Managers, ze moeten allemaal weg. Nou, ja, dat is een beetje overdreven natuurlijk, maar als je alle verhalen over ontmanagen en zelfsturen leest, dan denk je wel dat dit de trend is. Er zijn natuurlijk ook best wel veel managers in Nederland. Steeds meer banen verdwijnen door automatisering, of naar lage-lonen-landen, maar de groep managers wordt steeds groter. Als er geen manager op je visitekaartje staat, dan is je carrière wel een beetje mislukt, zo lijkt het.
Ik heb zoveel mensen kapot zien gaan van het managen. Opgebrand raakten ze, na een tijdje werken als teamleider, afdelingschef, manager bediening, eindredacteur, manager corporate communicatie, of manager ICT. En eigenlijk is dat niet raar, want manager kun je zo maar worden. Als je een beetje een opleiding hebt gedaan, en een hbo of universitair diploma hebt, dan wordt sowieso van je verwacht dat je voor je 30e een managementfunctie hebt. Terwijl dat diploma helemaal geen garantie biedt dat je een goede manager bent. In al die opleidingen leer je namelijk niet echt hoe je met mensen omgaat. Leer je niet hoe je onder hoge druk het optimale uit jezelf én tegelijk uit anderen haalt. Daar leer je niet wat het is om het goede voorbeeld te geven. Daar leer je niet dat je als leider eerst je mensen laat eten, en pas daarna zelf wat naar binnen werkt. Pas op het moment dat je een leidinggevende rol krijgt aangeboden, pas dán ga je een dag of 2 op cursus. En dan ben je leider. Pats boem daar sta je dan, met 2 dagen cursus. Het is daarom ook niet gek dat er een roep is om ander leiderschap. Want laten we elkaar niet voor de gek houden, sturing is nodig en blijft nodig. Veel mensen vinden het fijn om sturing te geven, en nog veel meer mensen vinden het fijn om sturing te krijgen. Juist bij zelfsturende teams is ontzettend veel leiderschap nodig. Juist bij het ontmanagen wordt heel veel gevraagd van de mensen die nu de coördinerende functies krijgen (maar geen manager meer heten). Want juist dan draait het om echt leiderschap. Om leiderschap dat je al gedeeltelijk in je moet hebben, en om leiderschap dat je voor een ander gedeelte ook kunt aan leren. Het draait om aansturen vanuit de praktijk, vanaf de werkvloer. Om aansturen terwijl je zelf ook met je voeten in de klei staat. Om het lef om terwijl het druk is, je collega’s zelf de beslissingen te laten nemen, zodat jij ook daadwerkelijk dingen kunt doen die bijdragen aan het resultaat. Het gaat erom dat je als manager, meer een leider wordt. En de essentie van leiderschap is het creëren van meer leiders, het creëren van mensen die in zichzelf geloven. En dus moet je als nieuwe leider niet optreden als manager, maar als facilitator voor het ontspruiten van het potentieel van je collega’s. De roep in de maatschappij gaat niet zo zeer om minder managers, maar er wordt geroepen om een verandering van managementstijl. Managers moeten meer leiders zijn, die boegbeeld zijn in tijden van verandering. Leiders die een baken van rust en visie zijn. Leiders die een bron van inspiratie zijn. Leiders die weg komen vanachter hun excellijsten, weg van hun rapportages, en opstaan om te helpen de goede dingen goed te doen. Er wordt dus niet geroepen om een verandermanager. Maar de roep is juist: verander manager. Door: Eduard van Brakel