Een groot deel van nieuwe en onbewuste informatie komt niet via de gebruikelijke manier naar boven, maar via dubbele signalen. Afwijkende stemmen hebben de neiging om zich omzichtig en via een omweg zichtbaar te maken. De goede verstaander kan ze oppikken, maar als we maar half luisteren, merken we de informatie en de signalen niet op en blijven ze voor ons verborgen. Het oppikken van dubbele signalen vraagt meer dan actief luisteren, het betekent leren luisteren met verschillende zintuigen. In dit artikel uit het boek Deep Democracy lees je waar je op kunt letten en hoe je leert ‘Superluisteren’.
Dubbele signalen
De minderheidswijsheid komt vaak naar boven via dubbele signalen. Mensen zijn bijzonder goed getraind om – uiterlijk – beleefd te blijven, maar ondertussen allerlei dubbele signalen af te geven. We kunnen heel goed ‘dit’ zeggen, terwijl we eigenlijk ‘dat’ bedoelen. Hiermee kunnen we afwijkende stemmen voorzichtig naar voren brengen. En door niet helemaal helder te zijn in wat we nu eigenlijk écht bedoelen, kunnen we er ook niet hard op afgewezen worden. Het is een slim en doeltreffend mechanisme om onszelf te beschermen, zeker in situaties waarin het niet veilig is om duidelijk kleur te bekennen en diepere emoties en gedachten te delen.
Naast wat we zeggen, komt er altijd onuitgesproken informatie mee door hoe we het zeggen en hoe we bewegen; waarom wiebel je bijvoorbeeld opeens met je voet, pluk je aan je trui of wrijf je over je neus? Deze bewegingen heb je niet bedacht, die gebeuren gewoon. Wie nuchter van aard is, zal zeggen: ‘Omdat ik jeuk had.’ Maar wanneer je meegaat in de gedachte dat we omringd zijn door meerdere bewustzijnsniveaus dan alleen onze consensusrealiteit, dan is het eigenlijk heel normaal en logisch dat er vanuit de droomwereld en het veld van de mogelijkheden voortdurend informatie op ons afkomt.
Verwarrende communicatie met dubbele signalen
De manier van communiceren die hoort bij dubbele signalen, noemen we ook wel ‘verwarrende communicatie’. Het levert namelijk verwarring en gekwetstheid op als mensen net niet zeggen wat ze eigenlijk bedoelen. Verwarrende communicatie kan duiden op edge-gedrag, voortkomen uit beleefdheid en angst om iemand te kwetsen, of het niet willen dragen van de verantwoordelijkheid voor de eigen mening. Onderstaand overzicht (Lewis, 2008) helpt om de verschillende vormen te herkennen.
1 Afwezigheid
Dit is het type gedrag waarbij je lijf wel aanwezig is, maar je hoofd niet. Mensen knikken op goed geluk ‘ja’, maar zijn er met hun gedachten niet echt bij. Het is een vorm van dissociëren die velen van ons zich hebben aangeleerd om vroeger op school saaie lessen te overleven. Tijdens lange vergaderingen en saaie verhandelingen gebruiken we hetzelfde copingmechanisme. Effectiever is het om te zeggen dat je afdwaalt, zeker als je bedenkt dat als jij met je gedachten afdwaalt, er zeer waarschijnlijk meerdere mensen mentaal zijn uitgecheckt. Dit is een van de redenen om tijdens stap 4 te stemmen door middel van handopsteken; door de fysieke beweging komen mensen ook mentaal weer terug in de ruimte.
2 Elkaar onderbreken
Hoe verhitter de discussie, hoe minder we elkaar uit laten spreken. Of we stellen elkaar wel een vraag, maar wachten het antwoord niet af. Dit is een verwarrende manier van communiceren, al dan niet gevoed door culturele communicatienormen, omdat over het algemeen het belangrijkste deel van de boodschap achteraan in de zin zit (lalalali). Het is niet aan jou als begeleider om het team te verplichten elkaar uit te laten spreken. Wel kan het zeer effectief zijn mensen bewust te maken van het feit dat ze elkaar veel onderbreken en daarmee mogelijk de belangrijkste informatie telkens net niet van elkaar horen.
3 Radiozenders
De term ‘radiozenders’ gebruiken we voor het fenomeen dat allerlei mensen met elkaar een gesprek lijken te hebben, terwijl niemand echt luistert naar de ander. Het gesprek is geen dialoog, maar een verzameling monologen. Iedereen blijft op zijn eigen gedachtespoor. Helaas worden vele vergaderingen op deze manier gevoerd. Niemand krijgt nieuwe ideeën, niemand weet precies wat de ander heeft gezegd, maar we doen met elkaar net alsof er uitwisseling heeft plaatsgevonden. Geen wonder als vervolgens de gemaakte afspraken niet worden nagekomen; er zijn namelijk geen afspraken gemaakt, omdat niemand echt heeft geluisterd naar het voorstel van de ander. Door als begeleider vragen te stellen en te stimuleren dat mensen elkaar bevragen, kun je de oprechte interactie weer op gang brengen, waarbij mensen op elkaar inhaken en op elkaars gedachtegang voortborduren.
