ook voor dat jouw oplossing geen negatief effect heeft op de andere doelen.’
Leren van fouten
Vanuit haar rol geeft Geanne van Arkel regelmatig gastcolleges over de duurzaamheidsmissie van Interface. ‘Dan vertel ik graag wat we allemaal fout hebben gedaan, wat we daarvan hebben geleerd en wat wél heeft gewerkt. Interface baseert het samenwerken op het gedachtegoed van The Natural Step, een wetenschappelijk model over hoe wij binnen de grenzen van de planeet kunnen opereren.  Tegelijkertijd leren we van de pragmatische voorbeelden uit de natuur die er al zijn. De voetjes van een Gekko bijvoorbeeld, inspireerden ons bij Interface om een koppelstukje – TacTiles – te maken zodat we onze tapijttegels niet meer aan de vloer hoeven te verlijmen, maar waarmee we ze aan elkaar kunnen koppelen zodat ze beter herbruikbaar en recyclebaar zijn.’
Concrete tips
Leren van de natuur – biomimicry – en hoe je daar in je bedrijf je voordeel mee kunt doen, daarvan gaat Geanne van Arkel voorbeelden geven tijdens het Jaarcongres Procesmanagement. ‘Maar wel heel concrete voorbeelden. Ik kom uit een zakelijke context, we zijn een beursgenoteerd bedrijf, dus onze aanpak is concreet doelgericht en tegelijkertijd allesomvattend. Biomimicry helpt je gewoon om betere oplossingen te bedenken. Beter en duurzamer in de breedste zin van het woord: slimmer, efficiënter, kostenbesparender, milieubesparender, sociaal inclusief en mooier.’
Interview: Maud Notten