’s Nachts werken is voor ongeveer één op de zeven werkenden de normaalste zaak van de wereld. Artsen, verzorgenden, sociaal werkers en verpleegkundigen zijn de grootste groepen nachtwerkers. Maar ook in de logistiek, horeca en beveiliging wordt gewerkt terwijl de meeste mensen op één oor liggen. Dit is niet zonder gevolgen. Voor de medewerker bestaan er gezondheidsrisico’s. Daarnaast is er een grotere kans op fouten en hebben medewerkers meer kans op een arbeidsongeval. Nachtwerk heeft dus een flinke impact op de vitaliteit van deze medewerkers, die vaker verzuimen dan mensen die enkel overdag werken. Toch is werken in de late en vroege uurtjes in veel gevallen hard nodig. Hoe zorg je als leidinggevende dat deze medewerkers vitaal de nacht doorkomen?
De risico’s van nachtwerk
Eerst nog wat meer over de risico’s van nachtwerk. Hoewel er ochtend- en avondmensen zijn, zijn wij mensen geen nachtdieren. Iedereen heeft een interne biologische klok, ook wel bioritme, die het natuurlijke dag- en nachtritme bepaalt. Dat is een complex proces waarbij allerlei lichamelijke functies in een bepaald ritme plaatsvinden. Je hoeft geen arts te zijn om te begrijpen dat een verstoring van dit bioritme gevolgen heeft voor je lichaam en geest. Mensen die soms of regelmatig ’s nachts werken, hebben grotere kans op hart- en vaatziekten, diabetes en slaapproblemen. Daarnaast is er meer stress in het lichaam en zijn mensen vaak emotioneler door het verstoren van de hormoonhuishouding. Deze nadelige gevolgen kunnen al optreden als iemand één uur achter elkaar werkt tussen twaalf uur ’s nachts en zes uur ’s ochtends.
Behalve gezondheidsrisico’s, bestaat er ook een hoger foutrisico. Met name tussen drie uur ’s nachts en zes uur ’s ochtends is er sprake van een verminderde reactiesnelheid en alertheid. Dit verhoogt vanzelfsprekend de kans op een arbeidsongeval.
Goed zorgen voor nachtwerkers
In veel gevallen is nachtwerk noodzakelijk. Gezien de risico’s is het daarom belangrijk om extra goed voor deze medewerkers te zorgen, maar hoe doe je dat? De volgende tips helpen je.
- Houd rekening met het normale dag- en nachtritme. Dit kun je doen door het werkschema in het rooster met de klok mee te laten draaien. Plan mensen zo in dat ze bijvoorbeeld eerst een dagdienst draaien, vervolgens een avonddienst en daarna een nachtdienst. Dit heeft minder impact op het bioritme dan het wisselend inplannen van verschillende diensten. Het advies is om maximaal twee of drie nachten achter elkaar te werken, maar één nacht is nog beter. Dan komt een medewerker namelijk veel sneller terug in het bioritme.
- Begeleid medewerkers in het doen van dutjes. Zo is het goed om voorafgaand aan een nachtdienst een wat langer dutje te toen tussen twee en vier uur ’s middags. Daarnaast kan een powernap gedurende de nacht de alertheid verbeteren. Hierbij is het belangrijk om maximaal twintig minuten te slapen tussen twee en drie uur ’s nachts. Stimuleer medewerkers – indien de omstandigheden dit toelaten – om dit te doen door een ruimte te creëren waar ze even kunnen gaan liggen.
- Verlicht de werkplek met helder, blauw licht. Schemerlicht geeft te weinig prikkels om wakker en alert te blijven. Het zorgt ervoor dat medewerkers zich vermoeid voelen. De intensiteit van licht heeft namelijk veel invloed op iemands lichaam en het aanmaken van melatonine, het slaaphormoon. Helder, blauw licht met een hoge intensiteit, houdt medewerkers ’s nachts wakker. Richting het eind van de nachtdienst is het juist goed om het licht te dimmen, alsof het avond wordt. Adviseer medewerkers daarnaast om met een zonnebril op naar huis te gaan en de slaapkamer goed donker te maken. Dit stimuleert de aanmaak van melatonine en vergroot de kans om een goed aantal uren te kunnen slapen.
- Geef voorlichting over eten en drinken. Op tijden dat iemand gewoonlijk slaapt, staat de spijsvertering op een lager pitje. Daarom is het af te raden om tijdens nachtdiensten grotere maaltijden te eten. Het is beter om dit zoveel mogelijk overdag te doen. ’s Nachts kunnen medewerkers kleinere snacks nemen die rijk zijn aan eiwitten en gezonde vetten. Koolhydraten worden afgeraden, omdat ze kunnen zorgen voor een suikerdip en dus een vermoeid gevoel geven. Wat betreft koffie is het goed om dit alleen aan het begin van de nachtdienst te drinken. De laatste vier uur kan iemand beter geen koffie meer drinken, omdat dit de slaap weer verstoort.
- Verklein de kans op fouten. Bewustwording is hierin belangrijk. Als mensen weten dat tussen drie en zes uur ’s nachts meer fouten worden gemaakt, kunnen ze hierop anticiperen door meer te overleggen en elkaar te betrekken bij foutgevoelige werkzaamheden. Daarnaast is het goed om in beweging te blijven. Dit prikkelt de hersens en zorgt dat mensen alert blijven. Beweging kun je als werkgever stimuleren door sta-bureaus te plaatsen of een voetbal- of tafeltennistafel neer te zetten.
Vinger aan de pols houden
Nachtwerk vraagt veel van mensen. Het is zwaar om vol te houden en kan ook qua werk-privébalans uitdagingen met zich meebrengen. Denk aan het regelen van kinderopvang of de mogelijkheid om overdag te kunnen slapen. Wat dat betreft is het niet gek dat nachtwerkers vaker verzuimen. Als leidinggevende is het daarom belangrijk om, nog vaker dan je gewend bent, te peilen hoe het met iemand gaat. Zeker als je zelf overdag werkt en medewerkers minder vaak ziet, is het belangrijk om vinger aan de pols te houden. Door in gesprek te blijven met elkaar, weet je wat bij een medewerker speelt en wat hij of zij nodig heeft om vitaal de nacht door te komen.
Door: Anouk Höppener
vitaliteitsspecialist bij PDG Health Services