Fraude en corruptie zijn ook in Nederland aan de orde van de dag. In organisaties die eraan ten prooi vallen, zie je specifieke patronen. Dat blijkt uit onderzoek.
Een analyse van vakliteratuur en 25 bekende Nederlandse schandalen uit de afgelopen 25 jaar, bracht patronen aan het licht in organisatieculturen die de kans op fraude en/of corruptie vergroten. Als je de belangrijkste risicofactoren voor organisatiefraude en -corruptie in kaart zou kunnen brengen, dan zou je op basis daarvan voorspellingen kunnen doen. Dat was het doel van het onderzoeksteam ‘integriteit‘ van de Hogeschool van Amsterdam. Het team heeft deze patronen herleid tot zeven red flags.
Zeven gevaarlijke signalen voor fraude en corruptie
- Grote machtsafstand
De macht is zodanig geconcentreerd (bij een individu, duo of groep) dat tegenspraak onmogelijk is of geen effect heeft. Met kans dat de machthebbers medewerkers onder druk zetten om bochten af te snijden en frauduleuze handelingen te verrichten. - Isolement
Een organisatieonderdeel is fysiek, emotioneel en/of sociaal gescheiden van andere onderdelen. Groepsnormen kunnen daardoor verschuiven en makkelijker worden gerechtvaardigd (‘Naar ons wordt toch niet omgekeken, dus gaan we echt niet al die tijdrovende protocollen volgen.’) - Geheimhoudingsconstructies
Die stellen belanghebbenden in staat om informatie over schendingen te verhullen. - Rings of silence
Bepaalde personen zijn op de hoogte van schendingen en schermen die af voor anderen (‘We weten dat X zwart bijklust, maar we klikken niet naar de baas’). Zij hebben voor hun gevoel niet de ruimte om kritische vragen te stellen of gevoelige onderwerpen als deze aan te snijden. - Verkeerd voorbeeld
Als leidinggevenden onvoldoende worden gezien als integere personen, weinig waarde hechten aan het belang van integriteit en/of niet ingrijpen als zich misstanden voordoen, geven zij het signaal af dat integriteit geen kernwaarde is voor de organisatie. - Zwakke bedrijfsvoering
Er zijn onzorgvuldigheden op het gebied van beleid en bedrijfsvoering, waardoor de organisatie schendingen niet kan signaleren en/of bestraffen. Er is bijvoorbeeld te weinig toezicht of interne controle, of een te beperkte administratie. - Resultaatgedrevenheid
Van het groepsgedrag gaat een grote drang uit om succes en resultaat te boeken. De druk is hoog, de verwachtingen zijn hooggespannen en/of de interne concurrentie is sterk, en alleen de winnaars krijgen waardering. Wat maakt dat niet-integer gedrag eerder wordt getolereerd.
Boekentips:
Bron: Management en Consulting, 4-4-2016