El Camino! Ultreïa! Ultreïa! Et suseia Deus adjuva nos! Vertaald: Vooruit! En verder! Rechtdoor! Moge God ons helpen! Het komt uit het bekendste pelgrimslied van de Santiago traditie. Discipline. Bedevaarten, pelgrimage, afzien, rituelen, rozenkransen, knielen, gebeden, mantra’s… Het zijn die elementen die overal op de wereld leiden tot inspiratie, geloof en voor sommigen heling en verlossing. Ik heb deze zomer met mijn gezin rondgetrokken door Noord-Spanje. Bilbao’s Guggenheim museum, de Picos met lange bergwandelingen, slaperige stadjes en zee. Geëindigd in bedevaartsoord Santiago de Compostella, voorafgegaan door een stuk lopen van de Camino; het pelgrimspad waar religieuzen tot verlichting van zonden komen en ook niet-gelovigen inspiratie opdoen. Met het Jacobsschelpje als teken van pelgrimage aan hun kleding of tas bevestigd. Begonnen in de negende eeuw na Christus, ter aanbidding van relikwieën van een van de apostelen van Jezus; de heilige Jacobus. Wat ik zag, was naast geloof, inspiratie, sportiviteit, gemeenschappelijkheid en traditie, vooral discipline.
El Camino is een netwerk van pelgrimspaden in heel Europa. Al enkele eeuwen na Christus liepen pelgrims de tocht. Als boetedoening; kerkelijke en wereldlijke rechtbanken legden dat soms op. Of om religieuze verlichting te bereiken. Tegenwoordig lopen mensen de Camino ook om redenen van sportiviteit, spiritualiteit of om een ‘liminale levensfase’ op een bijzondere manier te beleven. Pelgrims hebben een pelgrimspaspoort waarin ze stempels verzamelen. Je slaapt in sobere hostels onderweg. Pelgrims zijn zichtbaar door de Jacobsschelp op hun tas of hoed. Stevige tochten: je moet tenminste 100 km te voet afleggen, 200 km te fiets of op het paard om de ‘Compostella’, bisschoppelijk bewijs van pelgrimage, te ontvangen. Niet voor niets is discipline, ritueel en routine in veel culturen vastgeklonken in religieuze rituelen. Bedevaarten. Kloosterlingen met hun strenge discipline van vroeg opstaan en vijf vaste kerkdiensten per dag. Balinezen die elke dag weer een prachtig offertje voor de goden maken. Boeddhistische monniken die zandmandela’s maken. Joden die voor Pesach elk jaar het hele huis zo grondig reinigen, dat er letterlijk geen broodkruimel meer te vinden is. Moslims die zich wassen voordat ze gaan bidden.Persoonlijke discipline
Vorige week vroeg iemand het me via LinkedIn: ‘ik zie echt elke dag goeie posts van jou voorbij komen. En je bent zo zichtbaar in de schrijvende media. Hoe dóe je dat? Waar haal je de tijd vandaan?’ Het is een vraag die ik heel vaak krijg. Net als hoe het gelukt is om van een bijzondere tak van sport – corporate antropologie – een goedlopend bedrijf te maken. Of mensen die in mijn C.V. lezen dat ik op m’n 23e gepromoveerd ben naast een baan bij de politie en op mijn 29e directeur werd van een groot asielzoekerscentrum. De conclusie is dan meestal dat ik wel uitzonderlijk slim moet zijn, een magisch marketingbureau in de arm heb genomen of een enorme dosis geluk, kruiwagens en privileges op mijn levenspad ben tegengekomen. Jazeker, ik ben gezegend met een goed stel hersenen, kan veel dingen tegelijk doen en heb soms buitengewoon veel energie. Dat is domweg mazzel en daar ben ik enorm dankbaar voor. Nee, ik heb geen magic marketing bureau of social media mevrouw of meneer. Wel een fantastische assistente, Marijke Dieleman, maar posten doe ik zelf. Geluk gehad? Zeker; ik heb een prachtig gezin en kende voorspoed op mijn pad. Maar ik heb ook een harde levensstart gehad, een lastige bedrijfssplitsing meegemaakt en ben ziek geweest. Niet alles ging zo makkelijk als het misschien lijkt vanaf de buitenkant. Privileged en kruiwagens? Nee hoor, geen ouderlijke mentoring of oude corporale studentenverenigingen en ik behoor tot minstens vier ‘groepen met enige maatschappelijke achterstand’. Hoe ik het dan wel doe? Het simpele en saaie antwoord dat je – wellicht niet wilt horen – is echt gewoon discipline. Ik leef tegenwoordig volgens een topsportregime. Rust, reinheid, regelmaat. Na enig zoeken heeft het leven mij geleerd dat mijn energie niet onuitputtelijk is en dat voldoende rust belangrijk voor me is. Dus ik werk, slaap, eet en beweeg op vaste tijden. Ik maak af waar ik aan begin. Tijd naast mijn werk is voor mijn gezin, huis, tuin, natuur. Buiten de lijntjes kleuren doe ik in het weekend en dan maar één dag. Voor mij geen etentjes met vrienden door de week of zangles op woensdagavond. Dat trek ik niet. Magische inspiratie voor mijn boeken en blogs? Een beetje. Maar ook gewoon op zondagochtend om 7 uur achter de computer als mijn gezin uitslaapt. Social media bereik opbouwen? Niet