De kiezer heeft gesproken, de stemmen zijn verdeeld. De verkiezingsstrijd ging vooral over wie met wie, de sleutels van het Torentje, normaal doen en een campagne die vaak over de campagne ging. Maar ook over de meet ups van de Jessias, staand het Wilhelmus zingen, AOW en WAO, Gronings gas en het afzeggen van debatten. Nu de rook is opgetrokken, begint de zoektocht naar een nieuw kabinet. Partijen die de afgelopen maanden de onderlinge verschillen juist zo groot mogelijk maakten, moeten nu samenwerken. Wij zien drie belangrijke aandachtspunten die hierbij helpen.
Het verleden leert ons dat het lastig is echt goed samen te werken in de politiek. De voornaamste reden is dat de parlementaire democratie een zero sum game lijkt: jouw verlies is mijn winst. En er zijn altijd volgende verkiezingen waarbij de gunst van de kiezer belangrijk is; zo niet landelijk dan toch lokaal. Ronkende verkiezingsslogans blijken hun weg moeilijk te vinden naar kabinetsbeleid. Na de formatie is het vaak de teleurstelling die regeert. De kiezers herkennen zich niet in de compromissen die de uitkomsten van de zware onderhandelingen vaak zijn.
Zoals vaker is de wereld buiten soms verder dan de politiek. De fractievoorzitters kunnen een voorbeeld nemen aan de vele organisaties in Nederland waarmee wij dagelijks mogen werken om hun samenwerking verder te verbeteren. We delen graag drie aandachtspunten die relevant zijn voor de kabinetsonderhandelingen en politieke samenwerking.
1. Onderlinge verschillen maken samenwerken zinvol
Het nieuwe kabinet staat voor taaie maatschappelijke vragen. Hoe geven we de duizenden asielzoekers die naar Nederland zijn gekomen een plek in onze samenleving? Hoe zorgen we ervoor dat duurzaamheid en circulaire economie geen buzzwoorden zijn, maar staan voor actie en resultaat? Hoe wordt de participatiesamenleving een succes zodat bewoners echt meer eigenaarschap voelen over hun leven en omgeving? En hoe maken we de zorg menselijker zonder dat de kosten nog verder stijgen?
Voor deze vraagstukken is samenwerking over grenzen nodig. En die samenwerking is meer succesvol wanneer partijen en personen die samenwerken van elkaar verschillen en iets kennen en kunnen wat de ander niet heeft. Dat geldt ook voor politieke partijen. De aantrekkelijkheid van de ander zit in zijn of haar anders zijn. Benader verschillen niet als argument in de onderhandeling om het eens of oneens met elkaar te zijn, maar als voedingsbodem voor samenwerking: wat hebben andere partijen jou – en het land – als afwijkend en aanvullend perspectief te bieden? Verschillen bieden potentieel om samen meer te bereiken dan je alleen lukt.
2. Los spanningen niet op, maar investeer aan beide zijden
We zien spanningen in samenwerken vaak als negatief. Je begrijpt elkaar niet meteen, er vallen ongemakkelijke stiltes, de opvattingen lijken niet te verenigen of de media zit er boven op. Een eerste reflex is dan vaak om de spanning te negeren en er omheen te werken. Vier jaar geleden gingen de onderhandelingen tussen VVD en PvdA weliswaar in recordtempo, maar al snel bleek dat de uitruil van dossiers weinig waarde had toegevoegd. Juist daar waar het spannend wordt, staat iets op het spel. Botsende belangen, andere gebruiken, verschillende opvattingen, tegengestelde aanpakken of conflicterende ideologieën. Ze zullen allemaal terugkomen in de komende formatiebesprekingen. Het is de kunst deze spanningen zichtbaar en voelbaar te maken. En van daaruit te zoeken naar een goede wisselwerking.
Neem de tijd om samen stil te staan bij de moeilijke dilemma’s die voor je liggen en waarover je zo van elkaar verschilt. Kiezen voor één van beide zijden gaat vaak sneller, maar een combinatie brengt je verder. Een eerste begin werd daarmee gemaakt in het – voor verkiezingen opvallend fatsoenlijke en inhoudelijke – gesprek dat de afgelopen weken werd gevoerd over een waardig levenseinde.
3. Oefen in tweebenigheid
Het verbinden van beide kanten van een dilemma noemen wij tweebenigheid. De uit de voetbalwereld geleende term wordt gebruikt als metafoor voor het werken met één been in de eigen organisatie (binnen) en één been in het netwerk van partijen en personen (buiten). Wanneer zowel je been binnen als je been buiten stevig staat en je met beide benen goed uit de voeten kunt, wordt de samenwerking effectiever. Bekende voetballers als Cruijff, Van Basten en Bergkamp waren succesvol omdat zij tweebenige voetballers waren. Voetballers die acties met beide benen kunnen inzetten, zijn creatiever in het maken van combinaties, wendbaarder in het veld en kunnen vanuit meer posities op het doel schieten.
Deze tijd, waarin tegenstellingen belangrijker lijken dan samenstellingen, vraagt om tweebenige spelers: organisaties en professionals die op grensvlakken werken en spanningsvelden en dilemma’s omarmen door zich te realiseren dat een keuze hen niet dichter bij de oplossing brengt. Bovendien weten zij dat dé oplossing niet bestaat. Juist in de politiek is het zoeken naar een tijdelijke balans, waarbij meerdere wegen naar Rome leiden. Dit vergt bewustwording en kan niet zonder te oefenen, waarbij fouten maken essentieel is om te leren omgaan met het ongemak dat je de spanning niet oplost. Laten we onze politici die een oprechte poging doen om verschillen te waarderen en tot andersoortige, tijdelijke oplossingen te komen niet afrekenen als het een keer misgaat.
Meer lezen? Zomer 2017 verschijnt ons boek over Spanningen in Samenwerken
Op basis van onze fascinatie voor spanningen in samenwerken en de waarde die onderlinge verschillen heeft, schrijven wij met ruim 40 auteurs aan een prikkelend boek hierover. Adviseurs, ambtenaren, managers, wetenschappers en een trainer van Ajax delen hun inzichten, kennis en ervaringen over hoe je in deze tijd kunt omgaan met spanningen in samenwerken. Al deze spannende essays, praktijkverhalen, columns, interviews en oefenmateriaal verschijnen in juni 2017 bij Vakmedianet.
Door: Has Bakker en Martine de Jong