De traditionele supply chain is transactioneel van karakter: ondernemingen kopen van en verkopen aan elkaar, met de consument of zakelijke eindgebruiker als laatste schakel. Daar is op zich niets mis mee, ware het niet dat in dit model elke schakel er belang bij heeft om bij de schakel ervoor een zo laag mogelijke prijs te bedingen.
Het gevolg is niet zelden een enorme prijsdruk in de keten. En die prijsdruk kan leiden tot niet-duurzame effecten: grondstoffen, arbeid en kapitaal worden niet tegen hun werkelijke waarde ingezet, maar kunstmatig goedkoop gehouden door een deel van de rekening door te schuiven. “Grondstoffen worden benaderd als een eenmalige toevoeging aan de keten en bij het gebruik weggegooid, waardoor ketens vastlopen op wisselende grondstofprijzen”, aldus Pallas Achterberg, directeur Strategie bij Alliander. “De ketens zijn daarbij aanbodgestuurd, waardoor eindproducten in veel gevallen slechts een klein deel van de tijd worden gebruikt.”
Samengevat zou je kunnen stellen dat (te veel) prijsconcurrentie in de keten onduurzaam ondernemen in hand werkt. Maar het gaat nog verder: in feite holt de steeds verder opgedreven prijsconcurrentie de keten zélf uit. Zo werken partijen in de foodsector soms onder de kostprijs.
Langere ketens door globalisering
Een aantal trends heeft dit in het afgelopen decennium versterkt. Door de toenemende globalisering zijn ketens steeds langer en complexer geworden. En door overindividualisering van producten (meer varianten, meer distributiekanalen) en kortere levensduur zijn de eisen die aan ketenpartners worden gesteld steeds hoger en meer divers geworden. Gevolg: meer risico’s en hogere logistieke kosten in de keten.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat gedurende de laatste jaren van de crisis steeds meer partijen in de supply chain omvallen en dat eigenlijk alleen de machtigste partijen in de keten nog een positief resultaat boeken.
Anders organiseren in nieuwe economie
Ondernemers in de nieuwe economie kiezen dan ook bewust voor een andere wijze van organiseren. Zij streven naar maximale waardecreatie – niet ten koste van de andere schakels in de keten, maar juist door samenwerking met die andere schakels. Zij dwingen leveranciers niet tot de laagste prijs, maar nodigen ze uit om samen tot een eindresultaat te komen dat tegelijk winstgevend is voor alle partijen én verantwoord is binnen de ecologische, sociale en financiële kaders.
Ofwel: ze stellen zich ten doel een tv-toestel op de markt te brengen dat winstgevend kan worden verkocht, maar waarvoor geen wissel hoeft te worden getrokken op onze voorraden grondstoffen en fossiele energie, waarvan het productieproces niet vervuilend is en die gebouwd wordt door arbeiders die fatsoenlijk betaald krijgen. Alleen dán is sprake van maximale waardecreatie.
Bron: Zakendoen in de nieuwe economie
Door: Marga Hoek