Kenners en oplettende werkgevers in mijn gehoor is het al opgevallen. Weldoen is het nieuwe welzijn. En dat is goed nieuws voor organisaties en onze maatschappij. Waarom dat zo is, blijkt uit recent gepubliceerde wetenschappelijke artikelen uit de hoek van de bedrijfseconomie en managementliteratuur. In het kort komt het hierop neer.
Weldoen is goed
Weldoen is goed doen. Als mens kun je goed doen, al dan niet vanuit morele ambitie. Sectoren, regio’s, en landen kunnen goed doen, al dan niet aangemoedigd door duurzaamheidsdoelen zoals aangereikt door de Verenigde Naties en/of de Europese Unie. Organisaties kunnen goed doen. En medewerkers van organisaties kunnen eveneens goed doen. Weldoen van alle partijen is gelijk aan sociaal gewenst handelen en staat voor antwoordend gedrag met oog en oor voor de wensen en behoeften van iemand anders dan jijzelf.
Omdat organisaties de spil zijn van de economie en onze maatschappij is wenselijk gedrag in organisaties van cruciaal belang. Want daar gebeurt het; daar wordt gewerkt aan de toekomst van onze wereld en daar krijgen levens van vandaag een gloed en een glans.
Om dat waar te maken, is niet alleen het welzijn van medewerkers van belang maar ook hun weldoen. In organisaties is weldoen hetzelfde als het vertonen van constructief en collegiaal gedrag. Dit gedrag zorgt ervoor dat de organisatie een werkomgeving wordt waarin collega’s zich welkom en thuis voelen, elkaar vertrouwen, elkaar iets gunnen, en elkaar respecteren en waarderen. Met andere woorden, het weldoen van de één, leidt tot het welzijn van de ander. En zonder weldoen is er geen welzijn.
Minder evident dan het lijkt
Dit klinkt als een vanzelfsprekendheid maar toch blijkt dit minder evident te zijn dan het lijkt. Een reden hiervoor is dat het waarderen van collegiaal gedrag en intern weldoen nog maar sporadisch onderdeel is van het beoordelings- en beloningsbeleid in organisaties. Ook in selectieprocessen en benoemingsprocedures krijgen bijdragen van de betreffende kandidaat aan loopbanen van anderen en geboden ontwikkelmogelijkheden aan collega’s nog weinig aandacht.
Nu is aan het licht gekomen dat dit een hiaat is waar organisaties last van hebben. Veel organisaties hebben intern te kampen met niet bestaande of verstoorde werkrelaties tussen collega’s terwijl er van hen wel wordt verwacht dat zij samenwerken. Ook is een gebrek aan teamspirit, wederzijds vertrouwen, waardering, en/of respect een veel gehoord probleem met alle stress en productiviteitsverliezen als extra kostenposten voor organisaties van dien.
Collegaschap
Het hiaat opvullen vraagt van organisaties om aandacht te besteden aan collegaschap. Door te sturen op collegialiteit van medewerkers krijgt weldoen in de organisatie de erkenning en waardering die het verdient. Weldoen omvat fatsoenlijk gedrag van collega’s die parallel en in een keten met elkaar werken aan het waarmaken van de ambitie van de organisatie. Weldoen is een houding, een mindset, gekoppeld aan morele opvattingen en manieren.
Het moet in ontwikkel- en voortgangsgesprekken niet alleen draaien om de vraag of de medewerker goed in zijn of haar vel zit of in zijn of haar kracht staat. De vraag mag worden gesteld a) dankzij welke collega of situatie het wel of niet goed gaat met de medewerker, en b) wat de medewerker als collega intern heeft gedaan voor één of meerdere collega’s. De eerste vraag betreft de herkomst van het eigen welzijn en de tweede vraag betreft de richting van het eigen weldoen.
Door deze vragen wordt aandacht besteed aan collegaschap en wordt duidelijk dat medewerkers intern niet alleen een functionele rol hebben, maar ook een collegiale rol. Deze collegiale rol is de drager van weldoen in organisaties en tegelijkertijd de aanjager van het welzijn in organisaties. En het welzijn van mensen in organisaties heeft een opdrijvend effect op het welzijn van mensen en hun families en gemeenschappen in onze maatschappij.
Door wel te doen, dragen collega’s bij aan elkaars welzijn. En welzijn is goed. Maar weldoen maakt beter.
- Lees meer over collegaschap en de vier leiderschapsstijlen die daar voor nodig zijn in het boek De Make Mindset dat vanaf 8 juli beschikbaar is.
Door: Prof. dr. Lidewey van der Sluis