Soms zijn mensen geraakt en geschaad door wat er is gebeurd en hoe dingen zijn gegaan. In gebruikelijke, oude route-processen willen we nogal eens voorbijgaan aan het feit dat er herstel nodig is. Herstel van wat er is gebeurd waardoor mensen geraakt en geschaad zijn. Herstel kost tijd. Herstel van verharde verhoudingen. Herstel van de relatie met mensen met wie we samen moeten werken is echter nodig om samen naar de toekomst te kunnen en willen kijken.
In de gebruikelijke besluitvormingsprocessen stappen we hier het liefst snel overheen. We willen vooruit en het liefst nu meteen. We moeten geen oude koeien uit de sloot halen en vooral doorgaan is het idee. Pijn parkeren. Positief bijdragen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Zo simpel is het niet
Helaas is het niet zo simpel. Wanneer er herstel nodig is en er wordt niet bewust iets aan gedaan, dan blijven processen hangen als een kras in een langspeelplaat. Wanneer mensen onderhuids gekwetst of ontevreden zijn, gaan zij ‘meestribbelen’, saboteren en komen er steeds weer dezelfde onderwerpen op tafel. De wond blijft zweren. Wanneer mensen geraakt en/of geschaad zijn door iets wat er is gebeurd, is er aandacht voor herstel nodig. Herstel zit echter niet in ons gebruikelijke systeem. Hiervoor moeten we andere vragen stellen dan we gewend zijn.
De leidende vragen na een onwenselijke situatie in ons gebruikelijke systeem zijn:
- Wat is er gebeurd? (waarheidsvinding).
- Wie heeft het gedaan? (daders).
- Hoe worden de daders gestraft? (vergelding).
Voorbeeld: het schoolplein
Dit is, enigszins gesimplificeerd, ook hoe we ons rechtssysteem hebben ingericht en hoe we gebruikelijk omgaan met conflicten. Een voorbeeld. Op het schoolplein wordt het onrustig. Een aantal jongens is aan het voetballen, maar de geluiden en het geschreeuw rond het doel klinken niet meer sportief. Wanneer de leerkracht opkijkt ziet hij net hoe John een stomp uitdeelt aan Bert. Snel rent hij op de situatie af. Een stuk of wat kinderen beginnen zich ermee te bemoeien. Sommigen moedigen John aan nog een keer te stompen, anderen zijn juist voor Bert en manen hem op te staan en John een klap te verkopen. De leerkracht beveelt de kinderen met luide stem aan de kant te gaan, helpt Bert overeind en zegt tegen hem en John mee naar binnen te gaan. De jongens volgen gedwee. Ze weten dat het weinig zin heeft om onderweg naar het klaslokaal al de discussie te beginnen. Eenmaal binnen neemt de leerkracht plaats achter het bureau en zitten John en Bert tegenover hem. Samen vormen ze een driehoek. De leerkracht vraagt eerst aan Bert, Wat is er gebeurd?, (waarheidsvinding). Bert vertelt zijn verhaal. Vervolgens vraagt hij John of dat waar is. John schudt zijn hoofd, in zijn ogen ging het anders.
Een duidelijke regel is dat wij elkaar niet slaan op school, begint de leerkracht. Wie is begonnen met slaan (dader)? Het wordt duidelijk dat John de eerste klap heeft uitgedeeld. We hebben een startpunt en een starter. Nu weet de leerkracht wie dader is en wie slachtoffer en kan daar vervolgens naar handelen. John moet binnenblijven en krijgt nog een stevige preek (vergelding/straf). Bert mag weer naar buiten om verder te spelen.
De kinderen die ook geraakt en geschaad werden, die partij kozen, die probeerden te bemiddelen, die wellicht geschrokken waren van de klap, hebben van wat er binnen is besproken niets meegekregen. Zij zien alleen Bert weer naar buiten komen. Sommigen zullen het oneerlijk vinden dat John straf heeft gekregen terwijl Bert John al maanden na schooltijd opwacht en hem in de bosjes duwt wanneer hij zijn fiets uit het fietsenhok pakt. Anderen zullen het terecht vinden dat John straf heeft, want John deelde op het schoolplein vandaag de eerste klap uit.
Een wereld die niet bestaat
Precies op deze manier heb ik ook jarenlang dit soort interventies uitgevoerd, voor de klas, als leidinggevende, als troubleshooter, als adviseur. Me er niet bewust van dat wij hiermee steeds een win-lose-situatie creëren en geen recht doen aan iedereen die geraakt en geschaad is. We gaan uit van een wereld waarin één werkelijkheid bestaat die we boven tafel moeten krijgen, waarin er een begin en een einde is aan te wijzen van wat er gebeurt, waarin je óf dader, óf slachtoffer bent. Een wenswereld, een overzichtelijke wereld, een beheersbare wereld. Een wereld die niet bestaat.
Beluister de podcast: radicaal andere besluitvorming met Anke Siegers:
Bron: Van gedoe naar gedragen
Door: Anke Siegers