Verlies en afscheid bij een verandering roepen een gevoel van ongemak op, waarbij het de vraag is of dat ongemak toegelaten mag worden. Zeker in een zakelijke context waarbij een verandering vaak gepresenteerd wordt als een kans en als een verbetering, ontbreekt soms de aandacht voor dat wat verloren gaat. Is er ruimte voor het ongemak dat gepaard kan gaan met verlies en afscheid? Is er erkenning van het verlies dat mensen leiden? Is er tijd om stil te staan en is er tijd voor het brein om zich aan te passen?
Geschatte leestijd: 5 minuten
Ook in je persoonlijke leven beweeg je in eerste instantie vanuit de biologische opmaak van het brein weg van de pijn die gepaard gaat met het verlies en verandering. Als je moeder overlijdt, ben je misschien geneigd niet te lang stil te staan bij de pijn die je ervaart. Stilstaan bij de ontreddering, de ontworteling, het intense gemis en verdriet is een opgave.
Wat maakt afscheid lastig?
Wat het afscheid van de oude, vertrouwde situatie vaak extra lastig maakt, is dat de nieuwe situatie meestal nog gedeeltelijk onbekend is. Er is meestal wel een beeld, een stip op de horizon die bereikt moet of wil worden. Om daar te komen, is er echter nog een tussenfase waar je doorheen moet. Het oude is nog niet helemaal voorbij, het nieuwe is nog niet aangebroken. In de tussengelegen periode is er mogelijk onduidelijkheid, onzekerheid. Voor de een is dat een bedreigende periode, omdat houvast ontbreekt. Voor de ander is dat juist een periode van kansen en mogelijkheden om de ruimte te benutten en iets nieuws te ondernemen. Mensen hebben hun eigen tempo om hierin te bewegen. De een laat gemakkelijker los dan de ander. Niet iedereen neemt op dezelfde wijze iets nieuws aan.
Op persoonlijk niveau, maar ook op het niveau van een team of organisatie, kan transitie groei inhouden wanneer je verandering kunt zien als bron voor leren en ontwikkeling. Onder meer door vragen te stellen aan mensen, over hoe de verandering voor ze is, wat ze nodig hebben en door te verkennen wat de betekenis is, kan groei plaatsvinden. Transitie kan vorm krijgen wanneer er herkenning en erkenning is vanuit de organisatie, de omgeving en vanuit jezelf dat er iets verloren ging. Wanneer er daadwerkelijk afscheid genomen mag worden, kun je je van daaruit verbinden aan het nieuwe. En kun je ook jezelf en je team vernieuwen in de stap voorwaarts.
Herkenning en erkenning
Afscheid nemen begint dus met de herkenning en de erkenning dat er iets verloren is gegaan. Afscheid nemen is daarna een kwestie van doen. Doen betekent daadwerkelijk op cognitief, emotioneel, fysiek en spiritueel niveau afscheid nemen van dat wat verloren ging. Door het bijvoorbeeld letterlijk uit te spreken of door rituelen vorm te geven die een cliënt of een team in staat stellen daadwerkelijk afscheid te nemen.
Je krijgt door bewust met transitie bezig te zijn, door afscheid te nemen en je opnieuw te verbinden, mogelijk een ander perspectief op jezelf. Je ontdekt misschien kwaliteiten of delen van jezelf die niet eerder zichtbaar waren of benut werden.
Een verandering vraagt erom afscheid te nemen van het oude, terwijl het nieuwe er nog niet altijd is. Misschien denk je dat je er nog niet aan toe bent om het oude los te laten, of ben je nog niet in staat het nieuwe al aan te nemen. Tussen het oude dat nog niet voorbij is en het nieuwe dat nog niet aangebroken is, bevindt zich de tussenruimte waar de transitie zich voornamelijk afspeelt. We gebruiken ook wel het woord liminaliteit, afgeleid van het Latijnse woord voor grens. De tussenruimte kun je zien als een liminale fase, een periode zoals die ook bij overgangsriten als geboorte, volwassenwording, huwelijk en uitvaart hoort.
Grenservaringen
In het oversteken van de grenzen, het betreden en op termijn weer verlaten van de tussenruimte, doe je grenservaringen op. In de tussenruimte vindt het meeste werk plaats als het gaat om afscheid nemen, rouwen om het verlies en (her)oriënteren op wie je bent. Je brein krijgt signalen dat de werkelijkheid zoals die geregistreerd werd, niet meer klopt. Het gaat nog steeds uit van de verbinding met die ander of het andere, die er in werkelijkheid niet meer is. Het brein ‘kent’ nog niet de nieuwe, deels onbekende situatie. Je brein heeft nieuwe paden aan te leggen en te lopen, nieuwe representaties te maken van de werkelijkheid.
Beluister de podcast
Precies daar waar het conflict ontstaat tussen de twee stromen van informatie in het brein is waar het leren begint. Deze fase wordt een leerervaring als het brein in staat is nieuwe sporen aan te maken. Dat betekent dat er nieuwe gewoonten aangeleerd moeten worden. Daarmee wordt ook de identiteit bijgesteld en worden we geconfronteerd met de vraag wie je bent zonder die ander of dat andere. Dit proces is een emotioneel en dus ook neuraal en biochemisch proces dat tijd vraagt en feedback door ervaring. Als coach ben je van betekenis in het aanwezig zijn bij de grenservaring, zodat je cliënt van een verlieservaring een leerervaring kan maken.
Je neemt tijd om in verbinding de nieuwe realiteit van je cliënt in relatie te brengen met zijn identiteit. Je helpt het brein zich aan te passen aan de nieuw ontstane situatie. Je bent dus als het ware aanwezig in het ‘conflict’ dat er bij je cliënt is ontstaan tussen oud en nieuw. Hierbij geldt dat hoe hechter de verbinding, des te groter de impact van het verlies kan zijn. Daarmee ligt er meer werk voor de cliënt bij het doorleven van deze grenservaringen.
Bron: Het ambacht van de secure base coach
Door: Jakob van Wielink, Klaartje van Gasteren, Marnix Reijmerink, Anne Verbokkem – Oerlemans, Leo Wilhelm, Riet Fiddelaers – Jaspers