een keer per week je product aanprijzen, maar gewoon elke dag twintig minuten actief posten en ook vooral anderen lezen, helpen, koppelen en jezelf laten zien. Als ik moe thuis kom van een lezing, sleep ik mezelf aan mijn haren naar het bos voor een rondje hardlopen of wandelen, omdat ik weet dat ik anders instort met een zak chips op de bank. Minstens drie studieboeken per maand lezen. Mezelf niet laten verleiden tot alleen maar podiumwerk doen, maar met mijn voeten in de klei en van tijd tot tijd een echt lastige verandertransitie met een directieteam oppakken. Als ik een mening heb over actualiteit niet zoekend ronddolen, maar direct de pen pakken, schrijven en contact met kranten onderhouden. Discipline geeft me vleugels en ervaar ik als net zo’n grote inspiratiebron als out of the box denken, dromen of mijn meer zachte, luie, spirituele, idealistische kant. Ja, in organisaties en op het podium spreek ik veel over flow, creativiteit, eigen wijsheid, de stem van de minderheid, anders kijken, passie en innovatie. Maar ook en steeds meer … over de regelmaat, de trommel, de cadans in organisaties. Rust, reinheid, regelmaat. Leiderschap definieer ik steeds vaker als een voorbeeldig voorleven van visie en discipline. Niet afwijken van je pad. Doorgaan en afmaken wat je voor je ziet, ook als het tough is.Discipline in organisaties
Ik kom dikwijls in organisaties waar het aan rust, reinheid, regelmaat ontbreekt. Waar ‘nieuw’ hip is en discipline een beetje als oud managen wordt weggezet. Dan surfen we van de ene op de andere managementhype mee. Gaan we van zelfsturing naar co-creatie, en doen dat easycratisch, sociocratisch, deep democratisch, inclusief, agile, systemisch… Soms word ik al duizelig van het eerste intakegesprek als ik hoor wat er al allemaal geprobeerd is en wie mij al voor zijn geweest. ‘Cool down’, wil ik dan wel eens uitschreeuwen. ‘Ga gewoon je tent runnen en maak eens af wat je inzet.’ Dan hebben we een waardevol intervisietraject doorlopen en vraag ik na een jaar: ‘doen jullie het nog?’. Vaak is het antwoord: ‘nee, weggezakt’. En dan vragen ze mij hoe ‘ze het weer kunnen activeren’. Het simpele antwoord en dus geen magic trick is: ‘gewoon, weer gaan inplannen’. Wat ik mooie discipline in organisaties vind: een team in de thuiszorg dat steevast het overleg begint met een rondje; ‘wat was je meest lastige cliëntvraag deze week en wat was je meest praktische oplossing voor een cliënt’. Zo’n team groeit naar elkaar toe en creëert een cultuur waarin uitwisselen van best practices en elkaar helpen bij tegenslag routine is geworden. De kracht zit in de herhaling. Volhouden. Natuurlijk kijkt iedereen elkaar de eerste keer glazig aan. Maar de vierde keer niet meer. Of een politieleider die consequent een bedankbriefje schrijft aan elke agent die een hele mooie actie heeft gedaan tijdens de dienst. Een directeur die er schoon genoeg van heeft dat iedereen te laat komt of halverwege vertrekt op de maandelijkse bureaumeeting en daarom de regel stelt dat je dan helemaal niet meer hoeft te komen. En het lef heeft dat drie maanden vol te houden ondanks luide protesten en spot. En dat het dan werkt en iedereen heel blij is, omdat er eindelijk eens tijd is voor een echt goed overleg. De regel in een bedrijf dat er voor 11.00 uur ’s ochtends niet wordt gemaild, maar je eerst rondloopt op de werkvloer en elkaar gewoon even aanspreekt. Discipline saai? Beetje. Persoonlijk vind ik feesten, passie, omdenken, dwarsliggen, buiten de lijntjes kleuren, partyen, dromen veel leuker. Maar wat ben ik blij met discipline, cadans en ritme. Zonder rust, reinheid, regelmaat verdwaal ik in alle verleidingen van werk en leven. En dan heb je niks aan magische inspiratie.Discipline lijstjes
Hoewel ik persoonlijk eigenlijk meer van het kwalitatieve gesprek ben dan van kwantitatieve lijstjes, helpen lijstjes mij zeer waar het gaat om discipline. Zo oud als de mensheid natuurlijk. Met de meeste bekende en impactvolle lijst uiteraard de 10 geboden. Heb jij zo’n lijstje? Verankerd in jouw geloof of uit een managementboek? Zelf bedacht, profetisch of een lijstje van iemand die je inspirerend vindt?Mijn self-made discipline lijstje:
- De kracht van herhaling. Eén keer hardlopen of een goed gesprek hebben met je collega is niet voldoende. Blijvend doen is het geheim. Ik zet veel dingen vast in mijn agenda: benen op tafel gesprek met collega’s, tandartsbezoek, rustdagen, iets leuks doen met mijn moeder. In organisaties geloof ik enorm in de kracht van herhaling. Eén keer een check-in doen voor een vergadering is niet genoeg. Altijd doen, een jaar lang en dan kijken wat het resultaat is.
