‘Kijk eens goed naar een oude barstende asfaltweg. Je ziet scheuren waartussen nieuwe plantjes kiemen’. Ik lees deze zinnen en voel direct een verlangen om die nieuwe plantjes te ontdekken. Voor mij staat dat voor initiatieven en activiteiten die tegen de gebaande wegen in groeien en bloeien. Maar hoe moet ik dat doen? En als ik ze vind, wat doe ik er dan mee?
De quote over de oude asfaltweg komt uit het boek ‘Werken aan de wakkere stad’ van Jan van Ginkel & Frans Verhaaren. Een boek waar ik bij lezing heel blij van werd. De auteurs zijn in staat om een aantal van mijn wat impliciete en intuïtieve opvattingen over gangmaken en veranderen in gemeenten en organisaties goed te verwoorden. Hieronder geef ik een paar voorbeelden.
Gangmakers maken mensen wakker om deel te nemen en bij te dragen
Ik ben één van de initiatiefnemers van het Gangmakersgilde. Bij gangmaken gaat het over bewegen, verbinden, inspireren en belangen bijeenbrengen, altijd vanuit een innerlijke drive en het grotere doel voor ogen. Gangmakers zijn onmisbaar om complexe veranderingen tot stand te brengen. En dan hebben we het dus niet over veranderingen in een geordende wereld, waarvoor de oplossingen voor problemen min of meer voorhanden zijn, aldus van Ginkel en Verhaaren. Nee, we hebben het over dynamische en onvoorspelbare veranderingen in een ongeordende wereld.
De auteurs noemen dit in hun boek het vierde-orde-perspectief. Leiderschap in dit perspectief zien zij als het mensen wakker maken voor hun deelname en bijdragen. Dan is het enige dat telt niet of mensen kunnen instemmen met beleid, maar of ze zelf medescheppers worden van dat beleid. Het gaat niet om draagvlak maar om doenvlak.
Leiderschap in het vierde-orde-perspectief betekent mensen wakker maken voor hun deelname en bijdragen, dat ze medescheppers worden van beleid.
Dit is wat gangmakers willen voor zichzelf: mee bouwen aan een gemeenschap. En dat is ook wat we willen met het gangmakersgilde: gangmakers die zich niet bewust zijn van hun gangmakerschap wakker maken.
Gangmakers voelen de wind
Van Ginkel en Verhaaren leggen uit dat je voor het werken aan complexe veranderingen een andere manier van oriënteren nodig hebt. Zij stellen dat in turbulente situaties onze eerste reflex is om terug te grijpen op zekerheden, uitgangspunten, resultaten of vertrouwde werkwijzen. Maar het zou beter zijn om die juist uit te stellen. We zijn gewend om vanuit een paar waarnemingen het totaalplaatje af te leiden. Zij pleiten in dit soort situaties voor het omgekeerde: in elk detail het geheel proberen te zien. Zij noemen dat de generatieve blik. Je geeft geen oordelen of antwoorden, maar stelt vragen.
Gangmakers zijn mensen die een drive hebben en in staat zijn dingen voor elkaar te krijgen. Zij zijn er goed in om de wind door het molentje te voelen: waar gaat de beweging heen en hoe benutten we die energie? En bij die sensitiviteit, die opmerkzaamheid is zo’n generatieve blik vanzelfsprekend.
Gangmakers en gemeenschapskracht
In het laatste deel van hun boek expliciteren de schrijvers wat zij verstaan onder een wakkere stad.
Volgens hen is gemeenschapskracht het nieuwe weefsel van de toekomst. Groei van individuen, welzijn van gemeenschappen en het belang van het totaal worden daarin met elkaar verbonden. Door gemeenschapskracht kunnen mensen en gezinnen hun vitale functies beter vervullen: voor een goede opvoeding van hun kinderen zorgen, een gezond leven in een verantwoorde omgeving creëren, een veilige straat en wijk mogelijk maken, een welvarend lokale economie ontwikkelen, bewaken dat er duurzaam voedsel en een toekomstbestendig milieu komen, voor de kwetsbaren en vreemdelingen zorgen. Eigen kracht is maar alleen, aldus de auteurs.
Door gemeenschapskracht kunnen mensen en gezinnen hun vitale functies beter vervullen.
Voor mij staat dit centraal in mijn activiteiten in mijn eigen buurt en de discussies die we daar voeren over hoe we ook anderen willen wakker maken om mee te doen. Ook in mijn stad speelt volop het debat over ‘Samen stad maken’. Over participatie, invloed uitoefenen, representatieve en directe vormen van democratie en alle andere vormen om inwoners gelegenheid te geven initiatieven te nemen en uit te voeren.
Boekbespreking
Het boek is best complex maar samen kunnen we het vast beter doorgronden. Zo kunnen we er nog beter achter komen wat een ‘generatieve blik’ is, hoe je je verhoudt tot een 4e orde verandering als gangmaker en hoe je dit naar dagelijkse werkpraktijken in zorg en welzijn kunt vertalen. Heb je zin om hierover mee te denken en te praten, of herken je mijn voorbeelden? Kun jij het gedachtegoed toepassen in je eigen (mogelijk andere) werkpraktijk? Ik hoor het graag. Mail naar gangmaken.nu@gmail.com of jeanetbouw@edificare.nl. Lees hier een samenvatting van het boek.
door Jan van Ginkel en Frans Verhaaren
Over de auteur: Jeanet Bouw ontrafelt, ondersteunt en adviseert bij vraagstukken over zorg en welzijn bij gemeenten, organisaties voor zorg, welzijn en belangenbehartiging en met bewoners. Naast betrokkenheid op de inhoud heeft ze speciale aandacht voor de veranderkundige aspecten. Het gangmakerschap is hiervan een uitwerking. Zij is één van de oprichters van het gangmakersgilde waar gangmakers gelijkgestemden kunnen ontmoeten voor steun en inspiratie om zo hun drive om de wereld een beetje mooier te maken.