4 Onbedoeld inhoudelijk afdwalen
Dit verwijst naar de situatie waarin de groep langzaam is afgegleden naar een ander onderwerp, zonder dat de groepsleden dit bewust besloten hebben. In het Engels heet dit: sliding not deciding. De groep kan om verschillende redenen zijn afgedwaald: omdat het eerdere onderwerp te spannend was; omdat iemand zichzelf graag hoort praten en het gesprek heeft overgenomen; of omdat niemand echt zat op te letten door mentale afwezigheid. In alle gevallen werkt inhoudelijk afdwalen verwarrend. Maak de groepsleden bewust van het feit dat ze het over een ander onderwerp hebben dan waarmee ze het gesprek begonnen, en of dat is wat ze willen.
5 Vragen stellen die geen vragen zijn
Een heel bekende manier van verwarrende communicatie is dat mensen een vraag stellen, maar eigenlijk een mening verkondigen. Als reactie op een presentatie kunnen we deze redelijk goed herkennen. Maar ook de algemene vragen tijdens een gesprek, die op zich het gesprek verder helpen of verdiepen, werken verwarring in de hand als de vraagsteller niet laat zien wat hij zelf vindt. Juist degene die de vraag ‘bedenkt’, heeft namelijk vaak een gedachte of een mening die de vraag deed ontstaan. Het is zonde om deze mening niet te horen. Check bij de vragensteller waarom hij deze vraag stelde of dat hij wellicht zelf al ideeën heeft over het antwoord op deze vraag. Voorbeelden van dergelijke vragen zijn: ‘Vind je dat we hiervoor advies moeten vragen van het management?’, of: ‘Denk jij dat we Antoine ons excuus zouden moeten aanbieden, want dat is toch erg ongebruikelijk?’
6 Indirectheid: derde persoon
In dit geval vermom je je eigen mening in een algemene stelling. Bijvoorbeeld ‘Er zijn mensen die vinden dat rood een mooie kleur is’, in plaats van ‘Ik vind rood een mooie kleur.’ Als dat laatste het geval is, kun je het beter zo zeggen: dat schept duidelijkheid. Als begeleider kun je deze indirectheid doorbreken door bijvoorbeeld te vragen wat iemand bedoelt te zeggen. Of hun stelling ook voor henzelf geldt. Houd hierbij wel rekening met de culturele communicatienormen: indirectheid kan ook een ingeslepen gewoonte van beleefdheid zijn. Maar zelfs dan kun je, met de juiste mate van compassie en respect, controleren of het de mening van iemand persoonlijk is.
7 Indirectheid: ik zeg iemand, maar bedoel jou
Niemand wordt expliciet bij naam genoemd, maar iedereen weet over wie het gaat. Of heeft een vermoeden. Bijvoorbeeld door te zeggen dat ‘iemand van marketing’ weer het budget heeft overschreden, terwijl je Anja bedoelt (die bovendien gewoon in de groep aanwezig is). Of dat ‘iemand van de ondersteuning’ een fout in de offerte heeft gemaakt, terwijl we allemaal weten dat Sem het heeft gedaan. Deze indirectheid is vaak goed bedoeld, maar leidt tot veel onveiligheid. Moedig mensen aan om elkaar direct aan te spreken: ‘Ik vraag me af of je Anja bedoelt. Kun je ons dat uitleggen?’
8 Indirectheid: reddende engel
Hierbij brengt iemand iets naar voren om een ander te helpen. Het team wil bijvoorbeeld afspreken om zonder pauze door te werken, en Sonja zegt iets als: ‘Voor mij is het geen probleem, hoor, om geen pauze te nemen, maar misschien voor anderen wel.’ Hier spreekt de reddende engel: zijn woorden klinken sympathiek, maar zijn helaas weinig behulpzaam. Ofwel verpakt iemand zijn eigen mening en zorgt zo voor onduidelijkheid, of iemand probeert een ander te helpen zonder te controleren of de ander wel hulp nodig heeft. De reddende engel zien we vaak bij mensen die professioneel werken met groepen als coach of begeleider. Wanneer mensen dus niet voor zichzelf spreken, kun je hun vragen voor wie ze dat doen en of dat wat ze hebben ingebracht, ook voor henzelf geldt.