- Evalueer niet elke dag. Als ik een nieuwe methodiek, leefregel of werkwijze heb geïntroduceerd in mijn huishouden of bedrijf ga ik niet elke dag evalueren of het wel werkt. Het een tijdje de kans geven om in te dalen en pas na een maand of half jaar evalueren. Blik op nul en hoofd op oneindig. Zo ben ik ooit begonnen te twitteren. Leek me heel erg stom. Heb toen met mezelf afgesproken dat ik het drie maanden zou doen zonder me elke dag af te vragen wat ik ervan vond. Elke dag vijf minuten. Bleek erg veel op te leveren en ik vind het nog leuk ook. In organisaties help ik directieteams vaak om door te zetten, juist als het tough wordt in een verandertraject. Dan komt de echte transformatie pas in zicht. Te vroeg evalueren is kenmerk van escapisme voor het echte werk; ‘het helpt niet, laten we stoppen’.
- Duffe dingen eerst. Ik begin mijn dag met mijn drie saaiste mails, administratie waar ik een hekel aan heb, buikspieroefeningen. Als ik nog fit ben. Daarna mag ik iets heel leuks doen van mezelf, zoals stukjes schrijven. En dan doe ik gewoon de rest van het werk. Tip voor leiders: je kunt wel een guru-achtige leider willen zijn, maar als je ‘huis’ niet op orde is, is je charisma niks waard. Maak de boel schoon en doe ook de duffe dingen.
- Vaste dingen doe ik op vaste plekken en in vaste volgorde. Zo telefoneer ik bij mooi weer in de tuin. Als ik op locatie binnenkom om een lezing te geven, zorg ik eerst dat alle techniek in orde is voordat ik een kop thee neem of met de dagvoorzitter in gesprek ga. Dat geeft me rust. Zorg in je organisatie voor cadans naast vernieuwing en inspiratie. Verander de opzet van je leiderschapsdagen niet elke maand, maar ga eens een tijdje met een vaste inspirator of bureau op reis. Doe je teambuilding gewoon op dezelfde plek als vorig jaar als dat heel goed beviel. Nieuw is niet altijd beter. De beste schoolreisjes vroeger waren op die altijd zelfde kampeerboerderij.
- Love first. Ik heb de luxe van meer werk en leuke dingen in het leven dan ik aankan. Nadeel is dat ik heel veel moet kiezen wat wel en niet te doen. Ik kies steeds vaker voor wat me lief is of waar ik me druk over wil maken dan voor wat me rijk of beroemd maakt. Heeft wel even geduurd. Dat bekent soms heel ‘asociale’ grenzen trekken. Ik word veel uitgenodigd voor kennismakingsafspraken. Ik vind het moeilijk om nee op te zeggen, omdat ze vaak wederzijds inspirerend zijn. Toch zeg ik heel vaak nee tegenwoordig. ‘Love first’ helpt me daarbij: als ik ‘ja’ zeg tegen weer een koffieafspraak, zeg ik eigenlijk ‘nee’ tegen een dag shoppen met mijn kids of partner. Of tegen mijn eigen gezondheid. En dat is tegen mijn eigen regel van ‘love first’. ‘Love first’ in organisaties betekent steeds weer afvragen of de beslissing die jij neemt bijdraagt aan het welzijn van jouw organisatie, je medewerkers, je klanten, de wereld. Duurzame besluiten nemen.
- Maak alles mooi. Ik denk in beelden en heb mezelf ooit voorgenomen dat alles wat ik maak en doorgeef vanuit de Academie voor Organisatiecultuur visuele schoonheid in zich draagt. Dat betekent bijvoorbeeld dat ook mijn contracten en opdrachtbevestigingen plaatjes bevatten en dat ik nooit iets op LinkedIn post zonder een mooie foto erbij. Nooit dus. Bedenk jouw eigen variant op ‘maak alles mooi’ in organisaties. Wat doet er echt toe voor jouw organisatie en zie ik dat terug in ál je interne en externe uitingen?
- Doe het gelijk. Ik heb mijn slaap nodig. Als ik ergens van wakker lig, is er maar een oplossing: de volgende dag gelijk oplossen, gesprek aangaan, afmaken, ophelderen. Juist de dingen die ik spannend vind of waar ik tegenop zie, doe ik zo snel mogelijk. First things first. Zorg dat je in je werk elke dag tijd overhoudt voor calamiteiten die plotseling om aandacht vragen.
- Vallen en opstaan. Doorgaan en opvallen. Soms werken mijn lijstjes niet en ontbreekt discipline. Of zit mijn werk, lijf of leven tegen. Full face onderuit. Sta ik weer op. En ga door. Hoe zit dat in jouw organisatie? Mogen mensen die er even uit vallen weer opstaan? Of serveer je die gelijk af? En als je zelf eens omvalt? Ben je een beetje mild voor jezelf?