9 Non-verbale stilte
Ik voeg aan de bovenstaande rij van Myrna Lewis graag de non-verbale stilte toe. In een situatie waarin de stilte overheerst, is non-verbaal gedrag een krachtig wapen dat mensen kunnen inzetten. Iemand hoeft maar met z’n ogen te rollen of diep te zuchten en de sfeer is onveilig. Maak mensen bewust van het effect dat ze kunnen hebben op het gesprek. Vaak komen dingen die niet gezegd worden, in een beladen stilte non-verbaal naar voren. Mensen krijgen een lege, starende blik. Maak niet de fout om deze blik te interpreteren als ‘instemming’. Integendeel. Een starende blik betekent dat mensen actief moeten worden uitgenodigd mee te doen aan het gesprek. Dat het mogelijk nog niet veilig genoeg is om te zeggen wat ze eigenlijk willen zeggen. Zwijgen kan ook sterk non-verbaal gedrag verraden. De stilte kan van alles betekenen. Een hardnekkig zwijgen komt meer dan eens op de sabotagelijn terug in de vorm van gestopte communicatie en vertragingsstrategieën.
Superluisteren
Op delicate momenten komt het aan op zorgvuldig en met alle zintuigen luisteren naar wat er gezegd wordt en naar wat er niet gezegd wordt. Informatie dient zich namelijk niet alleen aan via onze taal, maar via meerdere communicatiekanalen, channels genoemd. In Deep Democracy onderscheiden we zes communicatiekanalen. Vaak gebruiken we maar een van deze kanalen, terwijl er onbewust ook informatie via de andere kanalen wordt uitgewisseld. Ik kan bijvoorbeeld woedende taal uitslaan naar iemand (auditief kanaal) en tegelijkertijd bewegingen maken die duiden op toenadering (kinesthetisch).
Superluisteren staat voor de vaardigheid om via alle communicatiekanalen informatie op te halen. Het is luisteren met je oren, ogen, hart, lichaam en ziel om de ander te kunnen zien, horen, voelen, ervaren en spiritueel te ontmoeten. Wanneer we ons bewuster worden van de verschillende kanalen bij onszelf en anderen, krijgen we meer informatie. Tijdens Superluisteren schakel je actief over van het ene naar het andere kanaal. Dus, wanneer je bijvoorbeeld onbewust met je been wiebelt en je merkt dat, dan kun je vervolgens bewust met je aandacht naar de beweging toe gaan door de beweging opeens te stoppen of door deze uit te vergroten. In beide gevallen vraag je aan jezelf: ‘Wat heeft deze beweging mij te vertellen?’ Wanneer je dit vaker doet, zul je verrast zijn door de vele verborgen patronen, gevoelens en onuitgesproken gedachten die je tegenkomt. Door ’s avonds op de bank een wiebelend been plots stop te zetten realiseer je je bijvoorbeeld hoe ongeduldig en bezorgd je eigenijk bent over een bepaald project.
Door te switchen van kanaal nodig je de groep uit om contact te maken met de wereld van verborgen patronen, diepere gevoelens, vergeten inspiratie en onuitgesproken ideeën. Dit is misschien een beetje vreemd en onwennig, maar het levert vaak veel op. Als je durft. Vraag tijdens een overleg bijvoorbeeld eens om te stoppen met praten (auditief), de ogen dicht te doen en in gedachten te kijken naar de beelden die opkomen (visueel) met betrekking tot het agendapunt. Werkelijk krachtige leiders zijn als magiërs, doordat zij het lef hebben om vanuit neutraliteit en compassie zich open te stellen voor alle communicatiekanalen, waardoor zij alles wat zich aandient, kunnen gebruiken om de groep verder te helpen. Vaak worden de belangrijkste dingen namelijk niet gezegd, maar wel gecommuniceerd.
Culturele verschillen
Nu moeten we niet vergeten dat er culturele verschillen zijn in onze manieren van communiceren. Voor de vormen van verwarrende communicatie geldt dat wat in de ene culturele context bijvoorbeeld duidelijk en direct is, in een andere als indirect kan overkomen. In mijn eerdere boek Normaal is anders! heb ik hier uitgebreid over geschreven. Wat er vanuit Superluisteren nog bij komt, is het besef dat er culturele verschillen zijn in het gebruik van de communicatiekanalen.
In het Westen zijn de visuele en de auditieve kanalen dominant en worden de bewegingskanalen weinig bewust gebruikt. Vraag Nederlanders maar eens om met hun lijf in dans uit te beelden wat ze bedoelen. Bij veel etnische groepen in Afrika is de inzet van het bewegingskanaal veel gewoner; als het spannend wordt tijdens een vergadering is het niet ongebruikelijk dat iemand een lied met dans inzet om vervolgens weer verder te praten. Van Deep Democracy-collega’s in Australië heb ik begrepen dat Aboriginalgroepen het wereldkanaal, dus het contact met het universum, heel veel gebruiken in hun dagelijkse communicatie. Aboriginals spreken vaak met en via de geesten en voorouders, terwijl dit voor veel Nederlanders een onbekend kanaal is.
- Jitske Kramer spreekt op het Event Verdraaide Organisaties. Klik hier voor meer info en aanmelden >>>
Bron: Deep Democracy
Door: Jitske Kramer